– Het is een feit dat er zeer goede mannen en zeer slechte vrouwen bestaan.
– Dat zien we elke dag en soms zelfs zonder ons eigen huis te verlaten. En verder?
– Verder? Ik heb een mooie vrouw uit de Elzas gekend, maar dan ook zo mooi dat de oude mannen voor haar te hoop liepen en de jongelui met een ruk bleven stilstaan.
– Ik heb haar ook gekend, ze heette madame Reymer.
– Inderdaad. Een man uit Nancy die pas in Parijs was aangekomen, Tanié genaamd, werd smoorverliefd op haar. Hij was arm. Het was een van die ongelukskinderen uit een groot gezin die van huis weglopen om te ontkomen aan hun harteloze ouders, en die zich in de wereld storten zonder te weten wat er van ze zal worden, maar in de vaste overtuiging dat ze het nooit slechter kunnen krijgen dan in het leven dat ze zijn ontvlucht.… > Lees verder
Michel Houellebecq, ‘Leven, lijden, schrijven – methode’, flaptekst
Poëzie groeit op het massagraf der bedrogen verwachtingen; haar ware wortels bevinden zich echter in de hemel. Het valt dan ook te begrijpen dat ze niet bij machte is de mens met het leven te verzoenen. Wel kan ze een zwak maar duidelijk signaal afgeven aan hen die op het punt staan het bijltje erbij neer te gooien.
In een permanente, algehele oorlogssfeer bevindt de dichter zich in de frontlinie van alle levenden. Door zijn dagelijkse aanraking met het ondraaglijke zal hij worden blootgesteld aan de verleiding van de desertie, de euthanasie. Hij moet zich verzetten, de waardigheid verachten, bestaan tot hij erbij neervalt.… > Lees verder
De zichtbare vertaler 3: Weerspiegelde lust is dubbele lust
Sinds gisteren hangt er in onze woonkamer, keurig recht boven de schouw, een prachtige gravure. Het is een portret van een man in een zwart pak met daarover een zwarte mantel, tegen een zwarte achtergrond. Vrolijke boel daar, zult u denken, maar gelukkig zijn er nog een paar lichtpuntjes in het duister: het raam, het gezicht en de kraag van de man, en zijn beide handen. Ongetwijfeld is de compositie ontleend aan een of ander beroemd schilderij dat me nu net even niet te binnen wil schieten, een Italiaanse of Hollandse meester van het chiaroscuro, maar dat neemt niet weg dat dit zelfportret – want dat is het – in mijn beleving een zeer rake typering geeft van de geportretteerde, die niemand anders is dan baron d’Empire Dominique Vivant Denon (1747-1825).… > Lees verder
De schrijver komt altijd te laat
Het had zo interessant kunnen zijn. Of misschien is interessant niet het juiste woord: van een roman over ‘Nine Eleven’ zou je meer mogen verwachten dan een paar uurtjes boeiende maar vrijblijvende lectuur. En dat is precies wat er schort aan Windows on the World van de hippe Franse schrijver Frédéric Beigbeder, een van de voornaamste kanshebbers voor de grote literaire prijzen die traditiegetrouw eind oktober, begin november over schrijvend Frankrijk neerdalen.
Beigbeder brak in 2000 definitief door met de roman 99 francs (een nieuw concept: de verkoopprijs is tevens de titel), in Nederlandse vertaling voorzien van de ronkende ondertitel ‘Keiharde afrekening met de reclamewereld’, die al aangeeft dat ook het boek zelf niet vies is van enig publicitair machtsvertoon.… > Lees verder
‘Mon matériau, ce n’est pas vraiment le monde’: entretien avec Michel Houellebecq
Novembre 2002. Traducteur néerlandais de Michel Houellebecq, je travaillais sur un volumineux recueil d’essais de celui-ci, quand le quotidien de Volkskrant me proposa d’aller interviewer l’écrivain pour un dossier d’entretiens avec des personnages ayant marqué l’année 2002 – l’année de la parution de Plateforme en langue néerlandaise; l’année, également, de l’attentat de Bali dont Houellebecq s’est fait le prophète malgré lui. Après avoir longtemps cherché en vain à localiser mon homme, que même son éditeur français avait perdu de vue, il m’appela depuis l’Espagne. Ayant eu la permission de l’y joindre, je me rendis donc à la côte d’Almería, dans un village naturiste quasi-désert.… > Lees verder
Het leven is geen gebruiksaanwijzing
‘Een spies met niertjes, drie lamsspies, een mixed-grill, een nier met mosterdsaus, een kalfsnier, drie kalfskop, elf kalfslever, een kalfstong, een kalfszwezerik met pommes sarladaises, een terrine van kalfszwezerik, een lamshersentjes, twee verse ganzenlever met druiven, een ingemaakte ganzenmaagjes, twee kippenlevertjes.’
Fransen houden van orgaanvlees, en de in 1982 op 45-jarige leeftijd overleden schrijver Georges Perec vormde geen uitzondering op die regel. Het is een van de vele microsociologische conclusies die we kunnen trekken uit zijn ‘Poging tot inventarisatie van het vloeibare en vaste voedsel dat ik in de loop van het jaar negentienhonderdvierenzeventig door het keelgat heb gejaagd’, een autobiografische tekst van een wat ongebruikelijk type, opgenomen in een boek dat wel meer ongebruikelijke teksten bevat.… > Lees verder