Als het vuur van de schrijversroem niet regelmatig met nieuw papier wordt gevoed, vervalt het al snel tot as. Weinig schrijvers is een roem beschoren die hun dood overleeft; elk artistiek oeuvre dat is afgesloten treedt een nieuwe fase in, die van het ‘nachleben’, waarin het zich op eigen kracht moet bewijzen in een vaak veranderend literair klimaat. Samuel Beckett (1906-1989) kende wereldfaam met het toneelstuk Wachten op Godot, waarvan de première plaatsvond in 1953; de hem in 1969 toegekende Nobelprijs voor literatuur bevestigde die faam. Hoe is het, bijna twintig jaar na zijn dood, met Becketts werk gesteld? Is het gedateerd of laat het indirect zijn sporen na? Dat is de vraag die centraal staat in deze bundel, waaraan een grote schare uiteenlopende scribenten – dichters en schrijvers, filmcritici, theatermakers, filosofen en wetenschappers – een bijdrage leverde.
De vraagstelling is paradoxaal. In hun inleiding verwoorden de samenstellers zelf die paradox: enerzijds constateren ze ‘dat Beckett naar verhouding weinig meer wordt gelezen of uitgevoerd’, anderszijds ‘dat zijn werk steeds aanleiding geeft tot relevante herinterpretaties, bewerkingen, reflecties’. Een aantal bijdragen ontsnapt niet aan enigszins loze speculaties over de ups en downs van de Beckett-receptie in de lage landen. Daar staan mooie analyses tegenover (onder andere van Dirk van Hulle over Becketts poëzie, en van Arnoud van Adrichem en Jan Lauwereyns over de met Beckett verwante dichters Paul Bogaert en Bart Meuleman). Stimulerend zijn ook sommige zuiver literaire bijdragen (onder andere een indringend staaltje Beckettiaans proza door Piet Gerbrandy).
Becketts nachleben is nog maar amper begonnen. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat zijn toneelwerk minder vaak wordt opgevoerd en dat vertalingen van zijn werk een terugval kennen. Maar op de universiteit – de plek waar duurzame literaire reputaties worden gevestigd – krijgt Becketts werk nog altijd veel aandacht. En belangrijker: het werk zelf is modebestendig, de grimmige vitaliteit van zijn oeuvre onaangetast.
Aanleiding voor de publicatie van deze bundel artikelen is de opheffing van het sinds 1992 verschijnende, tweejaarlijkse Beckett Blad, orgaan van de Nederlandse Samuel Beckett Stichting (dat voortaan in digitale vorm zal bestaan; zie www.samuelbeckett.nl). Maar Beckett heeft een Stichting; de vergetelheid waaraan zijn werk te onzent is prijsgegeven, is relatief. Het verschijnen van deze bont geschakeerde, fraai uitgegeven bundel bewijst dat ten overvloede.
- Matthijs Engelberts & Onno Kosters, red. Verder: Beckett en de 21e eeuw, Amsterdam University Press, 2008.
[De Leeswolf, 2009:1, © Rokus Hofstede}