web analytics

Gerrit Komrij over vertalen

‘Dat vertalen doe ik voor de centen. Ik zou willen dat ik meer tijd had voor het dichten. De rijping, het vasthouden in mijn hoofd, het gaat zo moeilijk tussen al dat vertalen door.’ (1971)

‘Een heel boek perfect vertalen is altijd nog een mindere daad dat het schrijven van één geslaagde dichtregel.’ (1985)

‘Het grootste probleem bij vertalen is: je moet kiezen. Ik ken vertalers in Nederland, die glimmen nog steeds van trots over de veertien pagina’s die ze ooit vertaalden waar ze tien jaar over hebben nagedacht. Terwijl je dat in een dag en een nacht doet. Het gaat erom, kun je een miljoen schakelingen per minuut maken.… > Lees verder

Michon in Mokum

‘Laten we voor één keer het gebroed waarnaar we door een wreed noodlot zijn verwezen op waardige wijze vertegenwoordigen.’ Voor elke denkbare situatie in het leven is er, zo stelde Pierre Michon afgelopen maandag in het Maison Descartes, een toepasselijke quote te vinden in Becketts Wachten op Godot. Quod erat demonstrandum: waardig was Michons bezoek aan Nederland, het eerste sinds hij, begin jaren ’90, in het Nederlands begon te worden vertaald. In het gesprek met Isabelle Mallez, directrice van het Maison Descartes, werd onder meer duidelijk dat de figuur van François-Élie Corentin niet alleen door zijn fictieve aard afwijkt van andere schilders die Michon heeft geportretteerd, maar vooral door zijn vermogen om onbevangen stoutmoedig te zijn, om alle schroom en zelfbeklag af te werpen – Corentin is un salaud qui réussit, een schoft die slaagt.… > Lees verder

De wereld is een perverse veelhoek

‘Eigenlijk ziet hij eruit alsof hij, ergens op een dorpskermis, zijn hoofd heeft gestoken in een gat van een decor waarop een naïeve voorstelling van een leeuwenjacht afgebeeld staat.’ Zo beschrijft Olivier Rolin de met een volle walrussensnor en brede bakkebaarden getooide leeuwenjager die in 1881 door Édouard Manet werd vereeuwigd onder de titel Monsieur Pertuiset, Le Chasseur de Lions. De avonturen van Eugène Pertuiset staan centraal in Rolins laatste, door Katelijne De Vuyst vertaalde roman De leeuwenjager en Manet. Zoveel is duidelijk, helemaal serieus kan Rolin het model niet nemen. Pertuiset heeft ‘het uitdrukkingsloze gezicht van een bruut – of het moet zijn dat het nogal primitieve gevoelens uitdrukt, met de onaangenaam verraste, vagelijk uitdagende blik, zo van “de eerste die in de buurt komt, knal ik neer”.’… > Lees verder

Levenselixer

Arme Engelsen, die het ten eeuwigen dage moeten doen met Shakespeares Elizabethaanse Engels! Wij hebben evenveel Shakespeares tot onze beschikking als er Shakespearevertalers zijn. Bij het permanente regeneratieproces van klassieke werken spelen vertalingen een sleutelrol. Klassieken waarvan de rijkdom en roem niet keer op keer door vertalingen worden bevestigd, zijn geen klassieken. Vertalingen vormen een levenselixer, ze verlenen Emma, Marcel en de anderen hun eeuwige jeugd.

Naar aanleiding van de verschijning van het vijftigste deel in de Perpetuareeks, waarin ook de hervertaling van Du côté de chez Swann zal verschijnen, organiseerde het Brusselse literatuurhuis Passa Porta (in de reeks ‘De Reflectiekamer’) samen met uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep op 28 februari een discussie-avond over de betekenis van de literaire klassieken.… > Lees verder

Roland Barthes, ‘Cy Twombly of “Non multa sed multum”‘ (fragmenten)

De kunst van Twombly bestaat erin de dingen te tonen: niet de dingen die hij afbeeldt (dat is een ander probleem), maar de dingen die hij verwerkt: dat beetje potlood, dat ruitjespapier, die spikkel roze, die bruine vlek. Het geheim van zijn kunst is, algemeen gesteld, dat hij de substantie (houtskool, inkt, olieverf) niet uitspreidt, maar dat hij die laat slepen. Om het potlood uit te drukken zou je kunnen denken dat je er druk op moet uitoefenen, de verschijningsvorm ervan sterker moet maken, intens, zwart en dik. Twombly denkt het tegenovergestelde; juist door minder druk uit te oefenen op de materie, door die haast nonchalant te laten neerstrijken zodat de korrel ervan zich wat verspreidt, kan de materie haar essentie tonen, ons zekerheid verschaffen over haar naam: het is potlood.… > Lees verder

Imagine No Fiction

Soms blijkt verbeelding de kortste weg naar de werkelijkheid. Is dat niet de kunst? Even better than the real thing?

Op woensdag 8 februari gaan onder de titel ‘Imagine No Fiction’ in de Vooruit in Gent moderatoren Tom Van Imschoot & Isolde Vanhee in gesprek over de werkelijkheid van de verbeelding, met kunstschilder David Claerbout, cineast Gust Van den Berghe (‘En Waar de Sterre Bleef Stille Staan’ en ‘Blue Bird’), kunstenares Wendy Morris en essayist/vertaler Rokus Hofstede. Zie ook hier.

In Rekto:Verso neemt Van Imschoot een voorschot op de discussie met een prikkelend stuk over collectieve fascinatie, waarin hij onder meer ingaat op de fascinatie die Pierre Michon weet te suggereren voor het wereldberoemde schilderij De Elf.… > Lees verder