web analytics

Hij zei dat hij het deed

In de laatste aflevering van dit reeksje rond Michons De Elf gaat het over de nacht van 15 nivôse in het jaar II, oftewel over 5 januari 1794, omstreeks het driekoningenfeest. Schilder Corentin wordt in het holst van die vriesnacht door drie sansculotten ontboden in de voormalige Saint-Nicolas-des-Champskerk, herdoopt tot Nicolas-kerk, want de revolutie heeft alle heiligen beroofd van hun titel.

Ze waren er. Ze klommen het lage bordes al op.
    De deuren stonden wijd open.
    In het portaal moesten ze uitwijken voor de klokken, de wanstaltige rammelaars van de hemelse Vader, die al waren neergehaald maar nog niet naar de smelterij gevoerd, die zwegen.

> Lees verder

Eugène Savitzkaya, ‘Tafelgereedschap’

Altijd heeft gereedschap mijn arm verlengd. Altijd was mijn hand gewapend. Mijn eerste mes was mijn zwaard en mijn toverstaf, een hefboom om bergen mee te verzetten. Ik droom van de grote multifunctionele olijfhouten of bukshouten lepel, de lepel waar je zonder gevaar in kunt bijten en waar je altijd in hebt gebeten, de lepel die meppen kan geven en die de soep, de yoghurt, de appelmoes en de jam parfumeert met de knoflook en de gebakken ui waarvan hij doordrongen is. Je kunt zeggen dat de lepel aan mijn vingers en aan mijn lippen kleeft, zo dicht bij mijn tong dat hij er een doosje heeft waarin hij zijn ronde rug neer kan vlijen.… > Lees verder

Wat niet gebruikt wordt, slijt. Over Pierre Bergounioux en Jean-Loup Trassard

Het Frans kent er een staande uitdrukking voor: exode rural, ontvolking van het platteland. Weliswaar is Frankrijk een van de laatste Europese landen waar een grootschalige exodus van de agrarische bevolking naar de steden op gang is gekomen, maar die leegloop heeft er diepere sporen getrokken dan elders, in de levens van hen die weggingen en in de levens van hen die achterbleven. Rond 1850 woonde nog driekwart van de Fransen – 26,8 miljoen mensen – op het platteland, veelal kleine, zelfvoorzienende boeren; anno 2011 zijn nog maar enkele miljoenen Fransen in de landbouw actief, niet meer dan 3,4% van de totale beroepsbevolking, overwegend in grootschalige landbouwbedrijven.… > Lees verder

Jean-Loup Trassard, ‘Hamers, mokers & slag’ (fragment)

[…] De hamer neem je mee wanneer je naar het land gaat om een omheining te plaatsen, drie evenwijdige lijnen prikkeldraad bevestigd op een rij palen. Het werkwoord heuyer, afgeleid van het middeleeuwse haïer, een haag maken, 12e-15e eeuw, duidt op het dichten van gaten in een levende haag met doornstruiken, terwijl een omheining hetzij vlak naast de haag wordt geplaatst, om die laatste te versterken, hetzij dwars over de akkers, om een bezaaide wei af te scheiden van naastgelegen stukken bouwland. De kunstmatige doornstruik wordt opgespannen met behulp van een ondersteboven gezette mestkar; het uiteinde van het draad bevestig je tijdelijk aan de houten as, en door met de hand aan het wiel te draaien gebruik je het als een lier.… > Lees verder

Pierre Bergounioux, ‘De sloop’ (fragment)

[…] Het geschenk van de zon komt ook uit de metaalgieterij. Maar het is chroomstaal, van het soort waarvan schroefsleutels worden gemaakt. Het is namelijk gewoon een Engelse sleutel, hoewel mij ontging welk vorig leven het had gehad, en zelfs, voordat ik het uit de vingers van het licht had overgenomen, welk tweede leven het bezielde. Ik was verblind. Ik zag een verblinding. In mijn hand is het een moeder met kind geworden. Dat is tenminste waar je aan denkt wanneer een kleiner ding tegen een groter ding aangeklemd staat. Maar misschien dat een ander woord even passend zou zijn, want het is nou eenmaal een stuk Engelse sleutel en er mogen dan twee dingen dicht tegen elkaar aan staan, het grotere doet nauwelijks aan een volwassen mens denken en dan nog alleen vanwege de relatieve omvang ervan, en uit de bijkomende overweging dat één op de twee volwassenen een vrouw is.… > Lees verder

Binnenlandse ballingen

Bij wijze van presentatie van de drie voor Terras vertaalde Franstalige auteurs (Pierre Bergounioux, Eugène Savitzkaya en Jean-Loup Trassard) zou ik kunnen volstaan met het voorlezen van een paar fragmenten uit hun teksten. Maar het ontdekken van die teksten laat ik graag aan toekomstige lezers over. Interessanter, voor mij en hopelijk ook voor u, lijkt mij de poging om een vraag te beantwoorden die zich opdrong tijdens het vertalen van de fragmenten. Die vraag luidt als volgt: Waarom heeft een verstokte stedeling als ik zo’n uitgesproken zwak voor plattelandsschrijvers?

Anders dan sommige van mijn naaste vrienden heb ik namelijk geen enkel verlangen naar ‘de buiten’, zoals het in Vlaanderen heet.… > Lees verder