Zoals alle verhalen van Pierre Michon is De Elf een mengeling van feit en verdichtsel, een bouwsel van fictie dat is opgetrokken op een uitputtend gedocumenteerde historische ondergrond. Het is geen ‘waargebeurd’ verhaal; het waargebeurde is er opgelost in en één geworden met het verzonnene, een alchemie waaraan De Elf een groot deel van zijn literaire kracht ontleent. Wie na lezing van het boek zo naïef is om aan een loketbeambte van het Louvre de weg te vragen naar De Elf, het beroemde schilderij van François-Élie Corentin, op de eerste verdieping van het Pavillon de Flore, moet niet verbaasd zijn als hij wordt afgescheept met een laatdunkend lachje en het antwoord: “Vous aussi?”… > Lees verder
Corentin en Gamelin
Nauwelijks heeft Michon gezegd dat een door Tiepolo geschilderde page het portret van de jonge François-Élie Corentin zou zijn of hij trekt die woorden alweer in twijfel:
Deze identificatie is maar al te verleidelijk, hoezeer misschien ook een verzinsel; die page is een type, geen portret. Tiepolo heeft hem bij Veronese weggehaald, niet bij zijn schildersknechtjes; het is een page, het is de page, het is niemand.
Eenzelfde onzekerheid geldt het tweede portret dat van Corentin zou zijn nagelaten:
Een nauwelijks minder twijfelachtig gebruik wil dat hij veertig jaar later opduikt, opnieuw in de hoogte neergezet in de grote doorwaaide vensternissen tussen de getuigen van De Eed op de Kaatsbaan, op de schets die David daarvan heeft gemaakt; hij is het leeftijdloze, van terzijde beziene, met een hoed getooide silhouet dat kleine kinderen wijst op de stormachtige vervoering van vijfhonderdzestig uitgestoken armen.… > Lees verder
Proust et la Hollande
Welke buitenlandse schrijver is onder Nederlandse academici het meest reçu? Marcel Proust lijkt een goede kanshebber. Wij hebben een actieve Nederlandse ‘Marcel Proust Vereniging’, die lezingen en workshops organiseert, een tweetalige website onderhoudt, een tweejaarlijks bulletin het licht doet zien en sinds 2003 elk jaar een nummer uitbrengt van het tijdschrift Marcel Proust Aujourd’hui. Het in november 2011 verschenen lijvige nummer is bijzonder boeiend: het bevat de – rijkelijk geïllustreerde – handelingen van het eind januari 2011 in het Maison Descartes in Amsterdam gehouden internationale congres Proust et la Hollande.
Verschillende auteurs buigen zich in Proust et la Hollande over de vraag hoe de Hollandse schilderkunst doorwerkt in Prousts werk.… > Lees verder
Kalk- en verfspatten
Het openingshoofdstuk van De Elf vormt de lastigste klip die de lezer van Michons verhaal te boven moet komen. Michon opent in medias res, met een hij-figuur van wie naar verluidt Giambattista Tiepolo het portret heeft nagelaten op de plafondschilderingen van de bisschoppelijke residentie in Würzburg, in de gedaante van een page:
… > Lees verder[…] de traditie wil dat hij erop staat en dat hij de page is die op een kussen met gouden kwastjes de kroon van het Heilige Roomse Rijk draagt; je ziet zijn hand onder het kussen, zijn wat zijwaarts neigende hoofd kijkt naar de grond; heel zijn bovenlijf lijkt mee te buigen met het gewicht van de kroon; op innige, lieflijke wijze gaat hij gebukt onder het Rijk.
Marcel Schwob, ‘De gelijkenis en het verschil’ (fragment)
“Wat me bij mensen opvalt is een aantal handelingen die instinctief zijn en niet voor verbetering vatbaar, aangezien ze al ruim tienduizend jaar lang worden verricht. Jullie zijn gewend graan te vermalen, het meel met water te kneden, er biergist bij te mengen en er een deeg van te maken dat jullie roosteren tot het goudgekleurd is. Sinds er mensen bestaan eten ze brood en de smaak ervan is daardoor niet bitter geworden. Hardnekkig passen jullie vuur toe op de meeste van jullie voedingsmiddelen. Bijen zijn niet minder volhardend in het bouwen van hun geometrische wassen raten, en zo ook stellen mieren hun doorzichtige eieren op vaste tijdstippen bloot aan de zon.… > Lees verder
11-11-11
Als de auteur Georges Perec had geheten, had De Elf vandaag moeten verschijnen, om 11:11 uiteraard. Maar de auteur heet Pierre Michon, De Elf verschijnt pas ergens in de loop van volgende week. Michons aan Baudelaire ontleende motto, ‘Het is een immens genot om je te vestigen in het getal’, heeft niets te maken met een hang naar getallensymboliek maar alludeert op de roes die onderdompeling in de massa wekt, en natuurlijk ook op Michons eigen titel. Want voor alle duidelijkheid, die titel verwijst niet naar voetbal of bosgeesten, maar naar het gekkengetal: De Elf duidt op de elf leden van het Comité de salut public, het ‘Comité tot Heil van het Algemeen’, dat tussen winter 1793 en zomer 1794 in Frankrijk de macht naar zich toe had getrokken en waarvan de leden, onder wie Maximilien Robespierre, ‘de Onkreukbare’, in de greep waren van de gekte die de geschiedenis is ingegaan als de ‘Terreur’, de dramatische climax van de Franse Revolutie.… > Lees verder