web analytics

Onaangedane terugblik

Patrick Modiano is in het Nederlands waarschijnlijk de meest vertaalde Franse schrijver na Simenon. Met de verschijning van zijn recentste roman, Nachtelijk ongeval, staat de teller inmiddels op zeventien, en het einde is nog niet in zicht, want Modiano’s volgende boek (hij schrijft er gemiddeld één per jaar) is in Frankrijk alweer aangekondigd voor januari.

Nachtelijk ongeval is in veel opzichten weer een typische Modiano. Zoals in bijna al zijn romans is de nevelige sfeer veel belangrijker dan het verhaal, dat traag heen en weer beweegt tussen het heden en verschillende momenten in het verleden: de hoofdpersoon herinnert zich een ongeluk dat hij dertig jaar geleden ’s nachts op straat heeft gehad en probeert zich de tijd ervoor en erna voor de geest te halen.… > Lees verder

Jean Echenoz, Aan de piano, fragment

Telkens als de metro weer bovengronds kwam had Max zich ook kunnen interesseren voor de viaducten waarover ze reden, lieve, goeie, mooie viaducten, lieve, ouwe, intelligente, waardige staalbouw, maar nee: nu zijn achtervolgingsplan zienderogen ineenschrompelde en even snel verlepte als een klaproos, stapte hij op station Nationale uit. Daarna had hij niets meer te doen, en dus ging hij lopen, geen fantasievolle wandeling, nog steeds volgens de route van lijn 6 maar nu in de openlucht, met grote stappen door de primitieve, barbaarse, verwaarloosde strook die als een onverharde weg onder die viaducten loopt. Daar vind je soms markten, tweedehandszaakjes en allerlei stalletjes, basketbalveldjes, maar het is vooral een min of meer anarchistische parkeerplaats: een kille, smalle baan, een niemandsland dat je, onder het stekelige staalgeluid van de metrostellen, nooit zonder een vaag gevoel van angst betreedt.… > Lees verder

Mutatie of omwenteling? – Reactie op Ludo Hellemans

Met belangstelling heb ik het artikel van Ludo Hellemans over Michel Houellebecq in het vorige nummer (6:2) van Mosaïek gelezen. Ik heb er weinig op aan te merken, behalve misschien dat Hellemans het onderwerp wel heel erg naar zijn eigen biologische stiel toe trekt, maar voor zo’n gepassioneerde toe-eigening kan ik wel waardering opbrengen. Persoonlijk denk ik dat de ethologie in Elementaire deeltjes vooral een literaire functie heeft: door het gedrag van zijn personages afstandelijk en objectiverend te beschrijven, wil Houellebecq bij de lezer een schokeffect teweegbrengen (want we zijn nog altijd niet gewend om onszelf als vreemde dieren te zien); het gaat me dan ook veel te ver om het boek een biologische roman à thèse te noemen, zoals Hellemans doet.… > Lees verder

Landschappen voor Wang Wei

Hoe vertaal je een landschap? Rare vraag. Een landschap is geen taal, dus je kunt het ook niet vertalen. En als het landschap wordt beschreven in een gedicht? Dan vertaal je het gedicht, niet het landschap, dus de vraag blijft onzinnig. En als het een Chinees gedicht is, over een Chinees landschap? Dat verandert niets aan de zaak, want ook al maakt het voor de benadering van het gedicht misschien verschil uit, het landschap zelf blijft gelijk.

Of toch niet? Die conclusie kun je trekken uit een aardig boekje van Eliot Weinberger en Octavia Paz, Nineteen Ways of Looking at Wang Wei.… > Lees verder

Altijd maar die liefdesverhalen!

‘Hommage aan Diderot in drie bedrijven.’ Zo noemt Milan Kundera Jacques en zijn meester, het enige toneelstuk dat hij tot zijn volwassen oeuvre rekent (hij schreef er meer). Zelf benadrukt Kundera graag dat het stuk een variatie en geen bewerking is: de thema’s mogen dan ontleend zijn aan Jacques le fataliste, het resultaat is een geheel nieuw kunstwerk, dat niet bedoeld is als herhaling in een andere vorm van wat Diderot al heeft gedaan, maar als een verkenning van nieuwe mogelijkheden. Toch valt voor wie Jacques le fataliste kent in eerste instantie vooral op hoe goed Kundera de roman heeft gelezen, en in die aandachtige lectuur schuilt een niet onbelangrijk deel van de hommage.… > Lees verder

De grap van de geschiedenis

De grap is Milan Kundera’s eerste roman. Hij schreef het boek in Tsjecho-Slowakije gedurende de tijd van toenemende politieke ontspanning die voorafging aan de Praagse Lente van 1968, en voltooide het eind 1965. Nadat hij een jaar lang alle door de censuur voorgestelde aanpassingen en inkortingen had afgewezen, verscheen de roman uiteindelijk geheel ongewijzigd in het voorjaar van 1967: een zeer opmerkelijk feit, gezien de openhartigheid waarmee Kundera de communistische terreur van de jaren vijftig beschrijft. Na de inval van de Russen in augustus 1968 kwam zijn hele werk dan ook al snel op de index te staan, hij verloor zijn baan en emigreerde in 1975 noodgedwongen naar Frankrijk, waar zijn werk inmiddels grote faam genoot.… > Lees verder