Raymond Queneau en de natuur: je zou er een proefschrift over kunnen schrijven. De werkhypothese daarvan zou ongetwijfeld luiden dat Raymond Queneau niet weg was van de natuur, en de kans dat die hypothese in de loop van het onderzoek zou sneuvelen, mag bijzonder klein worden geacht. Raymond Queneau háátte de natuur. Van grassprietjes en bloempjes kreeg hij het benauwd (hij had astma), in mooie landschappen was hij niet geïnteresseerd (behalve wanneer ze zich in de stad of in zijn hoofd bevonden), en voor boompjes en beestjes had hij alleen aandacht wanneer hij ze van hun natuurlijkheid kon ontdoen met behulp van de taal.… > Lees verder
Lu Xun: schrijver langs de zijlijn
1
Schrijvers die met hun werk de wereld willen verbeteren hebben mij nooit echt kunnen boeien. Niet omdat ik tegen een betere wereld ben of omdat ik denk dat de wereld niet kán worden verbeterd (het zou bijvoorbeeld een grote sprong voorwaarts zijn als we het kwaad als iets menselijks zouden zien, in plaats van als iets onmenselijks), maar eenvoudigweg omdat kunst die louter als verpakking van een boodschap dient, na gebruik hooguit nog handig is voor in de kattenbak: het is wegwerpkunst, utilitaire rotzooi, hoe nobel de bedoelingen van de maker ook mogen zijn.
Voorbeelden te over. George Orwell, die met Animal Farm en Nineteen Eighty-Four het gevaar van het totalitaire communisme wil laten zien.… > Lees verder
De mythe van de neutrale blik
Volgend jaar wordt hij tachtig: Alain Robbe-Grillet, de man die het Franse literaire establishment een halve eeuw lang tergde met zijn eigenzinnige experimenten. De man ook die de mooiste pr-stunt van de recente Franse literatuurgeschiedenis bedacht: de Nouveau Roman, een vaandel dat een groepje volstrekt verschillende schrijvers (Claude Simon, Nathalie Sarraute, Marguerite Duras en nog een paar) in staat stelde hun eigen stijl verder te ontwikkelen onder de beschermende paraplu van de kleine uitgeverij Minuit.
Die man, die in 1994 zijn pseudo-autobiografische trilogie Romanesques voltooide en daarmee zijn oeuvre dacht te hebben afgerond, kwam dit jaar plotseling nog op de proppen met een nieuw boek, veelzeggend La Reprise geheten.… > Lees verder
Vrij en blij als een indiaan
Deze recensie had eigenlijk over een ander boek moeten gaan: La Reprise van Alain Robbe-Grillet of Étrangers dans la nuit van Marc Lambron. Maar nee, het heeft de dames en heren van de Académie Goncourt afgelopen maandag behaagd de belangrijkste Franse literaire prijs toe te kennen aan Rouge Brésil van Jean-Christophe Rufin. Bij de zesde stemmingsronde tijdens de traditionele lunch in het Parijse etablissement Drouant kreeg Rufin vijf stemmen, tegen vier voor Lambron en één voor Michel Houellebecq – wiens roman Plateforme allang niet meer tot de selectie behoorde. En daarmee was de winst voor Rouge Brésil een feit.
Net als de winnaar van vorig jaar, Jean-Jacques Schuhl, is Rufin een auteur uit de stal van Gallimard, de grootste Franse uitgeverij.… > Lees verder
Het gevecht om de kortstondige roem
Het zou een aardige quizvraag kunnen zijn: wat hebben de volgende schrijvers met elkaar gemeen, behalve dat ze in het Frans schreven of schrijven? André Gide, Louis-Ferdinand Céline, Jean-Paul Sartre, Albert Camus, Raymond Queneau, Boris Vian, Nathalie Sarraute, Samuel Beckett, Georges Perec, Claude Simon, Alain Robbe-Grillet, Philippe Sollers, Milan Kundera, Pierre Michon. Al die grootheden uit de Franse literatuur delen twee eigenschappen die hen onderscheiden van collega’s als John-Antoine Nau, Léon Frapié, Émile Moselle, Francis de Miomandre en Marius-Ary Leblond, namelijk: hun bekendheid en het feit dat ze nooit de Prix Goncourt hebben gewonnen, Frankrijks belangrijkste literaire prijs.
De conclusie ligt voor de hand: wie in Frankrijk eeuwige roem wil verwerven met zijn schrijfsels, doet er goed aan om af en toe eens een lid van de Académie Goncourt te schofferen.… > Lees verder
Moordwapen: een gebed
Het is zondagmiddag en u hebt niets te doen. De hond is al uitgelaten, u houdt niet van wielrennen op tv, de kinderen zijn bij vriendjes en uw partner bezoekt een zieke collega, dus u besluit dat de tijd rijp is voor een goed boek. U doceert Frans op een middelbare school en neemt u elk najaar voor de literaire actualiteit wat beter te volgen, en zoals elk najaar hebt u dan ook een behoorlijke stapel romans ingeslagen: Plateforme van Michel Houellebecq, L’Empire de la morale van Christophe Donner, La Voix d’alto van Richard Millet, Rouge Brésil van Jean Christophe Rufin en nog wat kleiner spul.… > Lees verder