web analytics

Een artistieke pionier: Vivant Denon verovert Egypte

Het regent in Frankrijk de laatste tijd boeken over Egypte. Aanleiding: het tweehonderdjarige jubileum van de Franse expeditie naar dat land onder leiding van de jonge generaal Napoléon Bonaparte. De ambitieuze legerleider begon in 1798 iets te populair te worden naar de smaak van de toenmalige revolutionaire regering, de Directoire, en met de missie Egypte te veroveren sloeg men twee vliegen in één klap: concurrent Engeland de wind uit de zeilen genomen, Bonaparte voorlopig uit de buurt.

Op 1 juli ging de 54000 man sterke troepenmacht bij Alexandrië aan wal, vergezeld van een legertje wetenschappers dat het land op encyclopedische wijze in kaart moest brengen.… > Lees verder

Benjamin Constant, Adolphe, fragment

Jaren geleden maakte ik een rondreis door Italië. Door een overstroming van de Neto werd ik opgehouden in een herberg in Cerenzia, een klein dorpje in Calabrië. Er bevond zich in die herberg een vreemdeling die er om dezelfde reden bleek te moeten verblijven. Hij was bijzonder zwijgzaam en leek terneergeslagen; hij gaf geen enkel teken van ongeduld. Soms beklaagde ik me bij hem, de enige met wie ik op die plaats kon praten, over de vertraging die onze reis ondervond. ‘Het is mij om het even of ik hier of ergens anders ben,’ antwoordde hij. Onze waard, die had gesproken met een Napolitaanse knecht die voor de vreemdeling werkte zonder zijn naam te kennen, vertelde me dat hij niet uit nieuwsgierigheid reisde, want hij bezocht geen ruïnes, geen mooie plekjes, geen monumenten en geen mensen.… > Lees verder

De bodemloze put in de dichter

De Franse Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot heeft vanaf het begin de wind niet mee gehad. Het project kreeg niet veel aandacht in de pers, en van de weinige kritieken bleven vooral de negatieve geluiden naklinken, zoals: de succesformule van de Russische Bibliotheek laat zich niet zomaar transplanteren naar een ander taalgebied, de geselecteerde titels zijn te onbekend, de vertalingen zijn niet goed – kortom, zet de reeks maar stop, meneer Van Oorschot.

Zo’n ambitieus project is natuurlijk een gemakkelijk doelwit. Inderdaad valt er best wat aan te merken op de keuze van bepaalde titels of de kwaliteit van sommige vertalingen, maar laten we vooral niet vergeten dat bij andere uitgeverijen vaak veel beroerdere Franse boeken verschijnen.… > Lees verder

Zappen door de tijd

In 1983 verscheen in Parijs een boekje van nauwelijks meer dan honderd bladzijden dat de Franse literaire wereld op haar kop zette. De badkamer, luidde de titel simpelweg, en de auteur was de 27-jarige Belg Jean-Philippe Toussaint. In de persoon van Jean Echenoz had de uitgever, Minuit, al een andere, gelijkgestemde jonge schrijver in het fonds, en spoedig volgden er meer: Éric Chevillard, Christian Oster en anderen, die samen al snel – hoe kon het ook anders – de ‘badkamergeneratie’ werden genoemd.

Toussaint bleef na zijn droomdebuut niet stilzitten. In 1986 verscheen Meneer, in 1989 Het fototoestel en twee jaar later De aarzeling.… > Lees verder

Achter de gebroken spiegel

De Franse achttiende eeuw doet het in Nederland niet slecht de laatste jaren. Sinds 1994 zijn er vertalingen verschenen van Casanova, Voltaire, Rousseau, Cazotte, Diderot, Saint-Simon en Belle van Zuylen, en er is nog meer op komst: Crébillon fils, Montesquieu, Vauvenargues, nog meer Diderot.

Eén naam ontbreekt nog in dat rijtje: Nicolas Restif (of Rétif) de la Bretonne, van wie vorig jaar de pornografische roman Anti-Justine verscheen in een vertaling van Martin Ros. Het is het vunzigste van het vunzigste, Sade in het kwadraat, en alleen al voor het evenwicht is het goed dat er nu een vertaling van een boek van Restif is verschenen dat een wat genuanceerder beeld van de schrijver geeft: Monsieur Nicolas, of de menselijke inborst ontmaskerd, deel één (er zullen er nog heel wat moeten volgen, want de Franse tekst beslaat twee dikke Pléiade-delen).… > Lees verder

Van pijnboom tot asfaltweg – gesprek met Luo Qing

door Silvia Marijnissen en Martin de Haan

Zowel in Taiwan als daarbuiten heeft u naam gemaakt als schilder, dichter en kalligraaf. Is er een reden waarom u op die drie terreinen actief bent? Hoe hangen zij met elkaar samen?

Als kind wilde ik schilder worden, maar mijn leraar zei dat ik om schilder te worden poëzie moest leren schrijven. En daarvoor moest ik weer kalligrafie leren… In het begin bekeek ik het dus heel praktisch: Chinese schilders houden van lege ruimtes om poëzie in te schrijven, omdat poëzie heel suggestief is en een belangrijke rol in de compositie van het geheel speelt.… > Lees verder