web analytics

Welluidende wartaal

Hoeveel schrijvers die begonnen als wereldbestormend avant-gardist eindigen als nationaal literair erflater? Het is het lot van de avant-garde: wat eens revolutionaire nieuwlichterij was, wordt mettertijd, al dan niet postuum, bijgezet bij de klassieken – of domweg vergeten.

Maar revolutionaire nieuwlichters krijgen soms een tweede leven in vertaling, en keren dan vaak, ironisch genoeg, terug naar de marge vanwaar ze ooit vertrokken. Nog ironischer is dat wat in een andere taal en tijd van hun teksten resteert, iets heel anders is dan wat hun eens voor ogen moet hebben gestaan: een bevrijde taal, waarin het woord een daad is, een taal waarin je de polsslag van het heden hoort.… > Lees verder

Waterfietsen is niet maoïstisch

‘De nieuwe weldenkenden, de maniakken van “spijt en berouw” – slijmjurken zijn het, die God hebben verjaagd maar wel verslaafd zijn geraakt aan het meest dubieuze deel van het christendom, het knielen, de zelfkastijding, mopper je terwijl je voor de tweede keer de rivier over vliegt.’

Aan de hypocrisie van de nieuwe weldenkenden heeft hij geen boodschap, Martin, de verteller van Olivier Rolins nieuwe roman Tigre en papier. Door een verleden van zelfkastijding is hij daar immuun voor geworden: dertig jaar terug behoorde hij tot de steile voorhoede die de revolutie der arbeidersmassa’s voorbereidde, met het Grote Gelijk van de Geschiedenis, belichaamd door Mao Zedong, aan zijn zijde.… > Lees verder

Milan Kundera, Onwetendheid, fragment

Milan Kundera, Onwetendheid Jonás Hallgrímsson was een groot romantisch dichter en tevens een groot voorvechter van de onafhankelijkheid van IJsland. Alle kleine naties van Europa kenden in de negentiende eeuw die romantische en patriottische dichters: Petőfi in Hongarije, Mickiewicz in Polen, Prešeren in Slovenië, Mácha in Bohemen, Sjevtsjenko in Oekraïne, Wergeland in Noorwegen, Lönnrot in Finland en ga zo maar door. IJsland was destijds een kolonie van Denemarken en Hallgrímsson woonde gedurende zijn laatste levensjaren in de hoofdstad. Alle grote romantische dichters waren behalve grote patriotten ook grote drinkers. Op een dag viel Hallgrímsson stomdronken van een trap, brak zijn been, kreeg een infectie, stierf en werd begraven op het kerkhof van Kopenhagen.… > Lees verder

Intieme Titanics

Toen Olivier Rolin begin jaren ’80 voor het eerst van zich deed spreken als romanschrijver, had hij al een bewogen carrière als revolutiemaker achter zich. In de nadagen van mei ’68 was hij een van de kopstukken van de Gauche prolétarienne, een marxistisch-leninistisch-maoïstische splinter, waaraan good old Sartre zijn intellectuele krediet had geschonken door in 1970 de redactie van het partijblad La Cause du peuple op zich te nemen. Rolin gold als maarschalk van de gewapende tak van de beweging. Niet voor lang: in 1972 hief de Gauche prolétarienne zichzelf op, een in de politiek zelden vertoonde collectieve harakiri.

Van revolutiemaker naar romanschrijver is een minder grote stap dan het lijkt, tenminste bij een romanschrijver van het type Rolin.… > Lees verder

Marcel Proust, ‘Het innerlijke boek’

[Dit fragment uit Le Temps retrouvé, het laatste deel van À la recherche du temps perdu, bevat Marcels bespiegelingen over het realisme. De aanleiding voor deze kenmerkende monologue intérieur is het weerzien, na jaren, van de rode kaft van François le Champi, een streekroman van George Sand waaruit zijn moeder hem ooit heeft voorgelezen, zoals beschreven in het eerste deel.]

Voor het lezen van het innerlijke boek met de onbekende tekens (tekens in reliëf, leek het wel, waar mijn aandacht in de duistere regionen van mijn onbewuste naar speurde, op stootte en omheen gleed als een duiker die de bodem afzoekt), kon niemand me enige aanwijzing geven, het was een scheppingsdaad waarbij geen mens ons vervangen of zelfs maar helpen kan.… > Lees verder

‘Je t’aime, t’aime, t’aime’

‘Je hebt geen idee wat een doping je brieven voor mij zijn’, schrijft Marcel Cerdan, wereldkampioen middengewicht, op 29 mei 1949 aan Édith Piaf, wereldberoemd chansonnière. Cerdan traint in de Verenigde Staten voor het titelgevecht tegen uitdager Jack La Motta. Dagelijks ontvangt hij uit Parijs vurige brieven van de grande dame die sinds anderhalf jaar zijn geliefde is. Ook hij doet zijn best om zijn gevoelens te verwoorden. ‘Er is maar één ÉDITH PIAF, en ik arme bullebak van een bokser heb het geluk door haar bemind te worden. Dat is een wonder, ik leef in een droom. […] Je t’aime, t’aime, t’aime, oui je t’aime.’… > Lees verder