web analytics

‘Je t’aime, t’aime, t’aime’

‘Je hebt geen idee wat een doping je brieven voor mij zijn’, schrijft Marcel Cerdan, wereldkampioen middengewicht, op 29 mei 1949 aan Édith Piaf, wereldberoemd chansonnière. Cerdan traint in de Verenigde Staten voor het titelgevecht tegen uitdager Jack La Motta. Dagelijks ontvangt hij uit Parijs vurige brieven van de grande dame die sinds anderhalf jaar zijn geliefde is. Ook hij doet zijn best om zijn gevoelens te verwoorden. ‘Er is maar één ÉDITH PIAF, en ik arme bullebak van een bokser heb het geluk door haar bemind te worden. Dat is een wonder, ik leef in een droom. […] Je t’aime, t’aime, t’aime, oui je t’aime.’… > Lees verder

De nabijheid van het ongewisse

Ik lees een zin en streep hem aan. Hij luidt: ‘Alle dingen zijn onbestendig en het ongewisse nabij.’ Zo zou je hem althans kunnen vertalen, want ik lees hem in het Frans, in het eerste deel van een drieluik van middeleeuwse taferelen dat de titel Abbés draagt. Auteur: Pierre Michon, de geweldenaar van Roemloze levens, die voor het eerst sinds jaren weer iets heeft geschreven. Samen met zeer uiteenlopend werk van drie fotografen is Abbés uitgegeven in een obscure maar mooi verzorgde publicatie van de Franse regio Pays de la Loire, de gelegenheidsmecenas van de vier kunstenaars. Onvindbaar dus, voor wie niet van het bestaan weet.… > Lees verder

Tovertaal 1: Laten we de dingen beter maken

Over de (on)mogelijkheid van een vertaalmachine is veel gezegd en geschreven. Zelf heb ik altijd tot de sceptici behoord. Ik herinner me nog heel goed hoe Philipstopman Cor Boonstra in een interview verklaarde dat we binnen enkele jaren een apparaat konden verwachten dat zelfstandig teksten in keurig Nederlands zou kunnen vertalen. Dat moet in 1996 of 1997 zijn geweest, en ik versnipperde de krant waarin die blaaskaak zijn beweringen deed met een schampere schaterlach in de kattenbak. ‘Philip, stop, man!’ riep ik nog. Inmiddels zijn we enkele jaren verder, en wat blijkt? Boonstra had gelijk, hij was geen blaaskaak maar een nuchtere frontrunner die met voorkennis van zaken sprak.… > Lees verder

Lof der gekunsteldheid: de masochistische poëtica van Raymond Queneau

Raymond Queneau en de natuur: je zou er een proefschrift over kunnen schrijven. De werkhypothese daarvan zou ongetwijfeld luiden dat Raymond Queneau niet weg was van de natuur, en de kans dat die hypothese in de loop van het onderzoek zou sneuvelen, mag bijzonder klein worden geacht. Raymond Queneau háátte de natuur. Van grassprietjes en bloempjes kreeg hij het benauwd (hij had astma), in mooie landschappen was hij niet geïnteresseerd (behalve wanneer ze zich in de stad of in zijn hoofd bevonden), en voor boompjes en beestjes had hij alleen aandacht wanneer hij ze van hun natuurlijkheid kon ontdoen met behulp van de taal.… > Lees verder

In Marokko ga je niet dood

Zomaar een Frans zinnetje: ‘On ne meurt pas au Maroc.’ Het klinkt haast als een levenswijsheid, of als een gedragsregel: in Marokko ga je niet dood. In Marokko hóór je niet dood te gaan.

Dat korte, onopvallende zinnetje is het mooiste en meest beladen zinnetje van La Petite Bijou, de nieuwe roman van Patrick Modiano. Een nieuwe roman die tegelijk ook een oude roman is, want Modiano schrijft keer op keer hetzelfde boek, of liever gezegd, wat niet helemaal hetzelfde is, een nieuw hoofdstuk van hetzelfde boek, dat inmiddels is uitgedijd tot bijna dertig delen.

In Marokko ga je niet dood.… > Lees verder

American Psycho meets Don Quichot

Zelfbescherming of mystificatie, dat zijn meestal de motieven voor het aannemen van een valse schrijversidentiteit.

Beide motieven worden fraai geillustreerd door het geval-Paul Smaïl (1970), een Franse schrijver van Marokkaanse afkomst, van wie in 1997 het autobiografische Vivre me tue verscheen. Deze briljant geschreven roman was een heus phénomène de librairie, Frans eufemisme voor een kaskraker. Al meteen bij het verschijnen spraken critici het vermoeden uit dat de naam Smaïl een masker was en dat zich achter die deknaam een gelouterde, allerminst allochtone schrijver schuilhield. Maar als er al sprake was van een vermomming, dan mocht die zeker geslaagd heten.… > Lees verder