web analytics

Honderd jaar ongelezen: Stéphane Mallarmé

Vraag een redelijk belezen Fransman of hij weleens iets van Mallarmé leest, en het antwoord luidt vrijwel zeker: ‘Nee.’ Vraag dezelfde Fransman of hij weet wat voor soort literatuur Mallarmé schrijft, en de kans is groot dat hij begint over onleesbaarheid, uiterste perfectie van de vorm, extreme luciditeit, de gapende afgrond van de witte bladzijde, het Ideaal, het Niets, het Absolute, de droom van het Boek.

Stéphane Mallarmé is een van degenen, net als bijvoorbeeld Marcel Proust en Franz Kafka, wier werk zo algemeen bekend is dat niemand het meer nodig acht het te lezen. En als het dan toch gelezen wordt, gebeurt dat steevast vanuit het vooropgezette beeld dat men ervan heeft; dus lezen of niet lezen komt ongeveer op hetzelfde neer.… > Lees verder

Nawoord bij Benjamin Constant, Adolphe

[Dit nawoord is geschreven voor een schooleditie, volgens het vaste (en dubieuze) stramien ‘leven en werk’.]

Toen Henri-Benjamin Constant de Rebecque op 8 december 1830 stierf, kreeg hij een staatsbegrafenis – een hele eer voor een schrijver die welgeteld één roman heeft geschreven, die hij zelf bovendien als niet meer dan een aardig tussendoortje beschouwde. Stonden schrijvers in de eerste helft van de negentiende eeuw dan in zulk hoog aanzien? Om eerlijk te zijn: nee, niet meer dan tegenwoordig. Want de naam Benjamin Constant mag rond het jaar 2000 dan wel vrijwel uitsluitend de associatie wekken met die ene roman, Adolphe, voor zijn tijdgenoten deed zijn naam vooral een politiek belletje rinkelen.… > Lees verder

Annie Ernaux, De schaamte (fragment)

Mijn vader heeft mijn moeder willen vermoorden, op een zondag in juni, aan het begin van de middag. Zoals gewoonlijk was ik naar de mis van kwart voor twaalf gegaan. Daarna moest ik gebakjes halen bij de banketbakker in de winkelpassage, een verzameling noodgebouwen opgetrokken na de oorlog in afwachting van de voltooiing van de wederopbouw. Thuis trok ik mijn zondagse kleren uit en deed een makkelijk wasbare jurk aan. Toen de laatste klanten waren vertrokken en de luiken voor de etalage van de kruidenierswinkel waren vastgezet, gingen we aan tafel, waarschijnlijk met de radio aan, want op dat uur van de dag had je een komisch programma, Le tribunal, met Yves Deniaud in de rol van schlemiel die door een rechter met beverige stem voortdurend van idiote overtredingen beschuldigd en tot bespottelijke straffen veroordeeld wordt.… > Lees verder

Benjamin Constant, Adolphe, fragment

Jaren geleden maakte ik een rondreis door Italië. Door een overstroming van de Neto werd ik opgehouden in een herberg in Cerenzia, een klein dorpje in Calabrië. Er bevond zich in die herberg een vreemdeling die er om dezelfde reden bleek te moeten verblijven. Hij was bijzonder zwijgzaam en leek terneergeslagen; hij gaf geen enkel teken van ongeduld. Soms beklaagde ik me bij hem, de enige met wie ik op die plaats kon praten, over de vertraging die onze reis ondervond. ‘Het is mij om het even of ik hier of ergens anders ben,’ antwoordde hij. Onze waard, die had gesproken met een Napolitaanse knecht die voor de vreemdeling werkte zonder zijn naam te kennen, vertelde me dat hij niet uit nieuwsgierigheid reisde, want hij bezocht geen ruïnes, geen mooie plekjes, geen monumenten en geen mensen.… > Lees verder

Bruno Latour, ‘De Berlijnse sleutel’, fragment

Latour.Berlijnse sleutel(…) Kortgeleden ontmoette ik in het Institut Pasteur een onderzoeker die me de hand schudde en zich aan me voorstelde met de woorden: ‘Hallo, ik ben de coördinator van biergistchromosoom nummer II.’ Laten we deze paradoxale zin niet meteen van tafel vegen. Laten we niet al direct het zich ‘ik’ noemende enkelvoudige individu, de Europese organisatie die Europese molecuulbiologen samenbrengt en, tot slot, de weldra bekende DNA-formule van het Saccharoymyces cerevisiae-molecuul uit elkaar trekken. Dat kan altijd later nog, als de soep is afgekoeld, als het onderzoek is afgerond. Voorlopig druk ik met warmte de hand van de fraaie hybride individu-organisatie-DNAformule.… > Lees verder

Arisch paradijs. De spraakverwarring van de Franse intelligentsia

De anders zo praatgrage Franse intellectuelen zijn de laatste jaren opmerkelijk stil. Van een breed front tegen extreemrechts is bijvoorbeeld nauwelijks sprake. Van die luwte maakt het gestudeerde deel van Le Pens aanhang handig gebruik. Tot ergernis van Maurice Olender, die onlangs fel van leer trok tegen Le Pens ‘wetenschappelijke mythen’. Onderwijl vraagt schrijver Jacques Roubaud zich openlijk af of Le Pen wel een echte Fransman is.

‘Het probleem is niet de stilte van linkse intellectuelen tegenover extreemrechts, maar hun verblinding. Ze willen het niet zien. Extreemrechtse standpunten zijn op dit moment al even eerzaam als alle andere. Dat heeft natuurlijk te maken met de algehele depolitisering: we laten de politici ‘hun werk doen’, werk waar we niets meer van begrijpen.… > Lees verder