web analytics

Munster, Charles

Salzburgse schilder (omstreeks 1800) uit de romantische school. Over zijn werk is niets bekend, behalve dat hij graag in de natuur schilderde en een voorkeur had voor ruïnes en pittoreske plekjes. Charles Munster is tegenwoordig voornamelijk van belang vanwege het dagboek dat hij heeft nagelaten, waarin hij uitlegt waarom hij het schilderen reeds op jonge leeftijd opgaf. Na een al dan niet vrijwillige ballingschap van enkele jaren – over de redenen daarvan laat Munster zich niet uit – ontdekte hij bij zijn terugkeer naar het aartshertogdom Salzburg dat zijn geliefde Eulalie, die hem eeuwige trouw had gezworen, inmiddels getrouwd was met een zekere Spronck.… > Lees verder

Lundgren, Julia

Zweeds schilderes, actief omstreeks 1900. Julia Lundgren maakte aan het begin van haar carrière deel uit van de groep impressionistische Scandinavische schilders rond Carl Larsson en Søren Krøyer. Later werd ze een leerlinge van Claude Monet.

Hoewel Lundgren vroeg met schilderen stopte, was haar loopbaan kenmerkend voor de ontwikkelingen in de schilderkunst rond de vorige eeuwwisseling. Centraal in haar creatieve zoektocht, die uitgebreid is geboekstaafd door haar minnaar Ulrik Tercier in zijn autobiografie Sundborn ou les jours de lumière, stond de vraag naar het verband tussen kunst en leven. Aanvankelijk neigde ze ertoe, hoewel met de nodige reserves, dat verband evenals Larsson en Krøyer als organisch te beschouwen: de kunst staat niet tegenover het leven maar vormt er een onderdeel van, ze moet niet proberen zich van dat leven los te koppelen maar juist de onverbrekelijke band ermee benadrukken.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘De wereld als markt en strijd’, fragment

‘Plotseling kon het me niets meer schelen dat ik niet modern was.’
– Roland Barthes

Zaterdagochtend vroeg vind ik op het stationsplein een taxi die me wel naar Les Sables-d’Olonne wil brengen. Bij het verlaten van de stad rijden we door een reeks nevelbanken, en na het laatste kruispunt duiken we in een ondoordringbaar, volmaakt mistmeer. De weg en het landschap zijn volledig ondergedompeld. Er valt niets te onderscheiden, behalve van tijd tot tijd een enkele boom of koe die een moment lang wazig uit de leegte opdoemt. Het is erg mooi. Wanneer we bij de zee aankomen klaart de lucht abrupt, in één klap op.… > Lees verder

Hoe vraag je om opslag?

In Middelburg verschijnt bij de Stichting Kunstuitleen Zeeland al jarenlang de Slibreeks, een serie van mooie kleine boekjes op envelopformaat, die altijd weer verrassingen in petto heeft. Zo was het voorlaatste nummer bijvoorbeeld een losbladige uitgave van het verhaal ‘Een muur met grillige patronen’ van de Chinese avant-gardist Ma Yuan. De lezer kan als het ware zelf zijn eigen verhaal samenstellen door de volgorde van de hoofdstukjes te veranderen, een idee dat zo uit de koker van de Franse literaire groep Oulipo had kunnen komen (‘Ouvroir de Litterature Potentielle’, zoiets als ‘Werkplaats voor Mogelijke Literatuur’).

Een van de belangrijkste leden van diezelfde Oulipo was Georges Perec, en van hem is toevallig het nieuwste Slib-deeltje afkomstig: het hoorspel Opslag uit 1970.… > Lees verder

Slalommen tussen de registers

Pagina 207: ‘[…] Uiteindelijk zocht ik mijn heil bij Baudelaire. Angst, dood, schaamte, dronkenschap, nostalgie, de verloren kindertijd… enkel onaantastbare onderwerpen, oerdegelijke thema’s. Het was toch wel bizar. De lente, de hitte, al die opwindende grietjes, en ik die daar las:

Gedraag je, o mijn Smart, probeer je in te tomen.
Je riep de Duisternis; zij daalt neer; zij is daar:
Een zwarte nacht heeft van de stad bezit genomen,
Die sommigen tot rust brengt, anderen bezwaart.

Terwijl in slaafs vertier de vuige mensenstromen
Gegeseld door ’t Genot, die wrede folteraar,
Met spijt in het verschiet luidruchtig samenkomen,
Reik mij de hand, mijn Smart; kom hierheen, ver vandaar…’

Bij de chute van het sonnet wordt het citaat afgebroken.… > Lees verder

De vlucht uit de persoonlijkheid

Er zijn van die schrijvers die je altijd blijven intrigeren, niet zozeer omdat ze je verbluffen met hun virtuositeit of hun diepzinnigheid, maar vooral omdat je voortdurend het gevoel hebt dat je er net niet bij kunt, dat je iets gemist hebt, kortom: dat je eigenlijk weer van voren af aan zou moeten beginnen met lezen. Een van die zeldzame figuren is voor mij de Fransman Raymond Queneau (1903-1976). Zijn romans zijn weleens vergeleken met een ui die je kunt blijven afpellen zonder ooit op de kern te stuiten, en inderdaad hebben ze veel weg van de paradoxale kringlopen op de tekeningen van Escher: je komt steeds verder (hoger, dieper), maar uiteindelijk blijk je gewoon een rondje te hebben gemaakt.… > Lees verder