Aan ons ramsjwinkeltje is zojuist een prachtige titel toegevoegd: Publieke vijanden, de door ons beiden vertaalde briefwisseling tussen Michel Houellebecq en Bernard-Henri Lévy. Een karrenvracht aan intellectueel vuurwerk voor slechts € 10,00!… > Lees verder
Gordiaanse knoop
Als Marcel Proust ergens om bekendstaat, is het wel om zijn lange, meanderende zinnen. Het vertalen van dat soort zinnen is vaak geen sinecure, met name om twee redenen:
- Het Nederlands maakt zeer spaarzaam gebruik van tegenwoordige deelwoorden, terwijl het Frans er (net als het Engels) in grossiert. Deelwoordconstructies zijn in het Frans een ideale manier om extra informatie in de zin te hangen zonder dat hij kapseist: de hoofdzin blijft helder, en het logische of temporele verband kan impliciet worden gelaten. In het Nederlands is dat vrijwel onmogelijk, dus de vertaler moet voortdurend zoeken naar creatieve oplossingen.
- In het Frans staat de persoonsvorm in principe vooraan in de zin, in het Nederlands vaak verder naar achteren.
Roland Barthes, ‘Cy Twombly of “Non multa sed multum”‘ (fragmenten)
De kunst van Twombly bestaat erin de dingen te tonen: niet de dingen die hij afbeeldt (dat is een ander probleem), maar de dingen die hij verwerkt: dat beetje potlood, dat ruitjespapier, die spikkel roze, die bruine vlek. Het geheim van zijn kunst is, algemeen gesteld, dat hij de substantie (houtskool, inkt, olieverf) niet uitspreidt, maar dat hij die laat slepen. Om het potlood uit te drukken zou je kunnen denken dat je er druk op moet uitoefenen, de verschijningsvorm ervan sterker moet maken, intens, zwart en dik. Twombly denkt het tegenovergestelde; juist door minder druk uit te oefenen op de materie, door die haast nonchalant te laten neerstrijken zodat de korrel ervan zich wat verspreidt, kan de materie haar essentie tonen, ons zekerheid verschaffen over haar naam: het is potlood.… > Lees verder
Imagine No Fiction
Soms blijkt verbeelding de kortste weg naar de werkelijkheid. Is dat niet de kunst? Even better than the real thing?
Op woensdag 8 februari gaan onder de titel ‘Imagine No Fiction’ in de Vooruit in Gent moderatoren Tom Van Imschoot & Isolde Vanhee in gesprek over de werkelijkheid van de verbeelding, met kunstschilder David Claerbout, cineast Gust Van den Berghe (‘En Waar de Sterre Bleef Stille Staan’ en ‘Blue Bird’), kunstenares Wendy Morris en essayist/vertaler Rokus Hofstede. Zie ook hier.
In Rekto:Verso neemt Van Imschoot een voorschot op de discussie met een prikkelend stuk over collectieve fascinatie, waarin hij onder meer ingaat op de fascinatie die Pierre Michon weet te suggereren voor het wereldberoemde schilderij De Elf.… > Lees verder
De bel en de klepel
Voor Hof en Haan staat het jaar 2012 in het teken van Marcel Proust, van wie we Du côté de chez Swann vertalen voor de Perpetuareeks van Athenaeum-Polak & Van Gennep. Het is een tamelijk gewaagde onderneming, want er bestaan al twee andere vertalingen van dit deel van de Recherche, waarvan de recentste (door Thérèse Cornips) nog maar kort geleden is verschenen, in 2009. Over de redenen van onze hervertaling hebben we ons elders al uitgelaten. Op dit blog zullen we vanaf nu regelmatig schrijven over het concrete vertaalproces – waarbij ook de bestaande vertalingen (inclusief de twee Engelse en drie Duitse) uiteraard ter sprake zullen komen.… > Lees verder
Hij zei dat hij het deed
In de laatste aflevering van dit reeksje rond Michons De Elf gaat het over de nacht van 15 nivôse in het jaar II, oftewel over 5 januari 1794, omstreeks het driekoningenfeest. Schilder Corentin wordt in het holst van die vriesnacht door drie sansculotten ontboden in de voormalige Saint-Nicolas-des-Champskerk, herdoopt tot Nicolas-kerk, want de revolutie heeft alle heiligen beroofd van hun titel.
… > Lees verderZe waren er. Ze klommen het lage bordes al op.
De deuren stonden wijd open.
In het portaal moesten ze uitwijken voor de klokken, de wanstaltige rammelaars van de hemelse Vader, die al waren neergehaald maar nog niet naar de smelterij gevoerd, die zwegen.