Telkens als de metro weer bovengronds kwam had Max zich ook kunnen interesseren voor de viaducten waarover ze reden, lieve, goeie, mooie viaducten, lieve, ouwe, intelligente, waardige staalbouw, maar nee: nu zijn achtervolgingsplan zienderogen ineenschrompelde en even snel verlepte als een klaproos, stapte hij op station Nationale uit. Daarna had hij niets meer te doen, en dus ging hij lopen, geen fantasievolle wandeling, nog steeds volgens de route van lijn 6 maar nu in de openlucht, met grote stappen door de primitieve, barbaarse, verwaarloosde strook die als een onverharde weg onder die viaducten loopt. Daar vind je soms markten, tweedehandszaakjes en allerlei stalletjes, basketbalveldjes, maar het is vooral een min of meer anarchistische parkeerplaats: een kille, smalle baan, een niemandsland dat je, onder het stekelige staalgeluid van de metrostellen, nooit zonder een vaag gevoel van angst betreedt.… > Lees verder
Jean Echenoz, Bodembestemming, fragment
Omdat alles verbrand was – moeder, meubilair en foto’s van moeder – hadden Fabre en zoon Paul direct een hele rompslomp: al die as en die rouw, verhuizen, de meubelboulevards af voor een nieuwe start. Te snel vond Fabre iets minder ruims, twee multifunctionele kamers onder een gemetselde fabrieksschoorsteen waarvan de slagschaduw de tijd aangaf, en niet zo ver van de Quai de Valmy, wat praktisch was.
’s Avonds na het eten vertelde Fabre Paul over zijn moeder, Paul z’n moeder, soms al onder het eten. Omdat ze geen afbeelding van Sylvie Fabre meer hadden sloofde hij zich uit om haar steeds preciezer te beschrijven: hele hologrammen verrezen midden in de keuken, maar bij de minste onnauwkeurigheid liepen ze leeg.… > Lees verder
Een hele dood voor de boeg
Wat is er aan de hand met Jean Echenoz?
Voor wie het nog niet wist: we hebben het over een van de grootste Franse schrijvers van dit moment, en niet alleen een van de grootste maar ook een van de grappigste – een combinatie die ook in Frankrijk niet vanzelfsprekend is. Jean Echenoz schrijft mild-ironische, quasi nonchalante romans die ondanks of dankzij de afwezigheid van grote woorden de kern raken van wat met een van die grote woorden het ‘menselijk tekort’ heet. Om precies te zijn het tekort van de moderne westerse mens, dat voor de (merendeels mannelijke) personages vaak de gedaante aanneemt van een grote, onbereikbare blondine: bij Echenoz is Doris Day nooit ver weg, maar altijd te ver.… > Lees verder
Mouezy-Eon
Aquarellist, beeldhouwer en spion (Frankrijk; actief aan het einde van de 20ste eeuw). Gezien die laatste activiteit lijkt het aannemelijk dat Mouezy-Eon een pseudoniem is, wellicht ontleend aan de roman Pierrot mon ami van Raymond Queneau, waarin de fictieve plaatsnaam Saint-Mouézy-sur-Eon voorkomt. Door zijn spionage-activiteiten heeft Mouezy-Eon weinig geëxposeerd. Niettemin ontwikkelde hij een zeer eigen stijl, die zich vooral kenmerkt door een grote aandacht voor beweging. Veel van zijn kunstwerken kunnen worden beschouwd als representaties in real time van een voortdurend fluctuerende werkelijkheid. Mouezy-Eon legde die werkelijkheid niet vast voor de eeuwigheid. Integendeel, in overeenstemming met de kunsttheorie van de 18de-eeuwse filosoof Denis Diderot (zie met name diens Lettre sur les sourds et muets à l’usage de ceux qui parlent et qui entendent, 1751) probeerde hij een tableau mouvant te scheppen dat als een actief analogon van de omgeving fungeerde.… > Lees verder
De lach van de leegte
Een roman die zich afspeelt in de schaarse ruimte tussen twee vrijwel identieke zinnetjes. Dat is Je m’en vais, het boek waarmee Jean Echenoz vorige week zeer terecht de prestigieuze Prix Goncourt won. Twee vrijwel identieke zinnetjes, de begin- en de slotzin: ‘Je m’en vais’ (ik ga bij je weg, Suzanne) en ‘je m’en vais’ (ik drink één glaasje mee, dan ga ik weer). Na 250 bladzijden zijn we nog altijd ongeveer even ver. Nee, in de romans van Jean Echenoz wil het allemaal niet zo vlotten.
Toch kun je bepaald niet zeggen dat er in die romans geen voet wordt verzet.… > Lees verder
De eeuwige stilte van de eindeloze ruimten
Afgelopen woensdagmiddag ging er een grote schok door het Franse boekenwereldje: de Prix Goncourt, waarvan de winnaar normaliter in de tweede week van november wordt bekendgemaakt, werd zes dagen eerder dan voorzien toegekend aan Jean Echenoz, die met zijn achtste roman Je m’en vais al tot de topfavorieten werd gerekend. De jury rechtvaardigt de vervroegde bekendmaking door erop te wijzen dat de Goncourt, de oudste en meest prestigieuze literaire prijs in Frankrijk, sinds enkele jaren de laatste grote prijs is die in november wordt toegekend, wat de keuze van de winnaar aanzienlijk beperkt, omdat de Goncourt-jury niet een reeds met een andere prijs bekroond boek wil lauweren.… > Lees verder