1. Tokio, een chique hotel, twee westerlingen, man en vrouw. Sofia Coppola’s veelgeprezen Lost in Translation bevat dezelfde ingrediënten als Jean-Philippe Toussaints veelgeprezen Faire l’amour. Niet alleen qua setting, ook qua thematiek zijn de overeenkomsten tussen de film en de roman opvallend: de gestileerde eenzaamheid van geliefden die gedoemd zijn elkaar mis te lopen, hun spel van aantrekken en afstoten, hun slapeloze omzwervingen langs oorden van publiek vermaak. In sommige scènes lijkt haast sprake te zijn van wederzijds plagiaat: een ontvangstcomité van strak in het pak gehesen Japanners die één voor één met een lichte buiging hun visitekaartje aanbieden; een nachtelijke fax van het thuisfront (tijdsverschil, jetlag); een nachtelijke zwempartij op de bovenste verdieping van het hotel; en in beide, film en roman, overweldigende lichteffecten.… > Lees verder
Was het Leonardo?
Vertalingen. De consumptieve lezer kijkt er dwars doorheen, de literatuursnob leest ze met stellige tegenzin, de recensent (voorzover hij niet in de eerste twee categorieën valt) vindt ze ‘soepel’, ‘vlot’ of ‘houterig’. Over één ding zijn al die mensen het wel eens: vertalingen tellen niet mee. Waarbij ze er gemakshalve maar even aan voorbijgaan dat het beeld dat ze van een buitenlandse auteur hebben, meestal volledig op diezelfde vertalingen gebaseerd is. Arnon Grunberg die Marcel Proust verwijt dat hij niet kan schrijven, is maar één schrijnend voorbeeld.
In de Franse Bibliotheek, de prachtige commerciële flop van Van Oorschot, is nu een vertaling verschenen van een boek dat in het Frans grote indruk op mij had gemaakt: La Demande van Michèle Desbordes.… > Lees verder