web analytics

Tirade 7: Het broeden

Het moet voor de Tirade-redactie geen geringe klus zijn geweest om de schriftelijke reacties van vierentwintig vertalers op tweeëndertig vragen te componeren tot een doorlopende tekst. Uiteraard hebben niet alle antwoorden het gehaald tot de gedrukte versie van het tijdschrift of tot het supplement op deze website (hier en hier, voor wie het is ontgaan).

Vandaar, exclusief voor de lezers van deze blog (of is het dit blog?), mijn apocriefe antwoord op de vraag: Op welk woord of op welke zin heeft u het langst moeten broeden?

De zinnen waar je het langs op broedt zijn niet noodzakelijkerwijs de moeilijkste, langste, ingewikkeldste.… > Lees verder

Translatio! Tirades vertalersquestionnaire

Welk boek heeft u nooit aan een uitgever kunnen slijten?

In april 2004 leest Pierre Michon in Brussel enkele teksten voor. Michaux? Michon. U kent hem niet? Geen wonder, hij is al jaren een van de best bewaarde geheimen van de Franse letteren. Ongeëvenaard zijn de evocatieve kracht en stilistische rijkdom van zijn flamboyante en tegelijk laconieke proza. Dat is althans mijn onbescheiden mening, maar ik ben dan ook zijn vertaler, zijn ambassadeur in de lage landen.

De ontmoeting vindt plaats in de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis, aan de Grote Markt, ter gelegenheid van de tweejaarlijke literaire manifestatie ‘Het Groot Beschrijf’.… > Lees verder

Pierre Michon, ‘Koningslichamen’ (fragment)

‘Bidden is niet iets wat ik vaak heb gedaan. Begin september 2001 lag mijn moeder op sterven in het ziekenhuis van het stadje G., mijn moeder die in haar volwassen leven mijn vader en mijn moeder had proberen te zijn, die op hoge leeftijd mijn dochter had kunnen zijn. Het raam gaf uitzicht op enorme bomen, een bladerwal. Elke dag van die nazomer was mooi, de zon speelde in eindeloze variaties op die groene muur, voor het oog van een stervende vrouw die van bomen had gehouden. Ik bezocht haar elke dag, maar toen ik op 7 september aankwam zag ik dat het zover was (mijn geest zag het, mijn hart kon niet volgen): ze reutelde, ze zou niet meer spreken, ze was overgegaan tot de toestand van de dolende ziel die de Tibetanen het bardo noemen.… > Lees verder

La beauté difficile – quelques problèmes de lecture dans Vies minuscules

Rokus Hofstede: – Je veux vous dire d’abord que ça va être une intervention largement improvisée. Si j’ai été annoncé dans la catégorie des universitaires, c’est parce qu’il n’y avait pas de catégorie spéciale pour les traducteurs ; j’ai fait dans un lointain passé des études de sociologie mais pour ce qui est de la traduction, je suis un parfait dilettante. Je ne suis donc pas habitué à avoir un micro à la main et à parler devant des salles pleines comme celle-ci. Comme je ne me propose pas de faire un discours magistral sur la littérature en général et celle de Pierre Michon en particulier, mais plutôt de vous faire partager quelques expériences de traduction, je vais consacrer le gros de mon temps à vous donner des exemples concrets de problèmes d’interprétation et de compréhension que j’ai pu rencontrer en traduisant Vies minuscules en néerlandais.… > Lees verder

Pierre Michon, De roman ontdaan van zijn rompslomp (interview)

Pierre Michon, er wordt van u gezegd dat u een writer’s writer bent, dat u wordt erkend door uw gelijken. Uit commentaren, proefschriften en interviews, uit discussies en colloquia blijkt een zekere nieuwsgierigheid naar de schrijversfiguur die u met Vies minuscules hebt geconstrueerd. Men is geïntrigeerd door het mysterie dat ontstaat door de heel bijzondere densiteit van uw proza, door de manier waarop de taal bij u naar een climax neigt. Hoe ervaart u die vragen omtrent uw positie en persoon?

Dat verhaal over erkenning heeft niets te betekenen. Ik denk vaak aan de manier waarop Apollinaire en Jarry elkaar hebben ontmoet.… > Lees verder

Schwung en snobisme

Zijn Pierre Michons Vies minuscules uit 1984 verre nakomelingen van Marcel Schwobs Vies imaginaires uit 1896? De link is gauw gelegd, al was het maar doordat de verwantschap in de titels al wordt gesuggereerd, en op het eerste gezicht is de associatie ook niet onterecht. Zomin Schwob als Michon schrijft heiligenlevens of hagiografieën, beiden willen het hebben het over ‘de unieke levens van willekeurige mensen, of dat nu goddelijke, middelmatige of misdadige mensen zijn’, zoals het heet in de slotzin van Schwobs voorwoord. Het dierlijke bestaan van cynicus Crates, bij Schwob, of de liederlijke ondergang van landarbeider Fiéfié, bij Michon, bewijzen genoegzaam dat voor beiden ook het meest eerloze mensenleven romanesk kan zijn.… > Lees verder