web analytics

Simon Johannin, ‘Courage’

En ces temps troubles, nous avons demandé à des autrices et auteurs que nous admirons ce que la notion de courage leur inspirait. Souvenir, micro-histoire, anecdote ou réflexion plus métaphysique : ils sont nombreux à nous avoir répondu. Un feuilleton à suivre dans les prochaines semaines.

Le courage est une forme d’innocence.

Il y a la foi, et il y a le courage. La bravoure et l’imprudence.

Je n’ai jamais été quelqu’un de très courageux. Lorsque je suis l’objet d’un danger, mon corps tremble, chacun de mes muscles se creusent pour abriter la peur.

Je suis en réalité, je crois, incapable de me défendre.… > Lees verder

Jean-Pierre Brisset, Zwemmen of de zwemkunst, fragment

INLEIDING

Zwemmen is de kunst zich in het water voort te bewegen.

Ondanks alle handleidingen die over deze kunst zijn gepubliceerd, is zwemmen tegenwoordig nog altijd slechts voorbehouden aan een kleine minderheid. Kennelijk is het niet gelukt een eenvoudige, heldere methode, waarmee de zwemkunst in korte tijd zonder vermoeidheid of inspanningen valt aan te leren, binnen het bereik van eenieders begrip en eenieders beurs te brengen.

Vindt deze kleine handleiding in brede kring aftrek, dan kan binnenkort iedereen zwemmen, behalve degenen die door hun apathische aard afkerig zijn van elke beweging.

Er zijn geen dikke boeken nodig om een kunst te leren die slechts bestaat uit een paar op elkaar afgestemde lichaamsbewegingen.… > Lees verder

Annie Ernaux, De jaren (booktrailer)

Trailer, teaser, appetizer, hoe noem je zoiets? Daar wil ik vanaf zijn – het is een filmpje. Waarom? Omdat de Singel Uitgeverijen geen boekpresentaties organiseren zolang corona rondwaart, omdat ‘makers’ desalniettemin wat steun in de rug kunnen krijgen van het Nederlands Letterenfonds om ‘de brug naar lezers te slaan’, en omdat een familievakantie ons toevallig begin september naar Normandië bracht, waar Annie Ernaux (auteur van De jaren, eerdaags te verschijnen bij De Arbeiderspers) geboren en getogen is. “Zie je wel, zelfs op vakantie gaat het weer om jouw werk.” Inderdaad, hoewel er zonder de goede ideeën en de koelbloedigheid van Ilse Joliet, Jan Hofstede en Victor Van Rossem niets van in huis was gekomen – ziet dat van hier.> Lees verder

Annie Ernaux, De jaren (fragment)

[…] Op zomeravonden aan het begin van de jaren zeventig, wanneer het geurde naar droge aarde en tijm en alle tafelgenoten hadden plaatsgenomen rond een grote, voor minder dan duizend franc bij een uitdrager gekochte boerentafel met daarop vleesbrochettes en ratatouille – de vegetariërs mochten niet worden vergeten –, mensen die elkaar voordien niet kenden, Parijzenaars die het huis ernaast aan het opknappen waren, rugzaktoeristen op doorreis, liefhebbers van langeafstandswandelen en zijdeschilderen, stellen met of zonder kinderen, mannen met ruige baarden, verwilderde tienermeisjes, rijpe vrouwen in Indische gewaden, ontstonden er – na een aarzelend begin hoewel er van meet af aan werd getutoyeerd – gesprekken over kleurstoffen en hormonen in voedingsmiddelen, seksuologie en lichamelijke expressie, antigymnastiek, toegepaste kinesiologie en rogeriaanse therapie, yoga, Frédérick Leboyers zachte geboorte, homeopathie en soja, arbeiderszelfbestuur en de bezetting van de Lip-horlogefabriek, het milieu-activisme van René Dumont.… > Lees verder

Georges Simenon, Manesteek, fragment

Hij was in zijn schik geweest bij de aanblik van het Central, een geel bouwwerk, niet pal aan de kade gelegen, maar vijftig meter achter de kokospalmen, midden in een wirwar van vreemdsoortige planten.

De voornaamste ruimte, café en restaurant tegelijk, had lichte muren in pasteltinten die aan de Provence deden denken, en een bar van gevernist mahoniehout, met hoge barkrukken en koperwerk, die een indruk van comfort gaven.

Daar gebruikten de alleenstaande mannen van Libreville hun maaltijd. Elk van hen had zijn eigen tafel, zijn eigen servetring.

De kamers op de bovenverdieping waren nooit bezet. Lege, kale kamers, ook in pasteltinten, bedden met muskietennetten erboven, en hier en daar een oude lampetkan, een gebarsten waskom, een lege hutkoffer.… > Lees verder

Georges Simenon, Manesteek, nawoord

In de zomer van 1932 maakte Georges Simenon een reis van drie maanden door Afrika, van Egypte langs de evenaar in westelijke richting. Hij bracht onder meer vijf dagen door in Matadi, aan de monding van de Congo, waar zijn jongere broer Christian havenmeester was.

Nog datzelfde najaar verscheen, in de stijl van grote reporters als Albert Londres en Joseph Kessel, een zesdelige reportage in het geïllustreerde tijdschrift Voilà, getiteld ‘L’heure du nègre’, met als ondertitel: L’Afrique vous parle: elle vous dit merde. Simenons biografen hebben gesuggereerd dat de bijtende toon van die artikelenreeks mogelijk was ingegeven door broedernijd; alsof Georges zijn jongere broer, de lieveling van moeder Henriette, op zijn nummer wilde zetten door weer te geven hoe treurig diens leven in werkelijkheid was.… > Lees verder