web analytics

Tirade 15: Bekkentrekkerij

Na mijn eerste bijdrage aan deze blog ontspon zich een mini-discussie over de al dan niet wenselijke ‘onzichtbaarheid’ van vertalers, waaraan Martin een korte maar krachtige bijdrage leverde. Ik citeer: ‘Een goede vertaler bouwt direct zo veel krediet op bij de lezer, dat ook zijn gewaagdste keuzes onzichtbaar zijn (dwz door de lezer als onvervreemdbaar onderdeel van het boek worden ervaren, en dus als keuzes van de auteur). Je ziet ze pas als je de vertaling met het origineel gaat vergelijken – of beter nog, met andere vertalingen van dezelfde tekst.’

Een aantrekkelijk idee, vind ik, de vertaler die ‘krediet’ opbouwt bij de lezer, maar bij nader inzien vraag ik me af of er geen tegenstrijdigheid sluimert tussen de woorden ‘direct’ en ‘opbouwen’.… > Lees verder

Tirade 13: Staartdekveren

Een paar dagen geleden zag ik op televisie de Bekende Vlaming en wetenschapsjournalist Dirk Draulans college geven over Darwin en de evolutietheorie. De man stak zijn anti-creationistische betoog af met het heilige vuur van een prediker, maar dan wel eentje die het zich kon veroorloven zijn preek te larderen met grapjes (van het type: was Herman Brusselmans een aap, dan zou hij in de wedijver om wijfjes kansloos zijn).

Veel werk maakte Draulans van het thema van de gedragsverschillen tussen mannen en vrouwen. De pauwenstaart kwam langs als voorbeeld van de bekende mannelijke hanigheid, die zoals u weet alles te maken heeft met de maximalisatie van voortplantingskansen.… > Lees verder

Tirade 11: Het deadline-effect

Een verschijnsel waar ik me al vertalend dikwijls over heb verbaasd is de afstemming van de inspanning die ik lever op de tijd die ik heb.

Laat ik me nader verklaren. Waar ik op doel is de wonderbaarlijke dosering van geestelijke energie die door de deadline wordt afgedwongen – wonderbaarlijk, omdat die dosering zich grotendeels aan het bewustzijn onttrekt. Het gaat hier ongetwijfeld om een psychisch mechanisme dat zich niet tot het vertalen beperkt maar op algemeen menselijke activiteiten van toepassing is, om een soort modulatie of regulatie van het probleemoplossend vermogen, op zodanige wijze dat het werk precies op tijd af is – nou ja, in de meeste gevallen toch.… > Lees verder

Tirade 9: Ajuinlei

Op de zondagse boekenmarkt, aan de Ajuinlei in Gent, vond ik een curieus boekje, daterend van 1896 en getiteld Nieuwe Vlaamsche en Fransche Samenspraken. Het bevat eenvoudige dialoogjes over alledaagse onderwerpen, met, in twee kolommen, broederlijk naast elkaar, het Vlaams en het Frans.

Zo ontspint zich bijvoorbeeld rond het noenmaal een gesprekje: ‘ – Wat zal ik u dienen? Wilt gij wat sop? – Ik bedank u. Ik zal u wat ossenvleesch vragen. Het ziet er zoo goed uit. – Wat stuk eet gij het liefst? Wilt gij wel gaar of weinig gaar? – Ik heb het niet geêrne te gaar.… > Lees verder

Tirade 7: Het broeden

Het moet voor de Tirade-redactie geen geringe klus zijn geweest om de schriftelijke reacties van vierentwintig vertalers op tweeëndertig vragen te componeren tot een doorlopende tekst. Uiteraard hebben niet alle antwoorden het gehaald tot de gedrukte versie van het tijdschrift of tot het supplement op deze website (hier en hier, voor wie het is ontgaan).

Vandaar, exclusief voor de lezers van deze blog (of is het dit blog?), mijn apocriefe antwoord op de vraag: Op welk woord of op welke zin heeft u het langst moeten broeden?

De zinnen waar je het langs op broedt zijn niet noodzakelijkerwijs de moeilijkste, langste, ingewikkeldste.… > Lees verder

Tirade 5: Vertalersliefde

Een vertaler valt niet samen met zijn auteur, schreef ik eergisteren. Over die stelling is niemand gevallen. Interessanter is dan ook de vraag die erop volgt: moeten we houden van de auteur die we vertalen?

Ontegenzeglijk is houden-van de gelukkigste formule, hoewel die ook zijn voetangels en klemmen heeft. Als de liefde onderdanig wordt, zingt een vertaling zich moeilijker los van letterlijkheid en laat de hang naar mimicry zich lastiger tegengaan. Soms weigert een schrijver domweg zich te laten temmen en lijkt de taal zelf obstakels op te werpen voor de liefde – te retorisch, te duister of juist te kaal om zich soepel te onderwerpen aan de stilistische normen van het Nederlands – en dan kan vertalersliefde ook een tragi-komisch trekje krijgen.… > Lees verder