web analytics

Lautréamont, De zangen van Maldoror, zang 1 (fragment)

Een gezin rond een lamp die op tafel staat: ‘Jongen, geef de schaar eens aan, daar op die stoel.’

‘Hij ligt er niet, moeder.’

‘Ga hem dan uit de andere kamer halen. Weet je nog, lieve baas, dat we ons ooit een kind toewensten waarin we opnieuw geboren zouden worden, een kind dat ons op onze oude dag tot steun zou zijn?’

‘Ik weet het nog en God heeft ons verhoord. We hoeven ons lot op deze aarde niet te beklagen. Elke dag loven we de Voorzienigheid voor de weldaden die ze ons bewijst. Onze Édouard is in alles even bevallig als zijn moeder.’… > Lees verder

Lautréamont, De zangen van Maldoror, zang 6 (fragment)

De winkels van de Rue Vivienne etaleren hun rijkdommen voor verrukte blikken. Mahoniehouten kistjes en gouden horloges, door talrijke gaslantaarns beschenen, verspreiden verblindende lichtboeketten door de vitrines. De klok van de Beurs slaat acht uur: de avond is jong! De laatste klepelslag heeft nog maar net weerklonken, of de straat, de naam ervan werd reeds vermeld, begint te beven en schudt op zijn grondvesten vanaf de Place Royale tot aan de Boulevard Montmartre. Wandelaars versnellen hun pas en trekken zich peinzend in hun woningen terug. Een vrouw zakt buiten kennis op het asfalt neer. Niemand helpt haar overeind; iedereen maakt zich liefst als de weerlicht uit de voeten.… > Lees verder

‘Een schreeuw van grenzeloze ironie’. Lautréamont en de surrealisten

Isidore Lucien Ducasse (1846-1870), alias Lautréamont (of ‘Comte de Lautréamont’), is de auteur van een klein maar explosief œuve: Les Chants de Maldoror (1869), een lang prozagedicht in zes zangen, en Poésies I en II (1870), geen gedichten maar verzamelingen spreuken, beginselverklaringen en parodiërende aforismen over, vooral, Franse literatuur. Bij leven kwam zijn werk hooguit een tiental mensen onder ogen, en door zijn vroege dood leken alle voorwaarden aanwezig voor definitieve vergetelheid, te meer omdat over de mysterieuze auteur vrijwel niets bekend was. Het tegendeel gebeurde: in de twintigste eeuw kreeg Lautréamont een mythische status en werd hij een object van fascinatie voor ettelijke generaties schrijvers en beeldend kunstenaars.… > Lees verder

Éléonore de Duve, ‘Lila, de tragedie’ (fragment)

De tekst is bedoeld om te worden voorgedragen en beluisterd, en er is een koor – net als in het theater – dat de volgende opmerking maakt: eerst is er Lila, en de tekst speelt in het hier en nu, dat met tragedies bezaaid is, waaronder deze, die van Lila, in drie delen.

Eerste deel

Bij vlagen werd de geur van immortellen door de wind aangeblazen, ze ging onder de oleander zitten en plukte zijn stervormige bloemen, niet beseffend hoe giftig die plant is, van je één twee drie, neuriede ze, met haar huid op het grind, ze beroerde de kroonbladeren zonder te blozen.… > Lees verder

Henri Michaux, Hoekpijlers, nawoord

 

In een tijd waarin zelfhulpboeken ons voorhouden dat we de ‘beste versie van onszelf’ moeten worden, in een tijd waarin sociale media ons niet-aflatend sommeren nieuwe bewijzen van succes voor te leggen, kan het verkwikkend zijn wat averechtse tips en wenken op te doen bij Henri Michaux. Met Poteaux d’angle (Hoekpijlers), een bundel prozapoëzie geschreven toen hij de zeventig gepasseerd was, richt de Frans-Belgische dichter zich rechtstreeks tot de lezer en reikt hij deze op scherpe, snedige toon zijn levensregels aan. Vanaf de eerste zin roept hij de lezer op om zich al dagdromend aan te gorden voor de strijd, om de eigen fouten en zwakheden te omhelzen, om wars te zijn van gebabbel, om gemeenplaatsen te schuwen, om te streven naar onthechting en zelfkennis – ga er maar aan staan!… > Lees verder

Henri Michaux, Hoekpijlers (fragment)

Op een lichaamloos gevecht moet je je voorbereiden, zodanig dat je pal kunt staan wat er ook gebeurt – een abstract gevecht dat, anders dan de andere, door dagdromen te leren valt.

 

Wees niet te leergierig.

Een heel leven volstaat niet om af te leren wat je je argeloos, gedwee, hebt laten aanpraten – onnozelaar! – zonder aan de gevolgen te denken.

 

Met je karakterfouten, rustig aan. Ga ze niet te gauw corrigeren.

Wat zou je ervoor in de plaats stellen?

 

Hou je slechte geheugen. Je hebt het niet voor niets, mag je aannemen.

 

Hou je zwakheid intact.… > Lees verder