web analytics

Proust in liefde

‘De buren in de kamer naast mij bedrijven elke dag de liefde met een heftigheid die me jaloers maakt. Als ik bedenk dat ik daar zelf minder bij voel dan bij het drinken van een glas koud bier, benijd ik mensen die zo hard kunnen schreeuwen dat ik eerst meende iemand vermoord te horen worden, maar algauw was ik gerustgesteld over wat er gebeurde toen het schreeuwen van de vrouw een octaaf lager door de man werd herhaald’. Aldus Marcel Proust in een brief uit 1919 aan de zoon van zijn huisbazin, wanneer hij een paar maanden een gehorig appartement aan de Parijse Rue Laurent-Pichat bewoont.… > Lees verder

Treurarbeid. Over ‘Rouwdagboek’ van Roland Barthes

Stel dat ik een onbevooroordeeld, onafhankelijk criticus was en dat ik zou willen schrijven over Rouwdagboek van Roland Barthes, dan zou ik mijn bespreking als volgt kunnen opzetten.

Het schrijfverlangen herwinnen

Op de fiches die hij zelf aanmaakt door A4’tjes te verknippen tot A8’tjes, en waarvan er altijd een voorraadje op zijn werktafel ligt, doet de Franse cultuurcriticus en essayist Roland Barthes (1915-1980) van 26 oktober 1977 tot 15 september 1979 op onregelmatige basis en in een gestaag afnemend ritme verslag van de emotionele ontreddering die de dood van zijn moeder, met wie hij zijn hele leven heeft samengewoond, bij hem teweegbrengt.… > Lees verder

Bernard-Henri Lévy, Publieke vijanden (fragment)

Er zijn gevallen – wanneer het, kort gezegd, niet alleen meer gaat over kunst of film maar over politiek, moraal en het concrete lot van concrete mannen en vrouwen – waarin ik goed oppas voor die verslindende, roofzuchtige kant, die het correlaat is van dat geloof in de deugden van een afwijkende zinsbouw, van een onopvallend nieuwe manier om een leesteken te hanteren, van een woord dat zich losmaakt van het normale taalgebruik, van een klank die van zijn boeien wordt ontdaan en plotseling opduikt buiten de stilte en het lawaai…

En dat is waarom ik uiteindelijk zo veel tijd doorbreng met de voorzorgsmaatregelen die me in dergelijke omstandigheden tegen mezelf moeten beschermen: zoals die radio die ik heb helpen opzetten in Bujumbura, om er zeker van te zijn dat ik er zal terugkeren; of een sporadische correspondentie met een stel oudere jongeren dat ik, acht jaar geleden, in Wenen ben tegengekomen, waarbij ik heel goed weet dat een deel van mijzelf in de verleiding zou kunnen komen om ze uitsluitend te zien als figuranten voor de reportage die ik toen wijdde aan het anti-Haider-‘verzet’; een geforceerde vriendschap in N’Djamena, om de link met Darfur te behouden; de band die ik onderhield met een Pakistaanse ‘fixer’; of ook die Nieuwsberichten uit Kabul die ik met gestrekte armen voor me uit droeg om maar niet om te kijken…

Maar dat is wel degelijk de waarheid.… > Lees verder

Pierre Michon: L’expatriation littéraire

La discussion sur la réception de l’œuvre michonnienne au-delà des frontières françaises, je voudrais l’étendre ici à la question des enjeux littéraires de la traduction de cette œuvre. J’essaierai ce faisant de concilier deux points de vue divergents, une perspective externe et une perspective interne aux textes, strabisme qui est le lot de tout traducteur puisque tout traducteur combine la distance d’une position excentrique, étrangère à la culture et à l’histoire littéraire dans laquelle s’insère l’œuvre à traduire, et la proximité d’une fréquentation assidue et pointilleuse de cette œuvre. Autrement dit, il ne suffit pas de ‘bien traduire’; encore faut-il réfléchir sur ce qu’on traduit et sur ce que traduire veut dire.… > Lees verder

Brief aan Martin de Haan

Gent, 15 augustus 2009

Ik ben terug in Gent, beste Martin de Haan, blij om te weten dat ons ‘steekspel in brieven’ op weg is naar de drukker. Vindt u het trouwens goed dat ik u vousvoyeer? ‘U’ klinkt in het Nederlands misschien wat gekunsteld, maar de auteurs die we hebben vertaald nemen onderling toch ook de nodige distantie in acht; de jij-vorm suggereert een kameraadschappelijkheid die de wezenlijke verschillen tussen Houellebecq en Lévy, tussen u en mij verhult.

Het was een geniale ingeving van u, moet ik bekennen, om mij te vragen als coauteur van deze vertaling. U bent de gedoodverfde Houellebecqvertaler, u deelt met hem een pessimistisch wereldbeeld, droge humor en een voorliefde voor de kleur kaki.… > Lees verder

Tirade 32: Meschonnic (3, slot)

Meschonnics keuze voor het vertalen van Bijbelteksten was geen toevallige. Voor Bijbelteksten gaat het hedendaagse onderscheid tussen proza en poëzie maar in beperkte mate op, en dat komt Meschonnic goed uit, want in zijn opvattingen over de poëtica van het vertalen is dat onderscheid irrelevant.

Bovendien is de westerse beschaving volgens Meschonnic de enige waarvan de fundamentele teksten vertalingen zijn, uit het Hebreeuws voor het Oude Testament, uit het Grieks voor het Nieuwe Testament en voor wetenschap en filosofie. In zekere zin, claimt Mechonnic, is Europa uit en door vertalingen ontstaan. Het (her)vertalen van zulke fundamentele teksten is dan ook een toetssteen voor de in die beschaving gangbare ideeën over vertalen.… > Lees verder