web analytics

Caroline Lamarche, ‘De dood, het leven’ (fragment)

Ik, Bloem, kunstminnaar in mijn vrije uurtjes, heb in Kuregem niet één monument aangetroffen, behalve dan de krachtige standbeelden die de Slachthuizen bewaken: twee onstuimige stieren, die beter op hun plaats zouden zijn bij de ingang van een arena. Ze zien eruit alsof ze ten strijde willen trekken tegen het kwaad. Maar de strijd is ongelijk in Kuregem. Dat geldt voor het abattoir en misschien ook voor de straat. Hoe dan ook, het zou een mooie zin zijn om op de muur te schrijven: ‘De strijd is ongelijk’, en daartegenover, als antwoord: The sky is the limit, ‘De hemel is de grens’, juist omdat de hemel onbegrensd is.… > Lees verder

Jean-Pierre Verheggen, ‘Waar is de schone Rosine?’ (fragment)

[…]

Het is bijna kwart over acht. Schielijk maken we een omtrekkende beweging langs het voorplein van het Museum voor Natuurwetenschappen, en terwijl we welwillend worden gadegeslagen door de houten iguanodon die boven het plein uittorent, bereiken we tersluiks een discreet bijgebouwtje dat dienstdoet als rommelhok, waarvan de deur dadelijk wijkt, en dringen we via een gewelfde gang binnen in de statige zalen, die sluimeren in het donker .

‘Ik heb zo m’n relaties’, vertrouwt hij me toe. Meer zal ik er niet over te weten komen. Ik dring niet aan.

Nadat we in het voorbijgaan de plastieken dinosauriërs, de geprepareerde mammoets, de prehistorische mensen van gips en de woest ogende pelycossauriërs hebben begroet, betreden we zonder dralen de ruime zaal met de skeletten van walvisachtigen en zeekoeien, alwaar, bekent mijn rare speksnijder, hij geregeld de voorraad scheldwoorden komt aanvullen, van gegarandeerd Latijnse origine, waarmee hij het communautaire monster bestookt dat hem buiten tart!… > Lees verder

Vladim

Belgisch-Russische beeldhouwer, actief omstreeks 1970. Vladim, een oorlogskind – zijn moeder ontmoette zijn vader tijdens de Arbeitseinsatz – kon in België niet aarden. Hij wilde slechts beeldhouwwerken maken uit oudroest en schroot en verder met rust worden gelaten. Over zijn materiaalkeuze was hij stellig: ‘Op onzinnige wijze verspilt men nieuw materiaal om er de afschuwelijkste dingen uit te vervaardigen. Waarom zou ik nieuw ijzer met veel moeite plooien en bewerken, als het oude reeds kant en klaar in de vorm ligt die ik nodig heb? Zij die na ons komen zullen weten dat we zelfs op afvalplaatsen en vuilnisbelten de moed hadden iets te maken wat mooi was.’… > Lees verder

Vere, Martin de

Frans schilder (actief in Parijs in de jaren ’50 van de 20ste eeuw). Tot halverwege de jaren ’50 waren zijn doeken, geheel in de lijn van de in Frankrijk dominante abstractie, louter op visuele verhoudingen gebaseerd. Vervolgens vertoonde zijn werk een opmerkelijke evolutie, ‘zoals een melodielijn zich welft rond een naakt ritme’, in de formule van criticus Maurice Gérard. De Vere introduceerde reeksen van tekens in zijn doeken: eerst letters, daarna lettergrepen, tenslotte hiërogliefen, menselijke figuren en gegroepeerde representaties van objecten. Zijn rationele manier van schilderen kreeg iets spookachtigs. Een goed voorbeeld van zijn werk uit deze periode is een ongetiteld doek, vrij groot van afmetingen, en op het eerste gezicht opmerkelijk evenwichtig van vlakverdeling.… > Lees verder

Staal, Duco van der

Nederlands schilder (geb. omstreeks 1870). Van hem is slechts bekend dat hij omstreeks de eeuwwisseling langdurig in Italië verbleef; dat hij in Rome archeologische studiën deed en een atelier bewoonde in de Via del Babuino, waar hij zich wijdde aan het verzamelen van kunstvoorwerpen en het aquarelleren; dat hij aanvankelijk in contact stond met de Nederlandse kunstenaarskolonie in Rome, waar hij zich een volgeling noemde van Giotto en Forain, maar later een steeds teruggetrokkener bestaan leidde; en dat hij na onmin met zijn familie, vanwege zijn schandaleuze verhouding met de Haagse barones en feministe Cornélie de Retz van Loo, nog slechts van de schaarse verkoop van zijn voor luttele bedragen van de hand gedane aquarellen leefde.… > Lees verder

Ulrich

Romantisch landschapschilder (1774–1840). Geboren in Greifswald, aan de Baltische Zee, in het toentertijd tot Zweden behorende Pommeren. Ulrich studeerde aan de kunstacademie in Kopenhagen en vestigde zich in 1795 in Dresden, waar hij zijn oeuvre schiep en trouwde, waar hij roem oogstte en stierf.

Ulrich was van kindsbeen af gezegend met een groot artistiek talent, een aangeboren vrijheidsgevoel en een natuurlijke liefde voor schoonheid. Alle lagere lusten waren hem vreemd. De enige tekortkoming van deze fijnbesnaarde ziel was de overdaad van zijn deugden. Al op jonge leeftijd beschouwde hij de tekenkunst als een uitstekend middel om de menselijke ziel tot uitdrukking te brengen.… > Lees verder