web analytics

Alle mensen worden broeders

Afscheidswals is de derde en laatste roman die Milan Kundera in Tsjecho-Slowakije schreef. Nadat de Russen de Praagse Lente, waarvan hij een van de voornaamste woordvoerders was, in augustus 1968 op brute wijze de kop in hadden gedrukt, was zijn werk op de index gezet, en de eerste editie van Afscheidswals verscheen in 1973 dan ook in Frankrijk, in vertaling: het Tsjechische origineel werd pas zes jaar later gepubliceerd in Canada. Kundera zelf vestigde zich in 1975 noodgedwongen ook in Frankrijk, waardoor de titel van zijn roman achteraf een ironische vooruitwijzing bleek, geheel in de stijl van het verhaal.

Inderdaad is Afscheidswals één groot spel van vergissingen, een aaneenschakeling van verteltechnische buitelingen en tuimelingen – een vaudeville, noemt Kundera het boek zelf.… > Lees verder

Lof der ironie

Toen Milan Kundera in 1967 De grap publiceerde, was hij bijna veertig jaar oud. Alles wat aan die eerste roman voorafging beschouwt hij als onrijp jeugdwerk dat alleen interessant is voor literatuurwetenschappers, biografen en andere voyeurs die de ontstaansgeschiedenis belangrijker vinden dan het kunstwerk zelf, maar op die regel is één uitzondering: de verhalen van Lachwekkende liefdes, waarvan het merendeel eerder werd geschreven dan De grap, ook al verscheen de bundel een jaar later en is het dus strikt genomen Kundera’s tweede boek.

Met Lachwekkende liefdes vond Kundera zijn stijl. Natuurlijk kunnen er in zijn oeuvre zoals dat nu voor ons ligt verschillende fases en ontwikkelingen worden onderscheiden, maar de constanten zijn nog veel duidelijker.… > Lees verder

De lach van de duivel

Het boek van de lach en de vergetelheid, het eerste boek dat Milan Kundera schreef nadat hij zich in 1975 in Frankrijk had gevestigd, is zijn meest autobiografische roman. Openhartig vertelt hij erin over zijn relatie met zijn vader, de pianist Ludvík Kundera, over zijn eigen jeugdige enthousiasme voor het communisme, over zijn verstoting uit de partij en over de manier waarop hij na de Russische inval in 1968 zijn baan verloor – inclusief de vermakelijke anekdote van de horoscooprubriek die hij vervolgens een jaar lang verzorgde onder een andere naam. En Kundera schuwt zelfs een zeer intieme onthulling niet, getuige het verhaal over zijn ontmoeting met de journaliste R.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘De koude revolutie’, woord vooraf

Michel Houellebecq dankt zijn bekendheid voornamelijk aan twee romans, Elementaire deeltjes en Platform. Het zijn ambitieuze boeken, die veel stof hebben doen opwaaien door de grote thema’s die ze aan de orde stellen en de forse stellingen die ze verkondigen – of niet verkondigen, daarover verschillen de meningen. Gezien de rol die Houellebecq inmiddels ook bij ons in het literaire en intellectuele debat speelt, was de behoefte aan verdere ontsluiting van zijn werk in het Nederlands groot. De koude revolutie vult in één klap een groot deel van de lacune aan, door vrijwel alles te bundelen wat niet onder de kopjes ‘fictie’ of ‘poëzie’ valt.… > Lees verder

Zeven portretten van Denis Diderot

1. Zittend aan zijn werktafel (Louis-Michel van Loo, olieverf, Louvre)

De filosoof, zoals hij zichzelf graag noemde, draagt een glimmende kamerjas en ziet eruit als iemand die weet wat weelde is. Met zijn rechterhand schrijft hij, zijn linkerhand heeft hij op borsthoogte geheven alsof hij in zijn bezigheid is gestoord door de binnenkomst van een onbekende, naar wie hij met grote ogen opkijkt. Zeer vakkundig geschilderd, het pruikloze hoofd met het korte grijze haar doet zeer realistisch aan – maar nee, dit is hem niet: te goed gekleed, te wuft, te steriel. Zelf noemt de geportretteerde het schilderij ‘vrij goed getroffen’, om even later los te barsten: ‘Maar wat zullen mijn kleinkinderen wel niet zeggen als ze mijn sombere boeken ooit vergelijken met die lachende, snoezige, verwijfde oude ijdeltuit?… > Lees verder

De discrete baron

Wie eind 1998 een bezoek bracht aan de grootste boekensupermarkt van Frankrijk, de FNAC in het Parijse Forum des Halles, kon getuige zijn van een opmerkelijke comeback. Het jaarlijkse literaire prijzencircus was net achter de rug, de dames en heren Goncourt, Renaudot, Médicis, Femina en Novembre verdrongen zich in de schappen, maar tussen al die gedroomde bestsellers was een prominente plaats weggelegd voor een niet-prijswinnaar, van wie maar liefst vijf verschillende titels lagen uitgestald.

Zijn naam? Dominique Vivant Denon (1747-1825), bourgondiër, kamerheer van Lodewijk XV, diplomaat, schilder, kunstliefhebber, reiziger, vertrouweling van Napoleon, eerste directeur van het Louvre en, vooral, auteur van de definitieve libertijnse novelle, Eenmaal, immermeer.… > Lees verder