Toen Milan Kundera in 1967 De grap publiceerde, was hij bijna veertig jaar oud. Alles wat aan die eerste roman voorafging beschouwt hij als onrijp jeugdwerk dat alleen interessant is voor literatuurwetenschappers, biografen en andere voyeurs die de ontstaansgeschiedenis belangrijker vinden dan het kunstwerk zelf, maar op die regel is één uitzondering: de verhalen van Lachwekkende liefdes, waarvan het merendeel eerder werd geschreven dan De grap, ook al verscheen de bundel een jaar later en is het dus strikt genomen Kundera’s tweede boek.
Met Lachwekkende liefdes vond Kundera zijn stijl. Natuurlijk kunnen er in zijn oeuvre zoals dat nu voor ons ligt verschillende fases en ontwikkelingen worden onderscheiden, maar de constanten zijn nog veel duidelijker.… > Lees verder