Een goede vertaling is het werk van twéé auteurs. In de context van Antoine Bermans vertaalethische voorstellen kan het geen kwaad die open deur nog eens in te trappen, want hoe belangrijk ‘L’éthique de la traduction’ binnen de geschiedenis van de vertaaltheorie ook mag zijn geweest, en hoe suggestief het vandaag de dag nog altijd is, de praktische relevantie ervan wordt ondermijnd door wat ik wil karakteriseren als het scholastisch a priori waarvan Berman getuigt. Een ethiek die het Vreemde en het Andere zalig verklaart kan niet recht doen aan de tegenstrijdige eisen waaraan vertalers in de praktijk blootstaan. Dat kan alleen een ethiek die expliciet erkent dat vertalers stilistisch autonoom zijn, oftewel auteurs.… > Lees verder
Waarom hervertalen? Notities uit de praktijk
Vertalers weten niet wat ze doen. Die gedachte viel mij in bij het lezen van het boeiende dossier over ‘De rijkdom van de hervertaling’ in het vorige Filter-nummer. Hoe boeiend ook, in dat dossier overheersen vertaaltheoretische en vertaalhistorische gezichtspunten, en het is geen wonder dat inzichten die op dat niveau worden verworven niet per se verhelderend zijn voor een beter begrip van de concrete worsteling van verschillende vertalers met eenzelfde originele tekst. Het spreken over de ‘geïntendeerde handeling’ en de ‘discursieve strategie’ (Lawrence Venuti) van de vertaler lijkt bijvoorbeeld meer rationaliteit en zelfbewustzijn te veronderstellen dan in de vertaalpraktijk aanwezig is; vertalers hebben doorgaans maar weinig controle over de parameters die komen kijken bij het vinden van hun toon en stijl.… > Lees verder
De dood der schoonheid
Baudelaire wist niet dat hij Baudelaire zou worden.
Louis Scutenaire, Mes Inscriptions
In ‘Le Phénomène futur’, een prozagedicht van Mallarmé, wordt het kunstmatig geconserveerde lijk van een naakte vrouw door de Vertoner van Voorbije Dingen op de kermis tentoongesteld aan een gedegenereerde mensheid. Een deel van het kermispubliek blijft onverschillig bij de aanblik van de gebalsemde wondervrouw, een ander deel raakt hevig aangedaan, terwijl de dichters uit die toekomstige tijden ‘(…) in hun doffe ogen een licht voelen aangaan en heensluipen naar hun lamp, een ogenblik dronken van schimmige glorie, in de ban van het Ritme en vergetend dat ze leven in een tijd die na de dood der schoonheid voortbestaat.’… > Lees verder
Wat niet gebruikt wordt, slijt. Over Pierre Bergounioux en Jean-Loup Trassard
Het Frans kent er een staande uitdrukking voor: exode rural, ontvolking van het platteland. Weliswaar is Frankrijk een van de laatste Europese landen waar een grootschalige exodus van de agrarische bevolking naar de steden op gang is gekomen, maar die leegloop heeft er diepere sporen getrokken dan elders, in de levens van hen die weggingen en in de levens van hen die achterbleven. Rond 1850 woonde nog driekwart van de Fransen – 26,8 miljoen mensen – op het platteland, veelal kleine, zelfvoorzienende boeren; anno 2011 zijn nog maar enkele miljoenen Fransen in de landbouw actief, niet meer dan 3,4% van de totale beroepsbevolking, overwegend in grootschalige landbouwbedrijven.… > Lees verder
Roland Barthes (1915-1980)
De setting is een strand, de achtergrond bestaat uit horizontale stroken grijs, lucht, water, zand. De drie foto’s zijn genomen met een kleinbeeldcamera, de lens was goedkoop; er hangt een verticaal floers langs de randen van het beeld. Het object, Roland Barthes, is van opzij gefotografeerd, maar draait zich in een vloeiende beweging naar de fotograaf, die hem tot anderhalve meter is genaderd. Misschien zegt hij iets, hij kijkt. Hij loopt door.
Hij houdt er niet van om te worden gefotografeerd. Net als iedereen heeft hij een moeizame relatie tot zijn zelfbeeld, maar vooral geeft hij de zeggenschap over de interpretatie van dat beeld niet graag uit handen.… > Lees verder
Pierre Michon: L’expatriation littéraire
La discussion sur la réception de l’œuvre michonnienne au-delà des frontières françaises, je voudrais l’étendre ici à la question des enjeux littéraires de la traduction de cette œuvre. J’essaierai ce faisant de concilier deux points de vue divergents, une perspective externe et une perspective interne aux textes, strabisme qui est le lot de tout traducteur puisque tout traducteur combine la distance d’une position excentrique, étrangère à la culture et à l’histoire littéraire dans laquelle s’insère l’œuvre à traduire, et la proximité d’une fréquentation assidue et pointilleuse de cette œuvre. Autrement dit, il ne suffit pas de ‘bien traduire’; encore faut-il réfléchir sur ce qu’on traduit et sur ce que traduire veut dire.… > Lees verder