web analytics

Pierre Autin-Grenier, ‘Gebakken kalfszwezerik met verse morieljes’

Gebakken kalfszwezerik met verse morieljes en wilde prei, ziedaar Jim Harrisons favoriete gerecht als hij in Parijs is. Dit weetje over de auteur van A Good Time to Die kwam ik tegen op de cultuurpagina’s van een tijdschrift dat meer algemeen gewijd is aan mode, schoonheid en koken, waarin men zijn toekomst kan lezen en waarin bovendien aan vrouwen kostbare goede raad wordt verschaft op het gebied van liefde en seksualiteit. Onder het artikel stond de naam van een ongetwijfeld behoorlijk chique figuur, je voelde dat de arme ziel van hedendaagse literatuur bezeten was, tot nagelbijtens toe!

Ik weet niet of u al iets gelezen hebt van Jim Harrison, ontegenzeglijk een in ieder opzicht groot schrijver, maar een die je maar beter niet aan tafel kan hebben als je aan het eind van de maand de eindjes aan elkaar hoopt te knopen.… > Lees verder

Georges Simenon, De burgemeester van Veurne (fragment)

De burgemeester.omslagHet was vlakbij, nauwelijks vijftien kilometer. Aan de rand van het dorp, waar je de duinen en het groene water van de zee al zag liggen, stonden kleine huizen op een rij, zonder bovenverdieping, elk met een hekje ervoor. De hekjes waren geverfd in blauw, in wit, in groen. Dat van zijn moeder was lichtgroen.
Hij wist dat er tussen alle gordijnen door buren naar hem keken. Hij wist dat er werd gezegd: ‘Het is de burgemeester van Veurne.’
En zij wisten van hun kant dat zijn vader, de oude Joris, tot de dag van zijn dood garnalen had gevist, met zijn paard, dat bij laagwater een net over het strand sleepte.… > Lees verder

Louis Calaferte, Requiem voor de onschuldigen (fragment)

Mijn vader was verhuisd naar die buurt nadat hij verschillende keren de gevangenis vanbinnen had gezien, schuldig bevonden aan diefstal met braak en aan gewapende overval. Mijn moeder, die van haar kant munt sloeg uit een opmerkelijke gave voor het plegen van abortus, was hem braaf bij zijn aftocht gevolgd. Toch werd mijn familie tot de eerbare burgers gerekend. Feld had lang geleden geprobeerd twee getuigen uit de weg te ruimen die lastig voor hem hadden kunnen zijn. Om te beginnen zijn eigen vader. Feltin droeg heel wat hinderlijke herinneringen aan het verleden met zich mee, en werd door de politie weliswaar tewerkgesteld maar ook in de gaten gehouden.… > Lees verder

Caroline Lamarche, ‘Eén werk, één enkel werk’

Eén werk, één enkel werk, speelt me door het hoofd of liever door het hart wanneer ik mezelf moed wil inblazen, of gewoon wanneer ik weer in harmonie met de wereld wil raken, wanneer ik er de hartslag van wil terugvinden voorbij alle ademnood, verwoesting en verlies.

Ruht Wohl, het slotkoor van de Johannes-Passion van Bach. Het enige muziekstuk dat ik uit mijn hoofd ken, melodie en tekst.

Ik heb vaak nagedacht over de Franse uitdrukking ‘par coeur’, waarvan ‘uit het hoofd’ de Nederlandse tegenhanger is. Voor zingen voldoet naar mijn idee alleen het hart, dat orgaan dat kan bonzen van hartstocht, dat kan gloeien, dat kan zwellen en als een met helium gevulde ballon opstijgen naar de lippen.… > Lees verder

Robert Desnos, ‘Het luchtspiegelingenpaleis’ (fragment)

De witgehelmde ontdekkingsreiziger, verdwaald in de woestijn, ziet de statige torens van een onbekende stad oprijzen aan de horizon.

Kaper Weeklacht loopt om drie uur ’s middags door de Tuin van de Tuilerieën, richting Place de la Concorde. Op hetzelfde tijdstip komt Louise Lova door de Rue Royale gestapt. Ter hoogte van Café Maxim’s rukt de wind haar hoed af, hij voert hem mee richting Place de la Madeleine. Met opwaaiende lokken holt Louise Lova erachteraan, ze krijgt hem weer te pakken. Intussen steekt Kaper Weeklacht de Place de la Concorde over en verdwijnt in de Avenue Gabrielle. Drie minuten later steekt Louise Lova op haar beurt het door het revolutionaire executietuig vermaard geworden plein over en slaat de Avenue des Champs-Élysées in.… > Lees verder

Georges Simenon, De blauwe kamer (fragment)

‘Heb ik je pijn gedaan?’
‘Nee.’
‘Ben je boos op me?’
‘Nee.’
Het was waar. Op dat moment was alles waar, want hij beleefde de scène in het rauwe hier en nu, zonder zich iets af te vragen, zonder te proberen iets te begrijpen, zonder te vermoeden dat er ooit iets te begrijpen zou zijn. Niet alleen was alles waar, alles was ook echt: hij, de kamer, Andrée die languit bleef liggen op het overhoopgehaalde bed, naakt, haar benen wijd, met de donkere vlek van het geslacht waaruit een sliertje sperma liep.
Was hij gelukkig? Had iemand het hem gevraagd, dan zou hij zonder aarzelen ja hebben gezegd.… > Lees verder