Afgelopen woensdagmiddag ging er een grote schok door het Franse boekenwereldje: de Prix Goncourt, waarvan de winnaar normaliter in de tweede week van november wordt bekendgemaakt, werd zes dagen eerder dan voorzien toegekend aan Jean Echenoz, die met zijn achtste roman Je m’en vais al tot de topfavorieten werd gerekend. De jury rechtvaardigt de vervroegde bekendmaking door erop te wijzen dat de Goncourt, de oudste en meest prestigieuze literaire prijs in Frankrijk, sinds enkele jaren de laatste grote prijs is die in november wordt toegekend, wat de keuze van de winnaar aanzienlijk beperkt, omdat de Goncourt-jury niet een reeds met een andere prijs bekroond boek wil lauweren.… > Lees verder
Caroline Lamarche, De dag van de hond, (fragment)
Om haar wat te verstrooien vertelde ik haar de legende van de heilige Rochus, die vroeger werd aangeroepen ter bescherming tegen de pest. Op weg naar Rome had die veertiende-eeuwse pelgrim op wonderbaarlijke wijze pestlijders genezen, totdat hij zelf besmet was geraakt en zich had teruggetrokken in een bos, waar een engel over zijn genezing waakte en een hond hem elke dag brood kwam brengen. Later, nadat hij zijn reis had hervat, werd hij opgepakt als spion. Hij stierf in de gevangenis. De jonge vrouw leek diep getroffen door het ellendige einde van die uitverkorene van God. Ze wilde de kerk bezichtigen die aan hem was gewijd.… > Lees verder
In memoriam Nathalie Sarraute (18 juli 1900 – 19 oktober 1999)
Verwekt in de negentiende eeuw, geboren in de twintigste, gestorven op de rand van de eenentwintigste: Nathalie Sarraute kwam en ging met de eeuw die nog altijd de onze is, op 18 juli 2000 zou ze 100 jaar oud zijn geworden. Haar vrij onverwachte dood (tot voor kort verkeerde ze in blakende gezondheid) roept naast verdriet om het verlies van een van de grootste Franse schrijvers van onze tijd ook een glimlach van bewondering op: ook deze vorm van conventionele symboliek heeft ze aan zich voorbij laten gaan, om van de komende millenniumgekte nog maar te zwijgen.
Nathalie Sarraute werd als Natasja Tsjerniak geboren in het Russische plaatsje Ivanovo-Voznesensk.… > Lees verder
Met de taal de stad in
In het vierde arrondissement van Parijs ligt de Impasse du Boeuf, in het vijfde de Impasse des Boeufs. In het zestiende arrondissement ligt de Avenue du Bois, in het negentiende de Rue des Bois. Om van het enkelvoud naar het meervoud te gaan is er in het ene geval dus een verschil van één arrondissement nodig en in het andere een verschil van drie. Rara hoe kan dat?
De vraag is natuurlijk volkomen onzinnig, althans voor wie in straatnamen niets anders ziet dan handige kapstokjes waaraan je individuen en instanties kunt ophangen om ze niet kwijt te raken. Voor Jacques Roubaud – want van hem is de vraag afkomstig – liggen de zaken anders.… > Lees verder
Jean Baudrillard, ‘Want illusie is niet in strijd met werkelijkheid’ (fragment)
Stilte van de foto. Dat is een van de meest waardevolle eigenschappen van de foto, vergeleken met film en televisie, die je altijd het zwijgen moet opleggen, tevergeefs. Stilte van het beeld, dat geen enkel commentaar nodig heeft (of nodig zou hoeven hebben!). Maar stilte ook van het object, dat door het beeld wordt ontrukt aan de overvolle, oorverdovende context van de reële wereld. Hoezeer ook omringd door lawaai en geweld, krijgt het object door de foto onbeweeglijkheid en stilte terug. Midden in de verwarring van het stadsleven herschept de foto het equivalent van de woestijn, een fenomenaal isolement. Fotograferen is de enige manier om steden in stilte door te wandelen, om de wereld in stilte af te reizen.… > Lees verder
De schrijver als exorcist
‘Ik ben anders dan de anderen!’ De noodkreet van een kind dat zich buitengesloten ziet, de oorsprong van een schrijversroeping, de kern van een imposant literair oeuvre. André Gide (1869-1951) tast in zijn werk voortdurend de grenzen van zijn eigen identiteit af, stelt zich onophoudelijk die ene vraag: wat maakt mij tot de persoon die ik ben?
Ikzelf, luidt het paradoxale antwoord. Er zijn maar weinig schrijvers op wie de ondertitel van Nietzsches zelfstudie Ecce homo, ‘Hoe je wordt wat je bent’, beter van toepassing is dan op Gide. Worden wat je bent, dat betekent: je eigen verborgen kanten leren kennen en accepteren, niet toegeven aan de dwang van moraal en maatschappij, volledige
oprechtheid tegenover jezelf nastreven.… > Lees verder