web analytics

Paul Veyne, Palmyra. De onvervangbare schat (fragment)

De archeologische site van Palmyra, die dezer dagen aan terroristische barbarij ten prooi is gevallen, vormt misschien wel – naast Pompeï, bij Napels, en de geweldige ruïne van Efeze aan de Turkse westkust – de rijkste Grieks-Romeinse vindplaats die ooit door opgravers is ontsloten. In het jaar 200 van onze jaartelling behoorde de stad tot het grote Romeinse rijk, dat toen op het hoogtepunt van zijn macht was en zich uitstrekte van Andalusië tot de Eufraat en van Marokko tot Syrië. Wanneer deze handelsrepubliek werd bezocht door een vreemdeling op doorreis, een Griekse of Italiaanse koopman te paard, een Egyptenaar, een jood, een door Rome gezonden hoogwaardigheidsbekleder, een Romeins belastingpachter of soldaat, kortom door een burger of onderdaan van het rijk, dan zag de nieuwaangekomene al in één oogopslag dat hij in een andere wereld was beland.… > Lees verder

Wilfred Oranje redivivus

In de zomer van 2011 overleed vertaler Wilfred Oranje, pas 59 jaar oud. Het bericht van zijn dood bereikte mij in het kustdorp in Galicië – het Spaanse Galicië, niet het Pools-Oekraïense – waar ik toen op vakantie was. Ik schreef een kort in memoriam, waarvan de slotzin luidde: ‘Ik ben overmand door verdriet, maar ook vol verlangen om, eenmaal thuis, enkele van de door Wilfred vertaalde boeken te herlezen. Nobele zoon, ik groet je!’

Roth.Job.omslag.2Vijf jaar later kwam ik eindelijk aan de vervulling van dat verlangen toe, in hetzelfde Galicische kustdorp. Ik las er deze zomer Job: roman over een eenvoudige man van Joseph Roth, in Oranjes vertaling uit 2007 (die hij verrichte onder Elly Schippers’ eindredactie).… > Lees verder

Hoe Hof en Haan victorie kraaiden

Wat is het grootste vertaalprobleem dat u bent tegengekomen?

Elke tekst is onvertaalbaar tot het tegendeel is bewezen. Zo ook het werk van Marcel Proust. Zijn eindeloos lange zinnen zijn een grote uitdaging voor een Nederlandse vertaler, omdat het Nederlands zich (met name door de plaats van de persoonsvorm, de beperkte verbuigingsmogelijkheden en de onmogelijkheid om deelwoorden los op te hangen in de zin) minder goed leent voor het maken van eindeloos lange zinnen dan het Frans.

In een van die zinnen beschrijft Proust hoe zijn hoofdpersoon in het Bois de Boulogne mevrouw Swann ziet aankomen in een ‘incomparable victoria’. De naam van het rijtuig komt zelf als een victorie in de zin, die na onderwerp en gezegde (‘Je voyais’) het lijdend voorwerp (de weergaloze victoria) meer dan honderd woorden lang weet uit te stellen door plaatsing van een tussenzin en vier bepalingen.… > Lees verder

Pierre Michon, Koningslichamen (fragment)

Het jaar 1961. Herfst vermoedelijk of begin winter. Samuel Beckett zit. Al tien jaar is hij koning – iets minder of iets meer dan tien jaar: acht jaar sinds de première van Godot, elf jaar sinds de samengebalde publicatie van de grote romans door Jérôme Lindon. Er bestaat in Frankrijk niets wat hem het hoofd kan bieden of hem die troon waarop hij zit kan betwisten. De koning heeft, zoals we weten, twee lichamen: een eeuwig, dynastiek lichaam, dat door de tekst tot de troon wordt verheven en gewijd, en dat men naar willekeur Shakespeare, Joyce, Beckett noemt, of Bruno, Dante, Vico, Joyce, Beckett, maar dat hetzelfde onsterfelijke lichaam is, gekleed in provisorische omhulsels; en hij heeft een ander, sterfelijk lichaam, dat functioneel en relatief is, het stoffelijk omhulsel, dat naar de wormen gaat, dat Dante en enkel Dante heet en boven een stompe neus een klein mutsje draagt, enkel Joyce en dan heeft hij beringde vingers en bijziende, onthutste ogen, enkel Shakespeare en dan is het een brave dikke rentenier met elizabethaanse plooikraag.… > Lees verder

Nieuw vertalersgeluk

En daar ging hij dan, de Europese Literatuurprijs 2012, naar Julian Barnes en zijn vertaler Ronald Vlek. Pech voor het duo Houellebecq/De Haan, dat evenwel niet bij de pakken neer wenst te zitten en zijn zinnen heeft gezet op een revanche in het mooie jaar 2017.

Dat schreef ik in 2012, en eerder dan verwacht is het dan zover: het duo Houellebecq/De Haan is met Onderworpen opnieuw genomineerd voor de Europese Literatuurprijs, niet in 2017 maar in 2016.

De andere vier boeken van de shortlist heb ik niet gelezen, maar in de wandelgangen valt al te horen dat een vierde Franse winnaar in zes jaar Europese Literatuurprijs erg onwaarschijnlijk (of ronduit een schande) zou zijn.… > Lees verder