web analytics

De krakende kraak

Zaterdagavond 18 juni 2011. In de Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg vinden, in het kader van Poetry International 2011, drie ‘internationale poëzievoordrachten’ plaats door respectievelijk de Israëli Admiel Kosman, de Amerikaans-Oostenrijks-Duitse Ann Cotten en de Franstalige Belg Eugène Savitzkaya. Die laatste, van wie ik voor Poetry uiteenlopend werk heb vertaald, zit naast me op de voorste rij. Aan mijn andere zij zit Cotten.

Na Kosmans bezielde maar ook wat schoolmeesterachtig klinkende voordracht volgt de schuchtere, laconieke stem van Cotten. Ze draagt onder meer het gedicht ‘Solidus’ voor, een uit dactylen (—υυ / —υυ) opgebouwde, encyclopedische opsomming van disparate elementen.… > Lees verder

Eugène Savitzkaya, ‘Het oerkippenhok’

Alom opschudding en consternatie in het kippenhok van Kea. De kippen werd de dood aangezegd en de dood bleef niet uit, die veren rondstrooide en op de roesten vastgekoekte excrementen liet opwaaien tot ongelofelijke hoogten, vanwaar ze traag neerdwarrelden op ons, stof waarvan we zonder het te beseffen aten en dronken, waarin we ons dagelijks baadden, stofdeeltjes waarmee we sporen uitzetten en tekens vormden. Daarna volgde vergetelheid. Een groot aantal gezichten verdween onder een dunne stoflaag, rood, geel, blauw en wit. Een regenboog ging open in die kleuren, het drekblauw nam er een royale plaats in, het bloed ook en het blanke dons.… > Lees verder

Clark Accord (1961-2011)

Juichende recensies zijn geen garantie voor hoge verkoopcijfers, en andersom; een daverend verkoopsucces kan heel goed samengaan met al dan niet gesuikerde terechtwijzingen van de kant van critici. Dat laatste gold voor het werk van de onlangs overleden Surinaamse schrijver Clark Accord, wiens De koningin van Paramaribo (1999) inmiddels dertig drukken en een oplage van 120.000 heeft gehaald. De stilistische kwaliteiten ervan oogstten bij de meeste critici niet veel lof.

Toegegeven, Accords schrijfstijl maakt in De koningin van Paramaribo regelmatig een onbeholpen indruk, effectbejag wordt niet geschuwd, het aantal overdrijvingen en clichés is legio. Voor Accords lezers vormde dat geen beletsel.… > Lees verder

De kaart en het gebied: de noten

Vandaag weer twee recensies van De kaart en het gebied (op de onvolprezen blogs Cutting Edge en 8weekly) waarin de besprekers hun beklag doen over het ontbreken van verklarende noten, in navolging van NRC Handelsblad. Misschien wordt het dus tijd om er wat meer over te zeggen.

Mijn keuze om de verklarende lijst van eigennamen in Houellebecq-vertalingen voortaan weg te laten heb ik in 2008 genomen tijdens het herzien van Elementaire deeltjes, nadat ik voor de zoveelste keer van een lezer te horen had gekregen dat die lijst – en vooral de sterretjes in de tekst die ernaar verwijzen – zo ergerlijk was.… > Lees verder

De kaart en het gebied: de ontvangst

Een knusse bijeenkomst in Groningen, georganiseerd door literair dispuut Flanor. Een sfeervol SLAA-avondje in het Comedy Theater in de Nes (waar het bovenstaande filmpje van Diederik Rijpstra en Keke Keukelaar werd vertoond). Een goed bezochte lezing aan de Universiteit Utrecht. Een over het algemeen bijzonder positieve ontvangst in de pers en op blogs. Een aantal leuke lezersreacties via deze site. Een ‘Guide Houellebecq’ in NRC Handelsblad ter compensatie van de door mij weggelaten voetnoten. Een interviewtje op de ‘Papieren man’ over de vertaling. Een speciale pagina op Facebook. Een hele berg tweets. Een hilarische gedachtewisseling over de vertaling op de website van HP/De Tijd.… > Lees verder

De Toverberg (2)

Zeven maanden na Hans Castorps aankomst op de toverberg maakt de sanatoriumbevolking zich op voor vastenavond. We zijn beland in de slotparagraaf, getiteld ‘Walpurgisnacht’, van het vijfde hoofdstuk.

De avondjurk van Clawdia Chauchat, de Russische patiënte op wie hij al maanden heimelijk verliefd is, heeft op Hans Castorp een ‘sensationeel effect’. ‘[…] Clawdia’s armen liet de jurk tot de schouders toe vrij, haar armen, die teer en vol waren tegelijk – koel ook, naar zich liet vermoeden, en buitengewoon blank afstaken tegen het zijïge donker van haar jurk […].’ Zijn enige antwoord bij het zien van die ‘verrukkelijke ledematen van een vergiftigd organisme’ is een toonloos herhaald ‘Mijn God!’.… > Lees verder