web analytics

Tirade 18: Beheersbaarheid

Het boek waar ik momenteel aan werk heet Une rencontre en is geschreven door Milan Kundera. Ik ben zijn vaste vertaler, dit is mijn vierde boek van hem na de romans Identiteit en Onwetendheid en het essay Het doek. Voor wie het nog niet wist: de in Tsjechoslowakije geboren Kundera woont sinds 1975 in Frankrijk en heeft inmiddels acht boeken in het Frans geschreven, twee meer dan de zes Tsjechische titels die hij tot zijn officiële oeuvre rekent (zijn jeugdwerk, met name drie toneelstukken en drie poëziebundels, heeft hij afgezworen). Hij is dus geen Tsjechische schrijver meer en wil ook geen Franse schrijver zijn, maar een Europese schrijver die toevallig het Frans hanteert.… > Lees verder

Een ‘wild meisje’? Oerteksten van Marguerite Duras

Sommige schrijvers spreiden postuum een grote bedrijvigheid ten toon. Voordat hun roem taant en ze terugvallen in de vergetelheid, wordt hun naam te gelde gemaakt door de publicatie van teksten uit de nalatenschap – brieven, dagboeken, artikelen, schetsen, aantekeningen, kladversies. Of alles wat uit de archieven tevoorschijn komt een verrijking van het oeuvre mag heten, is een andere zaak. Tegen het uitmelken van de fonds de tiroir van een schrijver verzet zich de moraal van het wezenlijke, door Milan Kundera bepleit in zijn essay Het doek (Ambo, 2006, vertaling Martin de Haan): ‘Niet alles wat een romancier heeft geschreven maakt deel uit van zijn werk.… > Lees verder

Milan Kundera over W.F. Hermans

In Le Monde van 26 januari 2007, op de opiniepagina van het boekenkatern, stond een opmerkelijk artikel. Zwaargewicht Milan Kundera, door de Fransen sinds jaar en dag gekoesterd als ‘groot Frans schrijver’, bracht een roman van een volslagen onbekende buitenlandse auteur onder de aandacht, nota bene ruim driekwart jaar nadat het boek in kwestie was verschenen bij Gallimard, totaal onopgemerkt door de Franse pers. De naam van de grote onbekende? Willem Frederik Hermans. Kundera was door een gelukkig toeval op De donkere kamer van Damokles gestuit, in de nieuwe vertaling van Daniel Cunin, en was daar zo enthousiast over dat hij direct in de pen klom om dit ‘kapitale werk’, zoals het in de lead wordt genoemd, alsnog onder de aandacht te brengen.> Lees verder

Milan Kundera, Het doek, fragment

Er zijn twee elementaire contexten waarin je een kunstwerk kunt plaatsen: hetzij de geschiedenis van de natie waar het is ontstaan (laten we die de kleine context noemen), hetzij de supranationale geschiedenis van de kunstvorm waartoe het behoort (laten we die de grote context noemen). We zijn eraan gewend om muziek spontaan in de grote context te bekijken: voor een musicoloog doet het er weinig toe wat de moedertaal van Roland de Lassus of Bach was; een roman, die met zijn taal verbonden is, wordt daarentegen op alle universiteiten van de wereld bijna uitsluitend in de kleine nationale context bestudeerd. Europa is er niet in geslaagd zijn literatuur als een historische eenheid te denken, en ik zal nooit moe worden te herhalen dat daarin zijn onherstelbare geestelijke echec schuilt.… > Lees verder

Variaties op het ‘ik’: in de marge van Milan Kundera

Ik

De blik van de schrijver peilt het werk van de schilder, zoekend naar de essentie.[ref]De schilder: Francis Bacon, over wie Kundera’s tekst gaat.[/ref]

De essentie: datgene wat het werk tot zichzelf maakt – zoals het ‘ik’ dat in een lichaam trilt.

Over dat ‘ik’ zegt de schrijver in een van zijn romans, Onsterfelijkheid: ‘Toen we eenmaal als onszelf de wereld in waren gegooid, moesten we ons eerst met die worp van de dobbelstenen, dat door Gods computer georganiseerde toeval identificeren: ophouden ons erover te verbazen dat nu juist dit (wat we vóór ons in de spiegel zien) ons ik is.’… > Lees verder

Variations sur le «moi» – en marge de Milan Kundera

Le «moi»

Le regard de l’écrivain sonde l’œuvre du peintre, à la recherche de l’essence.

L’essence: ce qui fait de l’œuvre ce qu’elle est — comme le «moi» qui frissonne dans un corps.

De ce «moi», l’écrivain dit dans l’un de ses romans, L’Immortalité: «Une fois expédiés dans le monde tels que nous sommes, nous avons dû d’abord nous identifier à ce coup de dés, à cet accident organisé par l’ordinateur divin: cesser de nous étonner que précisément cela (cette chose qui nous fait face dans le miroir) soit notre moi.»

Le «moi» comme essence et comme accident: entre ces deux pôles se meut l’œuvre de Milan Kundera.… > Lees verder