web analytics

De heuvels van het archief

Surfend op Hof/Haan stuitte ik onlangs op een stuk uit 2008 (hier) waarin Hof de essaybundel Het doek van Milan Kundera aanhaalt. Zich afzettend tegen de auteur van De ondraaglijke lichtheid, die schrijvers aanspoort om op hun schrijfsels de ‘moraal van het wezenlijke’ toe te passen en alleen echt waardevolle teksten in hun officiële oeuvre op te nemen, breekt mijn kompaan een lans voor ‘de moraal van het archief’ (die volgens Kundera leidt tot de ‘zoete gelijkheid van een gigantisch massagraf’). Hof:

Vanuit het perspectief van de lezer is de moraal van het wezenlijke niet wezenlijker dan de moraal van het archief.

> Lees verder

Milan Kundera, Een ontmoeting, fragment

Milan Kundera, Een ontmoetingGargantua-Pantagruel is een roman avant la lettre. Een miraculeus, nooit meer terugkerend moment, waarin een kunstvorm nog niet is uitgekristalliseerd en dus nog niet normatief afgebakend. Zodra de roman zich begint te profileren als een apart genre of (beter) een autonome kunstvorm, krimpt zijn oorspronkelijke vrijheid; er komen esthetische censoren die menen te mogen decreteren wat wel of niet met de aard van die kunstvorm overeenstemt (wat wel of niet een roman is), en er vormt zich een publiek, dat algauw bepaalde gewoonten en bepaalde eisen heeft. Dankzij die aanvankelijke vrijheid van de roman bevat het werk van Rabelais eindeloos veel esthetische mogelijkheden, waarvan er in de latere ontwikkeling van de roman een aantal zijn verwezenlijkt en andere nooit.… > Lees verder

Tirade 22: Het vertaalprobleem

In een blog over vertalen mag een concreet vertaalprobleem niet ontbreken, bij wijze van blik in de keuken. Zoals gezegd werk ik momenteel aan de essaybundel Une rencontre van Milan Kundera, en het ligt dus voor de hand om daar een voorbeeld aan te ontlenen: een willekeurig vertaalprobleem van het hardnekkige soort, waar je zittend, lopend, douchend, slapend en etend urenlang over nadenkt voordat je in de buurt komt van een oplossing – die soms verrassend dicht bij het beginpunt kan liggen, maar soms ook helemaal niet.

Eerst de tekst maar even in het Frans: ‘Je la connaissais depuis longtemps. Elle était intelligente, pleine d’esprit, elle savait parfaitement maîtriser ses émotions et était toujours habillée si impeccablement que sa robe, tout comme son comportement, ne permettait pas d’entrevoir la moindre parcelle de sa nudité.… > Lees verder

Tirade 18: Beheersbaarheid

Het boek waar ik momenteel aan werk heet Une rencontre en is geschreven door Milan Kundera. Ik ben zijn vaste vertaler, dit is mijn vierde boek van hem na de romans Identiteit en Onwetendheid en het essay Het doek. Voor wie het nog niet wist: de in Tsjechoslowakije geboren Kundera woont sinds 1975 in Frankrijk en heeft inmiddels acht boeken in het Frans geschreven, twee meer dan de zes Tsjechische titels die hij tot zijn officiële oeuvre rekent (zijn jeugdwerk, met name drie toneelstukken en drie poëziebundels, heeft hij afgezworen). Hij is dus geen Tsjechische schrijver meer en wil ook geen Franse schrijver zijn, maar een Europese schrijver die toevallig het Frans hanteert.… > Lees verder

Een ‘wild meisje’? Oerteksten van Marguerite Duras

Sommige schrijvers spreiden postuum een grote bedrijvigheid ten toon. Voordat hun roem taant en ze terugvallen in de vergetelheid, wordt hun naam te gelde gemaakt door de publicatie van teksten uit de nalatenschap – brieven, dagboeken, artikelen, schetsen, aantekeningen, kladversies. Of alles wat uit de archieven tevoorschijn komt een verrijking van het oeuvre mag heten, is een andere zaak. Tegen het uitmelken van de fonds de tiroir van een schrijver verzet zich de moraal van het wezenlijke, door Milan Kundera bepleit in zijn essay Het doek (Ambo, 2006, vertaling Martin de Haan): ‘Niet alles wat een romancier heeft geschreven maakt deel uit van zijn werk.… > Lees verder

Milan Kundera over W.F. Hermans

In Le Monde van 26 januari 2007, op de opiniepagina van het boekenkatern, stond een opmerkelijk artikel. Zwaargewicht Milan Kundera, door de Fransen sinds jaar en dag gekoesterd als ‘groot Frans schrijver’, bracht een roman van een volslagen onbekende buitenlandse auteur onder de aandacht, nota bene ruim driekwart jaar nadat het boek in kwestie was verschenen bij Gallimard, totaal onopgemerkt door de Franse pers. De naam van de grote onbekende? Willem Frederik Hermans. Kundera was door een gelukkig toeval op De donkere kamer van Damokles gestuit, in de nieuwe vertaling van Daniel Cunin, en was daar zo enthousiast over dat hij direct in de pen klom om dit ‘kapitale werk’, zoals het in de lead wordt genoemd, alsnog onder de aandacht te brengen.> Lees verder