Als Marcel Proust ergens om bekendstaat, is het wel om zijn lange, meanderende zinnen. Het vertalen van dat soort zinnen is vaak geen sinecure, met name om twee redenen:
- Het Nederlands maakt zeer spaarzaam gebruik van tegenwoordige deelwoorden, terwijl het Frans er (net als het Engels) in grossiert. Deelwoordconstructies zijn in het Frans een ideale manier om extra informatie in de zin te hangen zonder dat hij kapseist: de hoofdzin blijft helder, en het logische of temporele verband kan impliciet worden gelaten. In het Nederlands is dat vrijwel onmogelijk, dus de vertaler moet voortdurend zoeken naar creatieve oplossingen.
- In het Frans staat de persoonsvorm in principe vooraan in de zin, in het Nederlands vaak verder naar achteren.