web analytics

Hoe vraag je om opslag?

In Middelburg verschijnt bij de Stichting Kunstuitleen Zeeland al jarenlang de Slibreeks, een serie van mooie kleine boekjes op envelopformaat, die altijd weer verrassingen in petto heeft. Zo was het voorlaatste nummer bijvoorbeeld een losbladige uitgave van het verhaal ‘Een muur met grillige patronen’ van de Chinese avant-gardist Ma Yuan. De lezer kan als het ware zelf zijn eigen verhaal samenstellen door de volgorde van de hoofdstukjes te veranderen, een idee dat zo uit de koker van de Franse literaire groep Oulipo had kunnen komen (‘Ouvroir de Litterature Potentielle’, zoiets als ‘Werkplaats voor Mogelijke Literatuur’).

Een van de belangrijkste leden van diezelfde Oulipo was Georges Perec, en van hem is toevallig het nieuwste Slib-deeltje afkomstig: het hoorspel Opslag uit 1970.… > Lees verder

De spiegel van het verschil: over Kundera en het vertalen

Spiegel

‘Wanneer een kunstenaar over een andere kunstenaar spreekt, heeft hij het altijd (indirect, via een omweg) over zichzelf, en daarin schuilt de waarde van zijn oordeel.’ Aan het woord is Milan Kundera, kunstenaar, die spreekt over een andere kunstenaar, Francis Bacon – en dus over zichzelf. De grenzen van het ik, het einde van het grote Europese modernisme, de vrolijke wanhoop, de gruwelen van de toevalligheid: allemaal thema’s die Kundera bij Bacon herkent (weerspiegeld ziet).

En nu spreekt hij opnieuw over een andere kunstenaar: Kafka; en opnieuw schuilt de waarde van zijn oordeel misschien vooral in wat hij indirect, via een omweg, over zichzelf zegt.… > Lees verder

Big Brother in Marokko

Het moet je maar overkomen: je bent nietsvermoedend een wandelingetje aan het maken en plotseling krijg je een parachutist op je kop. Gelukkig gebeurt dat soort dingen bijna alleen maar in romans – bijvoorbeeld in Kijk uit voor parachutisten van Fouad Laroui. En daar blijft het in dat boek niet bij: de hoofdpersoon, Dinges genaamd, nodigt de parachutist in kwestie uit om onder het genot van een glaasje limonade bij hem thuis te komen vertellen hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren – de goede man blijkt ruim een kilometer naast zijn doel, het voetbalstadion, te zijn neergekomen – maar als de gast zich eenmaal op de bank heeft genesteld, is hij niet meer weg te slaan.… > Lees verder

Michel Houellebecq is wel degelijk een stilist

‘Zodra het literaire hanteerbaar wordt (bruikbaar, nuttig), is het verloren.’
– P.F. Thomése

‘Een essay waarvan de stijl is getypeerd als non-style’ – met die aanhaling van een anonieme bron presenteert de redactie van De revisor in het vorige nummer Michel Houellebecqs essay ‘Kunst in tijden van ontreddering’. Wie een beetje op de hoogte is van alle zin en onzin die over het werk van de eigenzinnige Fransman is geschreven, kan wel raden waar die bron moet worden gezocht, namelijk in de redactie zelf (want bij mijn weten heeft de specifieke stijl van juist dit ene essay nooit eerder een dergelijke kwalificatie opgeroepen).… > Lees verder

De vlucht uit de persoonlijkheid

Er zijn van die schrijvers die je altijd blijven intrigeren, niet zozeer omdat ze je verbluffen met hun virtuositeit of hun diepzinnigheid, maar vooral omdat je voortdurend het gevoel hebt dat je er net niet bij kunt, dat je iets gemist hebt, kortom: dat je eigenlijk weer van voren af aan zou moeten beginnen met lezen. Een van die zeldzame figuren is voor mij de Fransman Raymond Queneau (1903-1976). Zijn romans zijn weleens vergeleken met een ui die je kunt blijven afpellen zonder ooit op de kern te stuiten, en inderdaad hebben ze veel weg van de paradoxale kringlopen op de tekeningen van Escher: je komt steeds verder (hoger, dieper), maar uiteindelijk blijk je gewoon een rondje te hebben gemaakt.… > Lees verder

Het kind, de poëzie, het raadsel

‘Of Rimbaud: één keer met onstuimig hart aan de taal wrikken, om haar voor één ogenblik goddelijk onbruikbaar te maken – en daarna weggaan, niet terugblikken, koopman zijn.’ – Paul Claes had voor zijn nieuwe vertaling van Rimbauds tweede bundel met prozagedichten, de befaamde Illuminations, geen beter motto kunnen vinden dan dit citaat van Rilke. Arthur Rimbaud: het kind dat de Franse poëzie, en de poëzie tout court, voorgoed een ander aanzien gaf. De een zou zeggen: voorgoed bevrijdde uit het stoffige keurslijf van regels en beperkingen, de ander: de weg opende naar de terreur van de lyrische extase.

Rimbaud, de revolutionair; Rimbaud, de ziener; Rimbaud, de mysticus; Rimbaud, de dromer.… > Lees verder