U kent ze wel, die brede, met glas overdekte straten, die doorgaans de verbinding vormen tussen twee hoofdstraten en het winkelende publiek zo in staat stellen ongehinderd door weer en wind te flaneren langs al het moois dat de middenstand te bieden heeft. Aan die Parijse passages wijdde de Duitse denker Walter Benjamin zijn lijvige, postuum uitgegeven Passagen-Werk. Hij zag ze als verzinnebeelding van de moderniteit: God heeft zich teruggetrokken, de weg naar de hemel is afgesneden door een glazen kap, en daaronder rest ons niets anders dan te flaneren, doelloos rond te wandelen.
Benjamin is niet de eerste die het verband legt tussen de passages en de moderniteit.… > Lees verder