web analytics

De libertijn en de lichtekooi

In de openingsbladzijden van Prousts Un amour de Swann – de roman-in-de-roman die het tweede deel van Du côté de chez Swann vormt – wordt Odette de Crécy, een van de ‘getrouwen’ van de salon van mevrouw Verdurin en de toekomstige maîtresse van Charles Swann, tot driemaal toe gekarakteriseerd als hoer.

Op de jonge vrouw van de dokter na bestond [het vrouwelijke aandeel in het ‘kringetje’] dat jaar vrijwel uitsluitend […] uit een haast tot de demi-monde behorende persoon, mevrouw De Crécy, die door mevrouw Verdurin bij haar voornaam Odette werd genoemd en bestempeld als ‘een schat’ en uit de tante van de pianist, die ooit als conciërge scheen te hebben gewerkt; het was een koud kunstje geweest om die van de society onwetende, naïeve vrouwspersonen wijs te maken dat prinses De Sagan en hertogin De Guermantes arme stakkers moesten betalen om wat aanloop te hebben op hun diners, zodat als iemand had aangeboden hun een uitnodiging bij die twee grandes dames te bezorgen, de gewezen conciërge en de lichtekooi het aanbod laatdunkend zouden hebben afgeslagen.

> Lees verder

Gerrit Komrij over vertalen

‘Dat vertalen doe ik voor de centen. Ik zou willen dat ik meer tijd had voor het dichten. De rijping, het vasthouden in mijn hoofd, het gaat zo moeilijk tussen al dat vertalen door.’ (1971)

‘Een heel boek perfect vertalen is altijd nog een mindere daad dat het schrijven van één geslaagde dichtregel.’ (1985)

‘Het grootste probleem bij vertalen is: je moet kiezen. Ik ken vertalers in Nederland, die glimmen nog steeds van trots over de veertien pagina’s die ze ooit vertaalden waar ze tien jaar over hebben nagedacht. Terwijl je dat in een dag en een nacht doet. Het gaat erom, kun je een miljoen schakelingen per minuut maken.… > Lees verder

Michon in Mokum

‘Laten we voor één keer het gebroed waarnaar we door een wreed noodlot zijn verwezen op waardige wijze vertegenwoordigen.’ Voor elke denkbare situatie in het leven is er, zo stelde Pierre Michon afgelopen maandag in het Maison Descartes, een toepasselijke quote te vinden in Becketts Wachten op Godot. Quod erat demonstrandum: waardig was Michons bezoek aan Nederland, het eerste sinds hij, begin jaren ’90, in het Nederlands begon te worden vertaald. In het gesprek met Isabelle Mallez, directrice van het Maison Descartes, werd onder meer duidelijk dat de figuur van François-Élie Corentin niet alleen door zijn fictieve aard afwijkt van andere schilders die Michon heeft geportretteerd, maar vooral door zijn vermogen om onbevangen stoutmoedig te zijn, om alle schroom en zelfbeklag af te werpen – Corentin is un salaud qui réussit, een schoft die slaagt.… > Lees verder

Levenselixer

Arme Engelsen, die het ten eeuwigen dage moeten doen met Shakespeares Elizabethaanse Engels! Wij hebben evenveel Shakespeares tot onze beschikking als er Shakespearevertalers zijn. Bij het permanente regeneratieproces van klassieke werken spelen vertalingen een sleutelrol. Klassieken waarvan de rijkdom en roem niet keer op keer door vertalingen worden bevestigd, zijn geen klassieken. Vertalingen vormen een levenselixer, ze verlenen Emma, Marcel en de anderen hun eeuwige jeugd.

Naar aanleiding van de verschijning van het vijftigste deel in de Perpetuareeks, waarin ook de hervertaling van Du côté de chez Swann zal verschijnen, organiseerde het Brusselse literatuurhuis Passa Porta (in de reeks ‘De Reflectiekamer’) samen met uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep op 28 februari een discussie-avond over de betekenis van de literaire klassieken.… > Lees verder

Imagine No Fiction

Soms blijkt verbeelding de kortste weg naar de werkelijkheid. Is dat niet de kunst? Even better than the real thing?

Op woensdag 8 februari gaan onder de titel ‘Imagine No Fiction’ in de Vooruit in Gent moderatoren Tom Van Imschoot & Isolde Vanhee in gesprek over de werkelijkheid van de verbeelding, met kunstschilder David Claerbout, cineast Gust Van den Berghe (‘En Waar de Sterre Bleef Stille Staan’ en ‘Blue Bird’), kunstenares Wendy Morris en essayist/vertaler Rokus Hofstede. Zie ook hier.

In Rekto:Verso neemt Van Imschoot een voorschot op de discussie met een prikkelend stuk over collectieve fascinatie, waarin hij onder meer ingaat op de fascinatie die Pierre Michon weet te suggereren voor het wereldberoemde schilderij De Elf.… > Lees verder

Hij zei dat hij het deed

In de laatste aflevering van dit reeksje rond Michons De Elf gaat het over de nacht van 15 nivôse in het jaar II, oftewel over 5 januari 1794, omstreeks het driekoningenfeest. Schilder Corentin wordt in het holst van die vriesnacht door drie sansculotten ontboden in de voormalige Saint-Nicolas-des-Champskerk, herdoopt tot Nicolas-kerk, want de revolutie heeft alle heiligen beroofd van hun titel.

Ze waren er. Ze klommen het lage bordes al op.
    De deuren stonden wijd open.
    In het portaal moesten ze uitwijken voor de klokken, de wanstaltige rammelaars van de hemelse Vader, die al waren neergehaald maar nog niet naar de smelterij gevoerd, die zwegen.

> Lees verder