web analytics

Op de rand van de wereld: Michel Houellebecq

December 2002. De Volkskrant heeft me gevraagd Michel Houellebecq te interviewen, maar waar is hij? Niet in Ierland, waar hij sinds een paar jaar op een afgelegen eiland woont. Ook niet in Parijs: zijn uitgever heeft al een tijdlang niets van hem vernomen. Het heeft er alle schijn van dat hij net als Michel Djerzinski, de hoofdpersoon van Elementaire deeltjes, van de aardbodem is verdwenen; maar dan hangt hij ineens aan de telefoon, bedachtzaam als altijd. Spanje, een uitgestorven vakantiedorp aan de Costa de Almería. Op de rand van Europa, net als in Ierland.

Ik boek een vlucht, huur een auto en rijd door de Andalusische woestijn naar de aangeduide plaats.… > Lees verder

Een moderne Pythagoras: Raymond Queneau en het Getal

De wereld is alles wat het getal is. Het getal in kwestie is uiteraard 100,[1. Dit stuk is speciaal geschreven voor het honderdste nummer van het tijdschrift Raster.] dat wil zeggen 1 (want 1 + 0 + 0 = 1), dat wil zeggen 64 (want 6 + 4 = 10 en 1 + 0 = 1), dat wil zeggen 154 (want 1 + 5 + 4 = 10 en 1 + 0 = 1), dat wil zeggen 100.000.000.000.000 (want 1 + 14 × 0 = 1). Wie de wereld in een getal wil vatten, komt altijd op het getal 1 uit.… > Lees verder

Tovertaal 4: Groot nieuws voor de dichters

Poëzie vertalen is een heikele zaak. Vooral metrische en rijmende poëzie levert in vertaling maar al te vaak een bedroevend resultaat op, om een voor de hand liggende reden: hoe nauwer de vaargeul, hoe groter de kans dat het schip strandt, en vormvaste poëzie geeft de vertaler minder ruimte dan welke andere vorm van literatuur dan ook. Ik ken geen enkele metrische en rijmende vertaling die mij als tekst volledig overtuigt: rijmdwang, antimetrische verzen, lelijke parafrases, ook de allerbeste vertalers van dit soort poëzie ontkomen er niet aan. Toen ik onlangs in de gebruiksaanwijzing van Tovertaal las dat het programma ook rijmend en metrisch kon vertalen, was ik dan ook buitengewoon sceptisch, hoe verbluffend de verdere vertaalprestaties van het ding ook waren.… > Lees verder

Poëzie is altijd eenzaam – gesprek met Chen Li

door Silvia Marijnissen en Martin de Haan

Hualian, Taiwan, mei 2001. Met zijn auto komt Chen Li ons in het Politiehotel ophalen voor een gesprek over zijn poëzie; zoals altijd is hij losjes gekleed en loopt hij op zijn Playboy-slippers. We rijden naar zijn huis aan de andere kant van het stadje. Via een ingang die oogt als een garagedeur komen we direct in de woonkamer, die wordt overheerst door een enorme geluidsinstallatie, gigantische speakers en kasten vol cd’s en video’s met voornamelijk westerse klassieke muziek. We lopen door naar de tweede verdieping en installeren ons daar op de parketvloer van een lange, lichte kamer die helemaal leeg is, op een Yamahavleugel en een wand met boekenkasten na.> Lees verder

Lezen is dwalen

Het heeft iets weg van een goede grap: Frankrijks belangrijkste literaire prijs, de Prix Goncourt, doorgaans goed voor een verkoop van enkele honderdduizenden exemplaren, is afgelopen maandag toegekend aan een boek dat normaliter misschien niet eens een tweede druk zou halen. Les Ombres errantes (‘Dolende schimmen’ of ‘Dwalende schaduwen’) van Pascal Quignard is geen potentiële bestseller, geen meeslepend verhaal dat je steeds dwingt tot doorlezen. Het is niet eens een roman – en dat zegt veel, in een tijd waarin ‘roman’ en ‘literatuur’ bijna synoniem zijn geworden.

De keuze van de Goncourtjury is des te opmerkelijker omdat diezelfde jury vorig jaar een boek bekroonde dat in alle opzichten het tegendeel was van de huidige winnaar: Rouge Brésil van Jean-Christophe Rufin, een humanistisch-moralistische papa-vertelt-roman die inderdaad alles in zich had om een groot publiek te behagen.… > Lees verder

Tovertaal 3: De zoekgeraakte tijd

Marcel Proust, wie kent hem niet. Zijn meesterwerk, de megaroman Op zoek naar de verloren tijd, wordt deze zomer herdrukt in een goedkope editie (7 delen in cassette, 3472 pagina’s, € 69,50) in de onvolprezen en zwaar bekritiseerde vertaling van het trio C.N. Lijsen, M.E. Veenis-Pieters en Thérèse Cornips, dus vanaf nu is zelfs de prijs geen excuus meer. Maar de Nederlandse Proust is de Franse niet, verzekeren de snobs ons, en ze hebben nog gelijk ook: een vertaling kán niet identiek zijn aan het origineel. Gelukkig maar, trouwens, want nu kunnen we tenminste nog hopen dat er ooit een tweede Proustvertaling zal komen, en een derde, en een vierde – die niet per se beter zullen zijn, maar in ieder geval een andere visie op de tekst zullen geven.… > Lees verder