web analytics

Lezen met een Perzisch oog

Wat de jaren zestig waren voor de twintigste eeuw, was de Régence voor de Franse achttiende eeuw. Lodewijk XIV, de strenge despoot die van 1643 tot 1715 had geheerst, lag nog maar koud in het graf of alles zoop en naaide, heel Frankrijk was één groot matras. Het leek alsof alle oude zeventiende-eeuwse waarden in één klap waren weggevaagd: godsvrucht was ineens passé, atheïsme in de mode, autoriteit uit den boze en vrijheid (van geest en van zeden) bon ton.

Het regentschap van Philippe d’Orléans duurde niet langer dan acht jaar, maar de geest was uit de fles. Veel van wat de Franse achttiende eeuw voor ons belichaamt – zwierigheid, lichtheid, vrijheidsdrang, anti-absolutisme, intellectuele durf – is een rechtstreeks uitvloeisel van de gezagscrisis die na de dood van de Zonnekoning uitbrak; het werk van iemand als Voltaire valt niet goed te begrijpen zonder enig benul van de ‘aimable Régence’ waarin hij debuteerde.… > Lees verder

Milan Kundera, Onwetendheid, fragment

Milan Kundera, Onwetendheid Jonás Hallgrímsson was een groot romantisch dichter en tevens een groot voorvechter van de onafhankelijkheid van IJsland. Alle kleine naties van Europa kenden in de negentiende eeuw die romantische en patriottische dichters: Petőfi in Hongarije, Mickiewicz in Polen, Prešeren in Slovenië, Mácha in Bohemen, Sjevtsjenko in Oekraïne, Wergeland in Noorwegen, Lönnrot in Finland en ga zo maar door. IJsland was destijds een kolonie van Denemarken en Hallgrímsson woonde gedurende zijn laatste levensjaren in de hoofdstad. Alle grote romantische dichters waren behalve grote patriotten ook grote drinkers. Op een dag viel Hallgrímsson stomdronken van een trap, brak zijn been, kreeg een infectie, stierf en werd begraven op het kerkhof van Kopenhagen.… > Lees verder

De schrijver als eeuwige ander

Een foto uit 1975. Zestien mannen en één vrouw, verzameld in een tuin. We herkennen onder andere Italo Calvino, Georges Perec en, precies in het midden, zittend achter de rode tuintafel, Raymond Queneau. Het is een beroemde foto, genomen in het laatste jaar voor Queneaus dood. Hij draagt een lichtgrijs pak met donkere stropdas. Perec, met woeste haardos en nonchalante witte blouse, staat vlak achter hem.

Ik zie de foto voor het eerst in kleur, maar toch wordt mijn oog meteen weer naar dat raadselachtige middelpunt getrokken. Queneau lijkt hier de Onbewogen Beweger zelve, hij domineert het tafereel maar lijkt er tegelijkertijd buiten te staan.… > Lees verder

Tovertaal 2: Trouwen doe je omdat je van elkaar houdt

Citaten in een literair werk zijn voor een vertaler altijd een reden om extra alert te zijn. De auteur laat een vreemde stem spreken in zijn eigen tekst, er vindt een stijlsprong plaats, de doorgaande beweging wordt onderbroken. Voor de gebruiker van Tovertaal vormen citaten dan ook een prachtige gelegenheid om zich uit te leven in de wat woestere stijlexperimenten. Ik werk nu ruim drie maanden met het programma, het ambachtelijke vertaalwerk kan ik inmiddels volledig aan Tovertaal overlaten, de snelheid overtreft mijn stoutste dromen, maar hele dagen achtereen alleen maar pagina’s scannen is ook niet alles, dus elk citaat dat ik tegenkom koester ik als een kleinood.… > Lees verder

Michel Houellebecq, ‘Platform’, fragment

Michel Houellebecq, PlatformMidden in een dronkenschap, vlak voor de totale versuffing, beleef je soms momenten van intense helderheid. De teloorgang van de seksualiteit in het Westen was onmiskenbaar een sociologisch verschijnsel van enorme omvang, het had geen zin dat te willen verklaren aan de hand van individuele psychologische factoren; toen ik een blik op Jean-Yves wierp, besefte ik dat hij een perfecte illustratie van mijn stelling vormde, het was bijna gênant. Niet alleen neukte hij niet meer en had hij ook geen tijd meer om het te proberen, erger nog, hij had er niet eens echt zin meer in, hij voelde het leven uit zijn lichaam wegvloeien, hij begon de geur van de dood te ruiken.… > Lees verder

Onzekerheden van een gepensioneerde meneer

Wat houdt meneer Songe bezig? Eerst een tijdje niets, zo lijkt het, of bijna niets: de tuin aanharken, een beetje kibbelen met de huishoudster, eten, slapen, uit het raam kijken. Meneer Songe is met pensioen, hij heeft een huis aan de Middellandse Zee gekocht en leidt een ledig leven.

Hoewel, ledig? In het tweede deel van het boekje dat zijn naam draagt, blijkt meneer Songe een obsessie te hebben: hij schrijft. Net als miljoenen soortgenoten is hij grafomaan: liefdevol voor frasen, liefdeloos voor mensen, zoals zijn huishoudster hem geregeld verwijt. Bovendien is hij bang: bang voor de ledigheid, bang voor de verwoestende werking van de tijd.… > Lees verder