Je zou hem de Proteus van de twintigste-eeuwse Franse literatuur kunnen noemen. André Gide (1869-1951), auteur van onder meer Les Caves du Vatican en Les Faux-monnayeurs, neemt als schrijver de meest uiteenlopende gedaanten aan, hij is altijd daar waar je hem niet verwacht: ‘Al mijn boeken keren zich tegen de liefhebbers van het vorige,’ noteert hij ironisch in zijn dagboek.
Weinig schrijvers zijn zo ongrijpbaar als Gide. Dat heeft alles te maken met zijn streven naar authenticiteit: elke eenduidige weergave van de werkelijkheid vindt hij een vervalsing, een ‘kunstmatige constructie waaruit het leven zich meteen terugtrekt,’ zoals hij in juni 1927 schrijft, en alleen door telkens een andere positie in te nemen denkt hij de complexe werkelijkheid recht te kunnen doen.… > Lees verder