‘Senhor Manoel Viegas, als mannen met mij slapen doen ze dat niet om een kut te vinden. Ze plaatsen hun lul tussen mijn benen en daar komen ze aan hun gerief. Zelf kom ik niet klaar. Als Uwe Hoogheid hetzelfde zou wensen, gebruik me, ik sta tot uw beschikking en zweer U dat ik tot de dood zal geven wat nodig is, en de verliezen zullen voor mij zijn. Francisco Correa Netto.’
Deze brief werd in 1664 geschreven in Silves, een klein Zuid-Portugees stadje, door de koster van de plaatselijke kathedraal aan een gitaarbouwer. Hij is de eerste van vijf brieven die door Luiz Mott en Aroldo Assuncao uit de archieven van de Portugese inquisitie zijn opgediept.… > Lees verder