web analytics

Vroeg naar bed: de beginzin van Combray

De beginzin van Prousts A la recherche du temps perdu is voor de Nederlandse vertaler een lastige, zoals trouwe lezers van het blog Hof/Haan weten. Het lijkt zo makkelijk:

Longtemps, je me suis couché de bonne heure.

Geen begripsproblemen, geen dubbele bodems, geen opvallende woorden, geen onvertaalbaar idioom, geen moeilijke zinsconstructie, geen gemarkeerd taalregister, geen lastige woordspelingen, geen klankeffecten, geen metrum, geen allusies naar andere teksten, geen culturele verwijzingen: voor een lezer die het zinnetje nog niet kent is dit gewoon een doodnormale, onnadrukkelijke mededeling van iemand die iets wil vertellen over een periode in het verleden die inmiddels voorbij is.… > Lees verder

De bel en de klepel

Voor Hof en Haan staat het jaar 2012 in het teken van Marcel Proust, van wie we Du côté de chez Swann vertalen voor de Perpetuareeks van Athenaeum-Polak & Van Gennep. Het is een tamelijk gewaagde onderneming, want er bestaan al twee andere vertalingen van dit deel van de Recherche, waarvan de recentste (door Thérèse Cornips) nog maar kort geleden is verschenen, in 2009. Over de redenen van onze hervertaling hebben we ons elders al uitgelaten. Op dit blog zullen we vanaf nu regelmatig schrijven over het concrete vertaalproces – waarbij ook de bestaande vertalingen (inclusief de twee Engelse en drie Duitse) uiteraard ter sprake zullen komen.… > Lees verder

Bijtijds gaan slapen

‘Lang ben ik bijtijds gaan slapen.’ Zo begint Op zoek naar de verloren tijd in de vertaling van Thérèse Cornips. De vertaalster bekent meteen kleur door het neutrale ‘de bonne heure’ te vertalen met een woord (bijtijds) dat weliswaar ook ‘vroegtijdig’ kan betekenen, maar waarvan ‘de thans [= in de tweede helft van de 19de eeuw] gewone beteekenis’ zelfs volgens het WNT al ‘intijds’ is, dat wil zeggen tijdig, voor het te laat is. Waarschijnlijk zeggen oude mensen in afgelegen boerendorpen nog wel dat ze bijtijds gaan slapen, maar de jonge hoofdpersoon van een van de grootste modernistische romans?

Toegegeven, het is niet zo simpel als het lijkt.… > Lees verder

Hofstede & de Haan

Rokus Hofstede en Martin de Haan opereren veelvuldig als vertalersduo, soms ook als schijversduo. Zij hebben samen werk vertaald van Marcel Proust (Het vervloekte ras, Tegen Sainte-Beuve, beide met Jan Pieter van der Sterre, en Swanns kant op), Régis Jauffret (Gekkenhuizen!, wereld, wereld!), Vivant Denon (Eenmaal, immermeer), Émile Zola (Hoe men sterft), Julio Cortázar (De toespraken van de bekkenknijper) en Joris-Karl Huysmans (Aan de vrouw). Ook hebben ze samen de briefwisseling Publieke vijanden van Michel Houellebecq (vertolkt door Martin de Haan) en Bernard-Henri Lévy (vertolkt door Rokus Hofstede) vertaald.… > Lees verder

Martin de Haan

Martin de Haan (Middelburg, 1966) werkte na zijn studies Frans en literatuurwetenschap enkele jaren aan een proefschrift over de poëzie van Raymond Queneau, maar zei in 1995 de wetenschap vaarwel om zelf literair actief te worden. Was lange tijd recensent Franse literatuur voor de Volkskrant. Schreef tal van essays voor diverse Nederlandse en Vlaamse tijdschriften. Vaste vertaler van Milan Kundera en Michel Houellebecq, lid van het inmiddels ter ziele gegane vertalerstrio Marjan Hof (met Rokus Hofstede en Jan Pieter van de Sterre). Coauteur (met Rokus Hofstede) van het vertaalpleidooi ‘Overigens schitterend vertaald’. Was lid van de adviesraad van het Fonds voor de Letteren en bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen.… > Lees verder