web analytics

Een stadswandelaar als Georges Perec

‘Boven aan de trappen kom je uit op een klein kruispunt, met links de Rue Piat, aan de overkant de Rue des Envierges en rechts de Rue du Transvaal. Op de hoek van de Rue des Envierges en de Rue du Transvaal is een mooie okerkleurige bakkerswinkel. Langs de trapleuning, naast een lantaarnpaal, staat een brommer met bonte kleuren in een roofdiermotief. Twee Algerijnen leunen een ogenblik met hun ellebogen op de balustrade. Twee zwarten lopen de trappen op. Ondanks het tamelijk bewolkte weer is het panorama vrij weids: kerken, hoge nieuwe gebouwen, het Pantheon?’

Het panorama is nog altijd vrij weids vanaf de heuvel van Belleville.… > Lees verder

Het leven is geen gebruiksaanwijzing

‘Een spies met niertjes, drie lamsspies, een mixed-grill, een nier met mosterdsaus, een kalfsnier, drie kalfskop, elf kalfslever, een kalfstong, een kalfszwezerik met pommes sarladaises, een terrine van kalfszwezerik, een lamshersentjes, twee verse ganzenlever met druiven, een ingemaakte ganzenmaagjes, twee kippenlevertjes.’

Fransen houden van orgaanvlees, en de in 1982 op 45-jarige leeftijd overleden schrijver Georges Perec vormde geen uitzondering op die regel. Het is een van de vele microsociologische conclusies die we kunnen trekken uit zijn ‘Poging tot inventarisatie van het vloeibare en vaste voedsel dat ik in de loop van het jaar negentienhonderdvierenzeventig door het keelgat heb gejaagd’, een autobiografische tekst van een wat ongebruikelijk type, opgenomen in een boek dat wel meer ongebruikelijke teksten bevat.… > Lees verder

Georges Perec / Robert Antelme

Wie vandaag het essay leest dat Georges Perec (1936-1982) begin jaren ’60 schreef over L’espèce humaine van Robert Antelme, doet dat haast onvermijdelijk met een biografische bril. Perecs Pools-joodse vader overleed in 1940 tijdens de eerste oorlogshandelingen als vrijwillige in het Franse leger, zijn Pools-joodse moeder werd in 1943 via Drancy naar Auschwitz gedeporteerd en keerde niet terug. De kleine Georges dook tijdens de oorlogsjaren onder in de Vercors, om na de oorlog te worden opgenomen in het gezin van zijn tante Esther. In W ou le souvenir d’enfance(1975)[1. Georges Perec, W of de jeugdherinnering, vertaald door Edu Borger, De Arbeiderspers, 1991.]… > Lees verder

Een slecht uitgeknepen citroen

Niets kleinmenselijks is de vertaler vreemd. Onlangs betrapte ik mezelf erop dat ik naarstig naar vertaalblunders zat te speuren in een oude vertaling van de tekst die ik op dit moment onder handen heb. Ik wilde mijn voornemen om die tekst opnieuw te vertalen voor mijzelf legitimeren door te kunnen wijzen op de aperte interpretatiefouten van mijn voorganger. Bij de eerste miskleun die ik aantrof, haalde ik opgelucht adem, en bij iedere miskleun die volgde verbeterde mijn humeur.

Tweemaal eerder heb ik me aan een dergelijke beschamende activiteit overgegeven. De eerste keer betrof het Georges Perecs Un homme qui dort uit 1967, in 1968 vertaald als Een slaper en verschenen in de beroemde witte-beertjesreeks.… > Lees verder

Lof der gekunsteldheid: de masochistische poëtica van Raymond Queneau

Raymond Queneau en de natuur: je zou er een proefschrift over kunnen schrijven. De werkhypothese daarvan zou ongetwijfeld luiden dat Raymond Queneau niet weg was van de natuur, en de kans dat die hypothese in de loop van het onderzoek zou sneuvelen, mag bijzonder klein worden geacht. Raymond Queneau háátte de natuur. Van grassprietjes en bloempjes kreeg hij het benauwd (hij had astma), in mooie landschappen was hij niet geïnteresseerd (behalve wanneer ze zich in de stad of in zijn hoofd bevonden), en voor boompjes en beestjes had hij alleen aandacht wanneer hij ze van hun natuurlijkheid kon ontdoen met behulp van de taal.… > Lees verder

Hoe vraag je om opslag?

In Middelburg verschijnt bij de Stichting Kunstuitleen Zeeland al jarenlang de Slibreeks, een serie van mooie kleine boekjes op envelopformaat, die altijd weer verrassingen in petto heeft. Zo was het voorlaatste nummer bijvoorbeeld een losbladige uitgave van het verhaal ‘Een muur met grillige patronen’ van de Chinese avant-gardist Ma Yuan. De lezer kan als het ware zelf zijn eigen verhaal samenstellen door de volgorde van de hoofdstukjes te veranderen, een idee dat zo uit de koker van de Franse literaire groep Oulipo had kunnen komen (‘Ouvroir de Litterature Potentielle’, zoiets als ‘Werkplaats voor Mogelijke Literatuur’).

Een van de belangrijkste leden van diezelfde Oulipo was Georges Perec, en van hem is toevallig het nieuwste Slib-deeltje afkomstig: het hoorspel Opslag uit 1970.… > Lees verder