‘Leve de durvers!’, wordt ons dezer dagen toeroepen door de reclameaffiches van een bankinstelling. Ter illustratie van die leus zien we een foto van respectievelijk een jongetje dat in een boom klimt en een meisje dat van een trap glijdt. De suggestie dat ‘durven’ eigen is aan de jeugd, dat jongeren van nature wild, overmoedig en vernieuwingsgezind zijn, legt onze marketeers geen windeieren, maar is zij waar? Jongeren zijn vaak behoudzuchtig en conformistisch, dat is een van de ontnuchterende, zo niet onthutsende bevindingen van het ouderschap. Tegen de voorkeuren en opvattingen die binnen de peergroup opgeld doen, moeten die van ouders het vrijwel altijd afleggen.… > Lees verder
In Search of a Good First Line
Translating the first sentence of Proust’s A la recherche du temps perdu into Dutch is not an easy task, as translators Martin de Haan and Rokus Hofstede have found out. Here is how they came to a solution for their new translation of Du côté de chez Swann, due to appear in 2015.
It all seems so easy: ‘Longtemps, je me suis couché de bonne heure.’ No interpretation problems, no hidden meanings, no obtrusive words, no untranslatable idiom, no difficult sytax, no marked register, no tricky word play, no sounds effects, no metre, no intertextual allusions, no cultural references: for the reader who is not familiar with the sentence, this is nothing more than an ordinary, unemphatic statement by someone who wants to tell something about a period in the past that is now over.… > Lees verder
Vroeg naar bed: de beginzin van Combray
De beginzin van Prousts A la recherche du temps perdu is voor de Nederlandse vertaler een lastige, zoals trouwe lezers van het blog Hof/Haan weten. Het lijkt zo makkelijk:
Longtemps, je me suis couché de bonne heure.
Geen begripsproblemen, geen dubbele bodems, geen opvallende woorden, geen onvertaalbaar idioom, geen moeilijke zinsconstructie, geen gemarkeerd taalregister, geen lastige woordspelingen, geen klankeffecten, geen metrum, geen allusies naar andere teksten, geen culturele verwijzingen: voor een lezer die het zinnetje nog niet kent is dit gewoon een doodnormale, onnadrukkelijke mededeling van iemand die iets wil vertellen over een periode in het verleden die inmiddels voorbij is.… > Lees verder
Hof en Haan praten over Proust
Honderd jaar verloren tijd: de modernistische kathedraal van Marcel Proust
In het Amsterdamse café Kapitein Zeppos kende niemand hem, die late avond in januari 2010 toen de twee jongens aan het buurtafeltje nog nooit bleken te hebben gehoord van de ‘Shakespeare van de twintigste-eeuwse Franse literatuur’ (zelfs dat autoriteitsargument mocht niet baten) en we dus maar besloten een spontane steekproef onder de aanwezigen te houden. ‘Proust, is dat geen restaurant op de Noordermarkt?’
Combray, Balbec. Swann, Odette, de Verdurins. Gilberte, Albertine. Voor de ingewijde zijn het namen met welhaast heilige klanken, waarvan het noemen al volstaat om een heel universum op te roepen. De madeleine, het drama van het slapengaan, de twee wandelingen.… > Lees verder
Proust in Padua
Van 14 tot 16 november, op de kop af honderd jaar na de verschijning van het origineel, vond in het Italiaanse Padua een congres plaats over het vertalen van Du côté de chez Swann. Mijn geluk was dat ik dat congres kon bijwonen: vijftien lezingen gewijd aan het vertalen van de tekst die collega Haan en ik aan het vertalen zijn. Braziliaanse, Bulgaarse, Duitse, Italiaanse, Kroatische en Koreaanse Proustvertalingen passeerden de revue, en zelf mocht ik iets komen vertellen over de dilemma’s van de Nederlandse hervertaling. Ontbraken niet op het programma: een bezoek aan het oudste anatomisch theater van Europa, waar de zestiende-eeuwse Brusselse anatoom Andreas Vesalius lange tijd werkzaam was, een wandeling over de herfstmarkt van het overweldigende Prato delle Valle, en een rondleiding in het Museo del Precinema, gevestigd in een 15e eeuws palazzo aan datzelfde plein, waar onder meer een toverlantaarn te bezichtigen viel met plaatjes van de arme Genoveva van Brabant en de afschuwelijke Golo, namen die de lezer van de openingsbladzijden van ‘Combray’ vertrouwd in de oren klinken.… > Lees verder