Frans schilder, actief in de tweede helft van de 19de eeuw. Exponent van de naturalistische school waartoe ook Cyprien Tibaille [zie aldaar] behoorde. Richard leefde op een zolderkamer in Montmartre en onderscheidde zich in niets van het gemene volk in wier midden hij zijn leven sleet. Hij schilderde portretten van de volksmeisjes met wie hij kortstondige verhoudingen aanging. Op de Salons was zijn werk nimmer te bezichtigen.
Net als Tibaille keerde Richard zich demonstratief af van de traditionele landschapschildering. Hij gruwde van het Forêt de Fontainebleau met zijn pittoreske bos- en rotspartijen. Zijn bekendheid dankt hij vrijwel uitsluitend aan een schilderij dat hij vervaardigde na een weddenschap met een vriend, die hem had uitgedaagd om sneeuw te schilderen die wit is. Het schilderij droeg de titel Begraafplaats van Montmartre in de sneeuw: de schemerachtige begraafplaats is verlaten, maar voetsporen in de sneeuw leiden langs ingestorte zerken en schots en scheef staande kruisen; achter kale dovenetels strekt zich een weide uit omzoomd met bosschages en taxushagen; op de achtergrond staan huizen, loodsen, fabrieksschoorstenen; links, boven de zee van daken, het armenhuis; daarachter, getooid met een zestal vlaggen, de Moulin de la Galette; te midden van de bleke schaduwen op de voorgrond lichten de sneeuwpartijen op met irisaties en pastels, met schakeringen van roze, spelingen van blauw en nuances van geel.
- Léon Hennique, Les Funérailles de Francine Cloarec, 1881
[Lemma uit Koen Brams, Encyclopedie van fictieve kunstenaars (Nijgh & Van Ditmar, 2000), © Rokus Hofstede]