web analytics

De witte geur van roet (bis)

In Swanns kant op laten wij het haardvuur de hele ruimte witkalken met de geur van roet. Marco Kamphuis noemde dat in zijn NRC-recensie een ‘uiterst ongelukkige vertaling’ – waarop wij reageerden met de constatering dat het een ‘prachtig oxymoron’ uit de koker van Proust zelve betreft: badigeonner = witkalken.

Geuren hebben geen kleur. Heel strikt genomen is er dus niet eens sprake van een oxymoron (een schijnbaar onmogelijke verbinding van twee tegengestelde begrippen, zoals ‘een bejaard kind’ of ‘zwarte sneeuw’). Toch heeft het beeld een sterk schrikeffect, want het overgrote deel van de lezers zal in een eerste opwelling dezelfde reactie als Kamphuis hebben: de geur van roet is niet wit, maar zwart.… > Lees verder

Opfriscursus alexandrijnherkenning

Een lezer van mijn vorige blogpost wijst me erop dat noch de Franse zin uit de Code pénal, noch mijn Nederlandse vertaling ervan een alexandrijn is. Ik was er al een beetje bang voor, want ons alexandrijnherkennend vermogen is niet meer wat het was. Tijd voor een kleine opfriscursus.

De alexandrijn, die zijn naam dankt aan de 12de-eeuwse Roman d’Alexandre, is in het Nederlands een zesvoetige jambe, in het Frans (dat geen versvoeten kent) een twaalflettergrepige versregel met twee vaste heffingen (de 6e en de 12e lettergreep) en twee vrije – volgens de klassieke regels althans, want sinds Hugo en Baudelaire worden ook vrijere alexandrijnen (zonder cesuur, bijvoorbeeld in drie gelijke delen) correct bevonden.… > Lees verder

Schuin en vlijmscherp

‘Tout condamné à mort aura la tête tranchée.’ Met die (volgens de moderne regels) volmaakte alexandrijn, afkomstig uit de Franse Code pénal, begint het vijfde hoofdstuk van Georges Simenons La veuve Couderc. Het wetsartikel, plotseling opgedoken vanuit de nevelen van de herinnering, krijgt algauw een obsessief karakter voor de hoofdpersoon, Jean: hij moet er steeds opnieuw aan denken, in totaal twaalf keer – één voor elke lettergreep.

 

Het lijkt een wat vreemd wetsartikel. Alsof de wetgever, bang dat sommige boeven hun gerechte straf zullen ontlopen, voor de zekerheid maar even vermeldt dat élke terdoodveroordeelde toch echt ter dood moet worden gebracht.… > Lees verder

Driedubbele ironie: Onderworpen

Houellebecqs roman Onderworpen roept nog altijd veel discussie op. Vaak valt het woord ‘profeet’, zoals bijvoorbeeld recentelijk nog in dit opiniestuk van Dirk-Jan van Baar. Met onderstaande tekst, afkomstig uit het boek Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq, wil ik mijn eigen bijdrage aan de discussie leveren. Moraal: pas op, glibberige tekst!

Voorplat Houellebecq - Onderworpen RGBEerst maar eens twee bekentenissen.

Ten eerste: ruwweg sinds Mogelijkheid van een eiland lees ik bijna niets meer van wat er over Houellebecq wordt geschreven, of het nu gaat om recensies, interviews of wetenschappelijke artikelen. Ik heb een tijdje gedacht dat het was omdat ik alles inmiddels wel zo ongeveer wist en bijna nooit meer op verrassende nieuwe inzichten stuitte, maar het is eigenlijk nog veel erger: ik schat dat ik met het vertalen van Houellebecq inmiddels ruim drie jaar meer dan fulltime in zijn woorden heb geleefd, het is haast een tweede natuur geworden (waarvan ik er gelukkig meerdere heb), en ik besef nu dat ik eigenlijk gewoon een beetje bang ben dat ik me er te veel door laat raken.… > Lees verder

Beknoptheid van Vauvenargues

P9250013Luc de Clapiers, marquis de Vauvenargues, schreef net zo bondig als zijn leven kort zou zijn (1715–1747). Het was alsof hij het aanvoelde: ‘Ik wou dat ik alle menselijke eigenschappen zo in detail kon aflopen; dat zou veel werk zijn, waarvoor ik nu geen tijd heb.’ Zesenveertig keer gebruikt hij in De menselijke geest – een inleiding de snelle afkorting ‘enz.’: de grote lijnen zijn geschetst, de lezer mag het verder zelf uitvogelen.

Elegantie, zwierigheid en lichtvoetigheid, achttiende-eeuwse eigenschappen bij uitstek, waren aan deze jonge aristocraat niet besteed. Vauvenargues was wat Nietzsche, die hem bewonderde, ontijdig noemt: hij stond buiten zijn eigen eeuw, met één been in een streng ascetisch verleden en met het andere in een moderniteit waarvoor de wereld pas anderhalve eeuw later rijp zou zijn.… > Lees verder

Gevaarlijke verhoudingen: de titel

[Zie ook dit vervolgstuk over de titel, die namelijk later alsnog is veranderd.]

LaclosZoals hier al een tijdje staat aangekondigd, werk ik aan een nieuwe vertaling van Les Liaisons dangereuses. De nog altijd gebruikte (in 2004, 2005 en 2012 herdrukte) Querido-vertaling van Adriaan Morriën dateert uit 1954. Tussendoor zijn er nog twee vertalingen verschenen, van R. de Jong-Belinfante (Veen, 1966/1989) en Frans van Oldenburg Ermke (Nederlandse Boekenclub, ca. 1970), maar die hebben nooit de klassieke status gekregen die Morriëns vertaling geniet. De titels van de drie vertalingen zijn trouwens interessant: Gevaarlijk spel met de liefde (Morriën), Gevaarlijke liefde (De Jong-Belinfante), Gevaarlijke hartstochten (Van Oldenburg Ermke).… > Lees verder