In Swanns kant op laten wij het haardvuur de hele ruimte witkalken met de geur van roet. Marco Kamphuis noemde dat in zijn NRC-recensie een ‘uiterst ongelukkige vertaling’ – waarop wij reageerden met de constatering dat het een ‘prachtig oxymoron’ uit de koker van Proust zelve betreft: badigeonner = witkalken.
Geuren hebben geen kleur. Heel strikt genomen is er dus niet eens sprake van een oxymoron (een schijnbaar onmogelijke verbinding van twee tegengestelde begrippen, zoals ‘een bejaard kind’ of ‘zwarte sneeuw’). Toch heeft het beeld een sterk schrikeffect, want het overgrote deel van de lezers zal in een eerste opwelling dezelfde reactie als Kamphuis hebben: de geur van roet is niet wit, maar zwart.… > Lees verder