Spreken over vertalen in termen van zichtbaarheid kan op het eerste gezicht merkwaardig lijken. Literair vertalers worden geacht een getrouwe weergave van een oorspronkelijke tekst te geven en dus zelf zo onzichtbaar mogelijk te zijn. Maar wie zich er een beetje in verdiept, begrijpt algauw dat er sprake is van een paradox: om een vertaling te produceren die de oorspronkelijke tekst recht doet qua schoonheid, overtuigingskracht enzovoort, zodat de lezer niet het gevoel heeft maar een slappe imitatie van een ongetwijfeld prachtig origineel te lezen, moeten vertalers een enorme creatieve prestatie leveren. Ze zijn niet zomaar ‘overtypers in een andere taal’, maar volwaardige auteurs, die elk woord en elke zinsconstructie geheel opnieuw moeten uitvinden.… > Lees verder
Ai ai ai! Reactie op het ATLAS/ATLF-manifest
In 2002 mocht ik een jaar lang een gastcolumn voor Filter schrijven. Ik besloot die te wijden aan een onderwerp dat de gemoederen bezighield: de opmars van vertaalmachines. Had Philipstopman Cor Boonstra niet al in 1996 of 1997 voorspeld dat machines binnen een paar jaar tijd volledig zelfstandig zouden kunnen vertalen? Om de ernst van het onderwerp wat te relativeren koos ik voor de ludieke vorm van de neprecensie, zonder overigens aan te nemen dat de Filter-lezers die serieus zouden nemen: alleen al de naam van de machine, Tovertaal® (‘de TOtale VERTAALoplossing’), leek me ironisch genoeg om elk misverstand bij voorbaat weg te nemen, en anders zouden de toon van het verslag en vooral ook de concrete ‘testresultaten’ dat wel doen, dacht ik.… > Lees verder
Diepten van expressie
Collega Paul Claes was zo vriendelijk om te reageren op mijn Filter-stuk over Madame Bovary, met uiteraard een aantal tips ter verbetering van mijn vertaling. Eén ervan heb ik doorgevoerd: ‘zo’n hoofddeksel van samengestelde aard’ (voor ‘une de ces coiffures d’ordre composite’) is nu ‘zo’n hoofddeksel in composietstijl’ geworden. Ik had inderdaad wel de ironisch-wetenschappelijke toon van het begin van de zin goed te pakken (Flaubert velt pas verderop een knallend negatief oordeel: ‘une de ces pauvres choses, enfin…’), maar besefte niet dat ‘ordre composite’ gewoon idioom is. Veel dank, Paul.
Wat ik wel laat staan en zelfs erg mooi vind, zijn de ‘diepten van expressie’ als vertaling van ‘profondeurs d’expression’.… > Lees verder
Kundera in de Nieuwe Wereld
Zoals ik Ilja Pfeijffer ken van VV Leo, het groepje docenten, aio’s en studenten van de Letterenfaculteit Leiden waarmee we wekelijks een zaaltje afhuurden om in gelegenheidsteams tegen elkaar te voetballen en te brullen (sommigen dan toch), zo ken ik Ad Verbrugge uit de tijd dat we allebei de Zeeuwse tafeltenniscompetitie onveilig maakten: hij bij Effect ’71 Terneuzen, ik bij Middelburg ’t Zand. Groot was dan ook mijn genoegen toen Verbrugge me uitnodigde voor een rematch, dit keer in zijn podcast De Nieuwe Wereld, gehuisvest aan een fraaie gedempte gracht in hetzelfde Leiden. Samen met Paul Scheffer mocht ik komen opdraven om te praten over de tekst van Milan Kundera die ik had vertaald, Een gekidnapt Westen – de tragedie van Midden-Europa.… > Lees verder
Tovertaal 5: nu nog enger!
Eerder dit jaar schetste ik in een groot Volkskrant-stuk wat ons in de nabije AI-toekomst te wachten staat: ‘de nieuwe Houellebecq, met een druk op de knop in het Nederlands voorgelezen door Houellebecq zelf, desgewenst met een Zeeuws accent’. Ja, dat was natuurlijk ironisch, maar toch minder dan de gemiddelde lezer misschien dacht, want op het moment van schrijven had ik al geëxperimenteerd met een online ’tool’ die weliswaar nog geen Zeeuws accent doet, maar verder wel verbluffend realistische ‘vertalingen’ van geluid en beeld maakt: de tekst wordt omgezet in de gewenste taal (175 and counting), waarna de bewegingen van lippen en gezichtsspieren worden aangepast aan de nieuwe tekst.… > Lees verder
Vertalen tegen de eeuwigheid: Mevrouw Bovary
‘Eigenlijk kan je als vertaler maar beter niet te lang stilstaan bij de vraag waarom vertalingen – dus ook de jouwe – verouderen. Het gaat er meer om je te realiseren waarom het meesterwerk waaraan je je wijdt niet veroudert.’ Dixit Hans van Pinxteren, een van de beste vertalers die ons taalgebied ooit heeft gekend, in zijn essaybundel Hoe ouder hoe vrolijker (p. 238). Zijn versie van Flauberts Madame Bovary uit 1987 staat nog altijd fier overeind en zal dat ook de komende decennia blijven doen. Toch ga ik voor De Arbeiderspers een nieuwe vertaling van het boek maken. Waarom? En hoe?… > Lees verder