web analytics

De zichtbare vertaler 4: In het park

Op een bankje in het Vondelpark zag ik laatst een vertaler zitten. Het was duidelijk een goede vertaler: kameleontische stijl, empathische uitstraling, dikke projectwerkbeurs in de linker kontzak. In zijn RSI-hand hield hij een exemplaar van de auteurswet. Hij keek somber voor zich uit.

‘Artikel 25, lid 1c,’ zei ik.

Hij keek me verbluft aan.

‘De maker van een werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, het recht zich te verzetten tegen elke andere wijziging in het werk, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid,’ citeerde ik uit mijn hoofd.… > Lees verder

Milan Kundera, Het doek, fragment

Er zijn twee elementaire contexten waarin je een kunstwerk kunt plaatsen: hetzij de geschiedenis van de natie waar het is ontstaan (laten we die de kleine context noemen), hetzij de supranationale geschiedenis van de kunstvorm waartoe het behoort (laten we die de grote context noemen). We zijn eraan gewend om muziek spontaan in de grote context te bekijken: voor een musicoloog doet het er weinig toe wat de moedertaal van Roland de Lassus of Bach was; een roman, die met zijn taal verbonden is, wordt daarentegen op alle universiteiten van de wereld bijna uitsluitend in de kleine nationale context bestudeerd. Europa is er niet in geslaagd zijn literatuur als een historische eenheid te denken, en ik zal nooit moe worden te herhalen dat daarin zijn onherstelbare geestelijke echec schuilt.… > Lees verder

Met beide benen in de modder

Zij waren onze helden: Alain Robbe-Grillet, Claude Simon en nog een paar geestverwanten. Onder de banier van de Nouveau Roman trokken ze ten strijde tegen de ‘traditionele’ roman, daarin bijgestaan door de theoretici van de Nouvelle Critique (Roland Barthes, Gérard Genette). Het ‘ouderwetse’ vertellen van schijnbaar coherente verhalen had afgedaan, de realistische werkelijkheidsillusie was doorbroken, de auteur-schepper was dood; wat restte was de zichzelf voortbrengende en alleen naar zichzelf verwijzende Tekst.

Althans, dat dachten wij, studenten Frans, in ons jeugdig elan, en we waren niet de enigen, want zo dachten ook de tegenstanders erover. Toen Claude Simon in 1985 de Nobelprijs kreeg, stond literair Frankrijk dan ook op zijn achterste benen.… > Lees verder

Zo groot als een jockey

In Élucidation, een niet onprettig intellectueel blablatijdschrift zoals ze alleen in Frankrijk worden gemaakt, verscheen in het voorjaar van 2004 een opmerkelijk sober tekstje, getiteld ‘Maurice Ravel, buitenkant van de miniatuur’. De auteur, Jean Echenoz, schetst met een paar pennenstreken een portret van de beroemde componist en laat zijn lezer dan een beetje verdwaasd achter: het is werkelijk prachtig, maar wat heeft deze miniatuur te beduiden?

Nu is er Ravel, een iets langere maar nog altijd korte tekst van dezelfde schrijver over hetzelfde onderwerp, en dezelfde vraag dringt zich op. Wat wil Echenoz zeggen over de componist ‘die zo groot was als een jockey, dus als Faulkner’ (1 meter 65)?… > Lees verder

Drijfzand zonder bakens

Dit had een juichende recensie kunnen zijn. Een belangrijk boek van een belangrijke Franse schrijver, vertaald door een belangrijke Nederlandse vakbroeder en uitgegeven bij een van de weinige overgebleven kwaliteitsuitgeverijen: succes verzekerd, zou je zeggen.

De bespreking zou zich dan hebben toegespitst op de bijzondere plaats die het boek (Un Pedigree) inneemt binnen het oeuvre van de schrijver (Patrick Modiano): het biedt een inkijkje in het troebele leven waaraan dat oeuvre is ontsprongen, in de dubbele zin van voortgekomen en ontsnapt, en de recensent zou zijn bewondering hebben geuit voor de van ieder sentiment gespeende wijze waarop de auteur zijn jeugd aan zich voorbij laat trekken om er definitief afstand van te nemen.… > Lees verder

Variaties op het ‘ik’: in de marge van Milan Kundera

Ik

De blik van de schrijver peilt het werk van de schilder, zoekend naar de essentie.[ref]De schilder: Francis Bacon, over wie Kundera’s tekst gaat.[/ref]

De essentie: datgene wat het werk tot zichzelf maakt – zoals het ‘ik’ dat in een lichaam trilt.

Over dat ‘ik’ zegt de schrijver in een van zijn romans, Onsterfelijkheid: ‘Toen we eenmaal als onszelf de wereld in waren gegooid, moesten we ons eerst met die worp van de dobbelstenen, dat door Gods computer georganiseerde toeval identificeren: ophouden ons erover te verbazen dat nu juist dit (wat we vóór ons in de spiegel zien) ons ik is.’… > Lees verder