web analytics

Clark Accord (1961-2011)

Juichende recensies zijn geen garantie voor hoge verkoopcijfers, en andersom; een daverend verkoopsucces kan heel goed samengaan met al dan niet gesuikerde terechtwijzingen van de kant van critici. Dat laatste gold voor het werk van de onlangs overleden Surinaamse schrijver Clark Accord, wiens De koningin van Paramaribo (1999) inmiddels dertig drukken en een oplage van 120.000 heeft gehaald. De stilistische kwaliteiten ervan oogstten bij de meeste critici niet veel lof.

Toegegeven, Accords schrijfstijl maakt in De koningin van Paramaribo regelmatig een onbeholpen indruk, effectbejag wordt niet geschuwd, het aantal overdrijvingen en clichés is legio. Voor Accords lezers vormde dat geen beletsel.… > Lees verder

De Toverberg (2)

Zeven maanden na Hans Castorps aankomst op de toverberg maakt de sanatoriumbevolking zich op voor vastenavond. We zijn beland in de slotparagraaf, getiteld ‘Walpurgisnacht’, van het vijfde hoofdstuk.

De avondjurk van Clawdia Chauchat, de Russische patiënte op wie hij al maanden heimelijk verliefd is, heeft op Hans Castorp een ‘sensationeel effect’. ‘[…] Clawdia’s armen liet de jurk tot de schouders toe vrij, haar armen, die teer en vol waren tegelijk – koel ook, naar zich liet vermoeden, en buitengewoon blank afstaken tegen het zijïge donker van haar jurk […].’ Zijn enige antwoord bij het zien van die ‘verrukkelijke ledematen van een vergiftigd organisme’ is een toonloos herhaald ‘Mijn God!’.… > Lees verder

De Toverberg (1)

Hoe komt het dat vertalingen verouderen en originele teksten niet? Een van de mogelijke antwoorden: juist doordat originele teksten onbeperkt kunnen worden hervertaald, bezitten ze een onbeperkt vermogen tot zelfvernieuwing, als slangen waarvan de kleuren na elke vervelling weer even fris worden als voorheen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat sommige originele teksten, vooral als ze niet origineel zijn, gezwind en onherroepelijk in de vergeetput van de veroudering belanden. En er zijn zelfs zeldzame, originele vertalingen die welhaast onbeperkt tegen veroudering bestand blijken.

Pé Hawinkels’ geroemde en verguisde vertaling van Der Zauberberg is in elk geval in de ogen van uitgeverij De Arbeiderspers niet verouderd: nog in november 2010 verscheen een nieuwe paperbackeditie.… > Lees verder

Smrt a knihomil

‘De dood en de boekenwurm’ luidt het Tsjechische opschrift bij deze ets van Johann Rudolf Schellenberg uit 1785. Hij herinnert liefhebbers van het gedrukte woord eraan dat er nog iets ergers is dan een omgevallen boekenkast: een boekenkast die omvalt.

> Lees verder

Vertalersgeluk

Twaalf redenen om je te verkneukelen:

•    dat je door een van je uitgeverijen (de Arbeiderspers) wordt gevraagd een van de weinige nog onvertaalde teksten van een van je lievelingsschrijvers (Georges Perec) te vertalen;

•    dat je een beroep kunt doen op een meedenkende collega (vriend Haan) om uit het schier oneindige aantal mogelijke vertalingen van de titel (L’art et la manière d’aborder son chef de service pour lui demander une augmentation) de beste of toch tenminste de betere oplossing te kiezen (Tips en wenken voor wie zijn afdelingschef om opslag wil vragen);

•    dat Perecs boek gaat over een employé die pogingen in het werk stelt om het met zijn afdelingschef over opslag te hebben, niet over een vertaler die met zijn uitgever wil onderhandelen over naamsvermelding op het omslag van zijn boek; de employé krijgt zijn opslag niet, de vertaler zijn naamsvermelding wel (in ruil voor het schrijven van het flap- en prospectustekstje), waarbij hij vooral de ontwerper (Steven van der Gaauw) mag bedanken voor diens bijzonder geslaagde proeve van evenwichtskunst;

•    dat Perecs tekst hilarisch maar ook historisch is, ‘uit de tijd’, ‘gedateerd’ – oorspronkelijk gepubliceerd in 1968 in een obscuur tijdschrift, en pas in 2008 in boekvorm verschenen.… > Lees verder

Vertaalcensuur (2)

Halverwege de jaren 90 viel mij de opdracht te beurt om een bundel essays en aforismen van de Roemeens-Franse auteur Emil Cioran te vertalen, Écartèlement (1979), een van zijn laatste titels. Het boek opent met vier thematisch verwante essays, feitelijk de tekstuele restanten van een mislukte poging om een samenhangende verhandeling over het ‘einde van de geschiedenis’ te schrijven. Cioran ontpopt zich in die essays als een klassieke onheilsprofeet; de eindfase van het historische proces hangt voor hem niet samen met het failliet van een welbepaalde ideologie, maar met de ophanden zijnde, wereldomspannende catastrofe; de apocalyptische visioenen uit de Openbaring van Johannes zijn in deze essays Ciorans belangrijkste intertekstuele referentie.… > Lees verder