‘[…] Hij zei ‘ho’ of ‘genoeg’ in plaats van ‘dank je wel’ als ik eten voor hem opschepte. Hij noemde me ‘mokkel’ of ‘moesje’. Hij verkneukelde zich als ik met veel misbaar reageerde op zijn bekentenis dat hij stuff had gerookt. Hij had nooit gestemd, stond niet ingeschreven op de kiezerslijsten. Hij dacht niet dat er wat dan ook aan de maatschappij te veranderen was, wilde enkel binnenglippen in de radertjes en zich aan werk onttrekken door te profiteren van de sociale uitkeringen waarop je aanspraak kon maken. Hij was een jongere van tegenwoordig, overtuigd van ‘ieder z’n shit’. Werk had voor hem geen andere betekenis dan die van een verplichting waaraan hij zich niet wilde onderwerpen zolang je ook op andere manieren kon leven.… > Lees verder
C.F. Ramuz, Schoonheid op aarde, nawoord
‘We moeten zien hoe magistraal dit simpele verhaal ons wordt gepresenteerd, hoe groots in plastische en muzikale zin. Weidse landschappen – het meer, de bergen, de lucht – omhullen de personages; sterker nog, ze nemen aan hun handelen deel. Golven, zand, bos worden tot levende personen, ze lichten op in beelden die langsschieten als bliksemschichten.’
Deze quote is afkomstig uit een reclametekstje getiteld ‘Een nieuw meesterwerk bij Uitgeverij Grasset: La Beauté sur la terre, roman van C.F. Ramuz’, en is van de hand van… C.F. Ramuz. Het valt niet mee om te beoordelen wat zelfspot en wat ernst is in zinnetjes als ‘De auteur bereikt hier het volkomen meesterschap’; Ramuz lijkt zich in zijn op verzoek van Grassetdirecteur Pierre Tisné geschreven blurb vrolijk te maken over het kenmerkende, ronkende taalgebruik van flapteksten – ‘niet bombastisch genoeg’, voegt hij met de hand nog aan het kladje toe.… > Lees verder
C.F. Ramuz, Schoonheid op aarde (fragment)
‘[…] Ze kijkt op, draait haar hoofd naar links en naar rechts. Het kwam van rechts. De muur was hoger dan zij, maar dan beginnen we te zien wie ze is. Een ladderwagen stond tegen de muur geschoven; ze grijpt hem met beide handen vast, haar omslagdoek heeft ze om haar middel geknoopt, dan klimt ze de ladder op, in het maanlicht, want de maan was net achter de wolken verschenen, en de maan schijnt op haar haren, op haar schouders, dan op haar rok en rond haar benen. We beseffen hoe lenig ze is. Ze blijft een ogenblik ineengedoken boven op de muur zitten, steunend op haar handen, die ze plat voor zich heeft gelegd; het was de rand van een gecementeerd dakterras, gebruikt voor het uithangen van wasgoed, zoals bleek uit lijnen van staaldraad die tussen haken waren opgespannen.… > Lees verder
Nobellezing, Annie Ernaux
Waar te beginnen? Tientallen keren heb ik tegenover het onbeschreven blad mezelf die vraag gesteld. Alsof ik die ene zin moet vinden, de zin die me in staat stelt te beginnen met het schrijven van het boek, de zin die in één klap alle twijfels wegneemt. Een soort sleutel. Nu ik vandaag het hoofd moet bieden aan een gebeurtenis waar ik eerst alleen met verbijstering op kon reageren – ‘overkomt mij dit echt?’ – en die ik me intussen meer en meer als iets vreeswekkends voorstel, dringt zich eenzelfde noodzaak aan mij op. De zin vinden die me de vrijheid en de vastberadenheid zal geven om zonder horten of haperen te spreken, op deze plaats waar ik vanavond door u uitgenodigd ben.… > Lees verder
Annie revisited: De jaren op toneel
Onlangs schreef ik op deze blog hoe ik, op 7 december in Stockholm, Annie Ernaux de hand schudde. Het rare was dat ik haar twee dagen later opnieuw tegenkwam. Ditmaal vond de ontmoeting plaats in Den Haag. Annie had de gedaante aangenomen van vijf vrouwen, of juister gezegd: vijf vrouwen – June Yanez, Hannah Hoekstra, Mariana Aparicio, Tamar van den Dop en Nettie Blanken – waren in haar huid gekropen. Ik heb het over de toneelbewerking, door Eline Arbo, van Ernaux’ De jaren bij het Nationale Theater.
Bevreemdend hoe in die voorstelling realiteit, literatuur en theater door elkaar liepen. Ernaux had in Les Années zes decennia van haar leven gecondenseerd tot een boek van ruim tweehonderd pagina’s, waarin ik als vertaler zes maanden had vertoefd.… > Lees verder
Zichtbaarheid of dienstbaarheid. Hoeveel schrijver is een vertaler?
Vertalers treden uit de schaduw, het heeft er tenminste de schijn van dat ze in onze contreien iets minder onzichtbaar aan het worden zijn. Onder invloed van de recente open brief gelanceerd door Annemart Pilon en Martin de Haan, beloofde een hele reeks uitgevers de namen van vertalers voortaan op het boekomslag te zullen vermelden. Zeker, zulke naamsvermelding bevordert de fameuze zichtbaarheid van vertalers. Maar hoe zit het dan met de even fameuze dienstbaarheid die ze naar verluidt moeten betrachten? Dreigen zichtbare vertalers het zicht op de schrijver en het boek niet in de weg te staan?
Het vertaalpleidooi Overigens schitterend vertaald (2008) was in de Lage Landen een belangrijk moment in de thematisering van vertalerszichtbaarheid.… > Lees verder