web analytics

Clément Pansaers, Pan Pan voor de Poeper van de Neger Naakt, (fragment)

Ik ontsnap, weg van tussen gisteren en morgen – in het niet verdwijnend als het regenbooggeluid van twee leeggedronken flessen, die de dronkaard, in een plastisch raccourci, bodem tegen bodem, terechtstelt, naar zijn mening terecht.

Een kogel kuiert over straten, over singels. – Wat zijn die mensen lekker zacht! Op mijn zigzaglijn voltigeer ik, stuiterend van de in zijde ruisende markiezin naar de kolensjouwer met metalen schouderbreedte. Ik stuiter de pan-pan! Ritme, neger van me, hard als diamant! Word je ooit straatrover, dan zul je gehecht zijn aan je revolver. Pan-pan! Pan-pan! – Ben ik het of een Amerikaanse excentriekeling – pan-pan – wiens elastische ‘ik’ een rubberkogel is!… > Lees verder

Vervloek de wereld, zijn vloek heb je al

Een van de meest fascinerende boeken in de Nederlandse taal is ongetwijfeld de Encyclopedie van fictieve kunstenaars (in 2000 verschenen onder redactie van Koen Brams), 250 mini-biografieën van schilders en beeldhouwers die hun leven danken aan de verbeelding van schrijvers. ‘Alle kunstenaars die aan bod komen, hebben nooit bestaan’, stelt de flaptekst. Alle? Eén van de lemma’s beschrijft het leven van Gian Domenico Desiderii, de hoofdpersoon van De koning van het woud (Le Roi du bois, 1996), een kort verhaal van de Franse schrijver Pierre Michon. Zeker, Michon heeft van Desiderii’s leven fictie gemaakt, hij heeft hem een zeer onwaarschijnlijke levensloop gegeven, hij heeft hem met een aantal zeer Michoneske obsessies opgezadeld, maar aan één ding kan niet worden getwijfeld: Desiderii heeft bestaan.… > Lees verder

Clément Pansaers, Pan Pan voor de Poeper van de Neger Naakt & Bar Nicanor, nawoord

Met onfranse overmoed trekt de eerste dadaïst die België heeft voortgebracht het heilige huisje van de volzin omver. Pansaers doet wat maar weinig Franstalige dichters durven: morrelen aan de retorische welvoeglijkheid van de taal. Zijn poëtisch proza houdt het midden tussen coherent betoog en woordenbrij; het bestaat uit betekenisflarden, gemagnetiseerd door middel van ritme en klank.

Het mag ironisch lijken een verfranste Vlaming door een Hollander in het Nederlands te laten vertalen en dadaïstische plaquettes uit te geven in een tijd waarin het begrip avantgardisme problematisch is geworden. Maar zulke puristische overwegingen hoeven aan de poëzie geen afbreuk te doen. Pansaers is geen purist: het gaat hem om ontwrichting (van de zinsbouw), besmetting (van de woordenschat) en woekering (van de beelden).… > Lees verder

Seksueel beestenspel

Eden, Eden, Eden van Pierre Guyotat is een onleesbaar boek.

Wie een boek onleesbaar noemt, bedoelt te zeggen dat het ontoegankelijk is en suggereert dat die ontoegankelijkheid uitsluitend aan het boek moet worden geweten. Het eigen smaakoordeel en het eigen doorzettingsvermogen blijven buiten schot. Maar wat als een boek nu juist geschreven is met het oogmerk het smaakoordeel en het doorzettingsvermogen van de lezer op de proef te stellen?

Eden, Eden, Eden is geen onleesbaar boek. Het is geschreven in klare taal, omgezet in goed Nederlands, de zinnen hebben onderwerp en gezegde. Toch is de ontoegankelijkheid ervan groot. De gestage consumptie van bladzijden waaruit het lezen van een roman doorgaans bestaat, is hier niet aan de orde.… > Lees verder

Welluidende wartaal

Hoeveel schrijvers die begonnen als wereldbestormend avant-gardist eindigen als nationaal literair erflater? Het is het lot van de avant-garde: wat eens revolutionaire nieuwlichterij was, wordt mettertijd, al dan niet postuum, bijgezet bij de klassieken – of domweg vergeten.

Maar revolutionaire nieuwlichters krijgen soms een tweede leven in vertaling, en keren dan vaak, ironisch genoeg, terug naar de marge vanwaar ze ooit vertrokken. Nog ironischer is dat wat in een andere taal en tijd van hun teksten resteert, iets heel anders is dan wat hun eens voor ogen moet hebben gestaan: een bevrijde taal, waarin het woord een daad is, een taal waarin je de polsslag van het heden hoort.… > Lees verder

‘Het lijkt wel of ik kukeleku roep’: Pascale Casanova

Literair critica Pascale Casanova spreekt dit weekend op een congres in Amsterdam over de Frans-Nederlandse literaire betrekkingen. Zij ziet Parijs nog steeds als centrum van de internationale literatuur. Maar de toestand van de hedendaagse Franse literatuur is ‘schandalig’.

‘Ga je in Parijs lunchen met iemand uit het literaire wereldje, dan is het eerste wat je hoort: “Ah! De Franse literatuur is ook niet meer wat ze geweest is!” Het tweede wat je hoort is: “Ah! Paris, c’est fini! Parijs bestaat niet meer!” Ondertussen heeft men het er wel voortdurend over: is Parijs nog altijd de literaire navel van de wereld, en zo ja, hoe lang nog, of toch niet meer, en zo ja, sinds wanneer dan, enzovoort… Iedereen heeft daarover een mening, die samenhangt met de plaats die hij in het literaire universum inneemt.’… > Lees verder