web analytics

Stoelen

Sommige beelden behoeven geen commentaar, zelfs al versta je de bijbehorende tekst niet. Dit hilarische interview van Milan Kundera met Roger Grenier bijvoorbeeld, een van de weinige beelddocumenten die ik van de schrijver ken, op 31 oktober 1968 (dus kort na de Russische inval in Tsjecho-Slowakije!) uitgezonden door de ORTF. Kundera woonde toen nog niet in Frankrijk, en wist nog niet hoe slecht (kitscherig-verfraaiend) die eerste vertaling van De grap was.

Ter compensatie hier een fragment uit een interview dat Viviane Forrester Kundera afnam in Rennes, waar hij de eerste jaren na zijn gedwongen emigratie (in 1975) woonde. Het interview werd door Antenne 2 uitgezonden op 9 november 1976 (tip: beginnen bij 0:39, na de lange aftiteling).… > Lees verder

Vertaalcensuur (2)

Halverwege de jaren 90 viel mij de opdracht te beurt om een bundel essays en aforismen van de Roemeens-Franse auteur Emil Cioran te vertalen, Écartèlement (1979), een van zijn laatste titels. Het boek opent met vier thematisch verwante essays, feitelijk de tekstuele restanten van een mislukte poging om een samenhangende verhandeling over het ‘einde van de geschiedenis’ te schrijven. Cioran ontpopt zich in die essays als een klassieke onheilsprofeet; de eindfase van het historische proces hangt voor hem niet samen met het failliet van een welbepaalde ideologie, maar met de ophanden zijnde, wereldomspannende catastrofe; de apocalyptische visioenen uit de Openbaring van Johannes zijn in deze essays Ciorans belangrijkste intertekstuele referentie.… > Lees verder

Vertaalcensuur (1)

Een klassiek geval van vertaalcensuur: de Duitse vertaling van Willem Elsschots Tsjip, het autobiografisch geïnspireerde boek dat hij in 1933 publiceerde over zijn eerste kleinzoon. Die Duitse versie, meteen ook de vroegste vertaling van Elsschots werk, verscheen in 1936 onder de titel Tschip bij de Berlijnse uitgeverij Holle & Co. Voor de vertaling tekende Else von Hollander-Lossow.

In de correspondentie van Elsschot met uitgever G. Holle is de affaire rond de censuur van Tsjip op de voet te volgen. Een goede samenvatting ervan geeft Elsschot zelf wanneer hij in 1938 een klein ‘dossier Holle’ samenstelt, bedoeld als weerlegging van de suggestie dat hij van de verminking van zijn boek op de hoogte zou zijn geweest, dus als bewijsmateriaal tegen degenen die hem, in zijn eigen woorden, ‘in een hoek kunnen dringen’, lees: kunnen verdenken van heulen met de vijand.… > Lees verder

Vouwtje!

Op de Michelinkaart van de departementen Creuse en Haute-Vienne loopt vlak naast het dorp Châtelus-le-Marcheix een vouw. Dat weet ik omdat ik de kaart in kwestie direct heb aangeschaft na mijn eerste lezing van La Carte et le territoire. In hoofdstuk 2 van het eerste deel beschrijft Houellebecq hoe zijn hoofdpersoon, de kunstenaar Jed Martin, bij het kopen en openvouwen ervan zijn ’tweede grote esthetische openbaring’ kent:

Die kaart was subliem; diep getroffen begon hij te trillen voor de toonbank. Nog nooit had hij zo’n prachtig, zo’n van emotie en betekenis vervuld voorwerp aanschouwd als die Michelinkaart op 1:150.000 van de Creuse en de Haute-Vienne.

> Lees verder

Liefde en macht

De Franse literaire wereld lijkt al enige weken in de greep van een potentiële nieuwe cause célèbre. Met roerende eensgezindheid hebben nagenoeg alle hedendaagse schrijvers van naam zich dezer dagen achter romancier Régis Jauffret geschaard, wiens in maart 2010 verschenen roman Sévère op last van de rechter uit de rekken dreigt te worden gehaald. Tegen Jauffrets uitgever, Le Seuil, is begin oktober aangifte gedaan door de familie van Édouard Stern, een puissant rijke, in 2005 door zijn minnares Cécile Brossard vermoorde Franse bankier. Op die geruchtmakende moordzaak baseerde Jauffret zijn roman (zie voor meer details de papieren man).

De affaire sprak van meet af aan tot de verbeelding van het immer sensatiebeluste publiek.… > Lees verder

Verslag van de dag

In mijn vorige post schreef ik over opzichtige klankeffecten die op mijn zenuwen werkten en over prachtige klankeffecten die haast vanzelf in mijn vertaling opdoken. Maar er is nog een derde categorie, misschien wel de interessantste, namelijk die der vanzelf opduikende ongewenste echo’s. Het wegwerken daarvan, tientallen keren per dag, is ongetwijfeld het meest tijdrovende en creativiteitsbevorderende onderdeel van het literair vertalen, en voor de lezer (die alleen de oplossing ziet en daar als het goed is niet over struikelt) het meest onzichtbare. Neem de volgende zin uit La Carte et le territoire, p. 37:

[…] il écoutait le récit de la journée, souriait à son fils, payait le salaire demandé.

> Lees verder