web analytics

Jacques Bénigne Bossuet, ‘Over ambitie’ (fragment)

‘[…] O mens, wat ben je van plan, en waarom kwel je jezelf nodeloos? – Maar ik zal wel weten hoe ik vaste grond onder de voeten moet krijgen en moet profiteren van het voorbeeld van anderen: ik zal de tekortkomingen van hun werkwijze en de zwaktes van hun handelen bestuderen en die verhelpen. – Dwaze voorzorgen! Want hebben zij dan geprofiteerd van het voorbeeld van wie aan hen voorafgingen? O mens, houd jezelf niet voor de gek: al te vreemde gebeurtenissen liggen in de toekomst besloten, en op al te veel plaatsen sijpelen verlies en vernietiging binnen in ’s mensen fortuin dan dat ze overal kunnen worden tegengehouden.… > Lees verder

Marguerite Duras, ‘Negatieve handen’ (fragment)

Negatieve handen, zo noemt men de schilderingen van handen gevonden in de magdalénien-grotten van het Zuid-Atlantische Europa. De omtrek van die handen – wijdopen op het gesteente gelegd – werd bestreken met kleur. Meestal met blauw, met zwart. Soms met rood. Er is geen enkele verklaring gevonden voor dit gebruik.

Voor de oceaan
onder het klif
op de wand van graniet

die handen

open

Blauw
En zwart

Waterblauw
Nachtzwart

Alleen is de man de grot binnengegaan
Tegenover de oceaan
Alle handen zijn even groot
hij was alleen

De man alleen in de grot keek
in het lawaai
in het lawaai van de zee
naar het onmetelijke van de dingen

En hij schreeuwde

Jij die een naam draagt jij die begiftigd bent met een identiteit ik heb je lief

Die handen
Waterblauw
Hemelzwart

Plat

Uiteengespreid op het grijze graniet gelegd

Opdat iemand ze gezien zou hebben

Ik ben het die roept
Ik ben het die riep die schreeuwde dertigduizend jaar geleden

Ik heb je lief

Ik schreeuw dat ik je wil liefhebben, ik heb je lief

Ik zal liefhebben al wie hoort dat ik schreeuw

Op de lege aarde zullen die handen achterblijven op de granieten wand tegenover het geraas van de oceaan

[…]

Boven hem de wouden van Europa,
oneindig

Hij staat te midden van steen
van gangen
van stenen galerijen
wijd en zijd

Jij die een naam draagt jij die begiftigd bent met een identiteit ik heb je lief ik heb je grenzeloos lief

Het klif moest worden afgedaald
de angst overwonnen
De wind waait van het vasteland en drijft de oceaan terug
De golven worstelen tegen de wind
Vertraagd door zijn kracht
komen ze vooruit
en bereiken geduldig
de rotswand

Alles spat uiteen

Jou voorbij heb ik je lief
Ik zal liefhebben al wie hoort dat ik schreeuw
dat ik je liefheb

Dertigduizend jaar

Ik roep

Ik roep degene die mij antwoord zal geven

Ik wil je liefhebben ik heb je lief

Al dertigduizend jaar schreeuw ik voor de zee het witte spook

Ik ben het die schreeuwde dat hij je liefhad, jou

[Marguerite Duras, ‘Les mains négatives’, in: Le Navire Night – Césarée – Les mains négatives – Aurélia Steiner – Aurélia Steiner – Aurélia Steiner, Mercure de France, 1979; gepubliceerd in Deus Ex Machina 31:122, september 2007; © Rokus Hofstede.> Lees verder

Stéphane Mallarmé, ‘De wondervrouw van morgen’

Een bleke lucht, boven de wereld die aan verval ten onder gaat, trekt misschien heen met de wolken: flarden versleten zonsondergangpurper kleuren een rivier die slaapt aan de door lichtstralen en water verzwolgen einder. De bomen vervelen zich en onder hun bladeren die vaal zijn geworden (door het stof van de tijd eerder dan door dat van de wegen) rijst de tent van de Vertoner van Voorbije Dingen; menige straatlantaarn wacht op de schemering en beschijnt de gezichten van een onzalige, door onvergankelijke ziekte en eeuwenoude zonde verslagen menigte, mannen naast hun verneutelde wederhelften, die zwanger zijn van de ellendige vruchten waarmee de aarde zal vergaan.… > Lees verder

Variaties op Louise

VIII

Je vis, je meurs : je me brule et me noye.
J’ay chaut estreme en endurant froidure :
La vie m’est et trop molle et trop dure.
J’ay grans ennuis entremeslez de joye :
Tout à un coup je ris et je larmoye,
Et en plaisir maint grief tourment j’endure :
Mon bien s’en va, et à jamais il dure :
Tout en un coup je seiche et je verdoye.
Ainsi Amour inconstamment me meine :
Et quand je pense avoir plus de douleur,
Sans y penser je me treuve hors de peine.
Puis quand je croy ma joye estre certeine,
Et estre au haut de mon desiré heur,
Il me remet en mon premier malheur.
> Lees verder

Marguerite Duras, Nachtschip Night (fragment)

– Ik had je gezegd waar ze was, tussen twee zalen, de laatste van dat gigantische museum, vlak voor de zaal met de koperen paardenkarkassen die ze in 1960 hebben gevonden in de haven van Piraeus.
    Wat me zo in haar trof, geloof ik, was de wond in het gezicht. Die wond contrasteerde met de blik… die gaaf was, zie je… Ik weet het niet zo goed meer…

Ik heb heel lang naar haar staan kijken.

Heb je haar niet gevonden in het museum?

– Nee.

– Haar naam staat erbij.

– Athene.

– Ja, precies…

Haar linker gezichtshelft moet zijn weggerukt door een ploegschaar of zoiets, door ijzer, maar haar ogen zijn ongeschonden… witte amandelen zonder enig reliëf…

Bestaat er geen enkele reproductie van?… > Lees verder

Pierre Michon, Het potentieel van proza (gespreksfragmenten)

Borges zegt: ‘De roman is een bijgeloof van onze tijd’, maar Borges is erg netjes.

[momenten in mijn santenkraam]
Er zijn waarschijnlijk drie of vier momenten in mijn santenkraam. Eerst natuurlijk Vies minuscules, de schrijver die niet schrijft, de schertsfiguur die dorpsgekken en dode verwanten verheerlijkt, die voor zichzelf een stamboom verzint, die zich beroept op zijn spoorloze vader, die schrijft voor de doden in de devote hoop dat ze antwoord zullen geven (en in zekere zin hebben ze misschien ook wel antwoord gegeven). Het tweede moment is de hele reeks van schilders met hun modellen , waarin het op flagrante wijze gaat over representatie, over de ijdelheid en noodzaak ervan, maar waarin het belangrijkste voor mij waarschijnlijk het gelijkschakelen van de waardehiërarchie is geweest, het zoeken naar de kleinste gemene deler menselijkheid tussen onbetwistbaar grote geesten, Van Gogh, Watteau, en een onnozele postbeambte of een zwaarmoedige hofpredikant.… > Lees verder