web analytics

Imagine No Fiction

Soms blijkt verbeelding de kortste weg naar de werkelijkheid. Is dat niet de kunst? Even better than the real thing?

Op woensdag 8 februari gaan onder de titel ‘Imagine No Fiction’ in de Vooruit in Gent moderatoren Tom Van Imschoot & Isolde Vanhee in gesprek over de werkelijkheid van de verbeelding, met kunstschilder David Claerbout, cineast Gust Van den Berghe (‘En Waar de Sterre Bleef Stille Staan’ en ‘Blue Bird’), kunstenares Wendy Morris en essayist/vertaler Rokus Hofstede. Zie ook hier.

In Rekto:Verso neemt Van Imschoot een voorschot op de discussie met een prikkelend stuk over collectieve fascinatie, waarin hij onder meer ingaat op de fascinatie die Pierre Michon weet te suggereren voor het wereldberoemde schilderij De Elf.… > Lees verder

De bel en de klepel

Voor Hof en Haan staat het jaar 2012 in het teken van Marcel Proust, van wie we Du côté de chez Swann vertalen voor de Perpetuareeks van Athenaeum-Polak & Van Gennep. Het is een tamelijk gewaagde onderneming, want er bestaan al twee andere vertalingen van dit deel van de Recherche, waarvan de recentste (door Thérèse Cornips) nog maar kort geleden is verschenen, in 2009. Over de redenen van onze hervertaling hebben we ons elders al uitgelaten. Op dit blog zullen we vanaf nu regelmatig schrijven over het concrete vertaalproces – waarbij ook de bestaande vertalingen (inclusief de twee Engelse en drie Duitse) uiteraard ter sprake zullen komen.… > Lees verder

Hij zei dat hij het deed

In de laatste aflevering van dit reeksje rond Michons De Elf gaat het over de nacht van 15 nivôse in het jaar II, oftewel over 5 januari 1794, omstreeks het driekoningenfeest. Schilder Corentin wordt in het holst van die vriesnacht door drie sansculotten ontboden in de voormalige Saint-Nicolas-des-Champskerk, herdoopt tot Nicolas-kerk, want de revolutie heeft alle heiligen beroofd van hun titel.

Ze waren er. Ze klommen het lage bordes al op.
    De deuren stonden wijd open.
    In het portaal moesten ze uitwijken voor de klokken, de wanstaltige rammelaars van de hemelse Vader, die al waren neergehaald maar nog niet naar de smelterij gevoerd, die zwegen.

> Lees verder

Eugène Savitzkaya, ‘Tafelgereedschap’

Altijd heeft gereedschap mijn arm verlengd. Altijd was mijn hand gewapend. Mijn eerste mes was mijn zwaard en mijn toverstaf, een hefboom om bergen mee te verzetten. Ik droom van de grote multifunctionele olijfhouten of bukshouten lepel, de lepel waar je zonder gevaar in kunt bijten en waar je altijd in hebt gebeten, de lepel die meppen kan geven en die de soep, de yoghurt, de appelmoes en de jam parfumeert met de knoflook en de gebakken ui waarvan hij doordrongen is. Je kunt zeggen dat de lepel aan mijn vingers en aan mijn lippen kleeft, zo dicht bij mijn tong dat hij er een doosje heeft waarin hij zijn ronde rug neer kan vlijen.… > Lees verder

Wat niet gebruikt wordt, slijt. Over Pierre Bergounioux en Jean-Loup Trassard

Het Frans kent er een staande uitdrukking voor: exode rural, ontvolking van het platteland. Weliswaar is Frankrijk een van de laatste Europese landen waar een grootschalige exodus van de agrarische bevolking naar de steden op gang is gekomen, maar die leegloop heeft er diepere sporen getrokken dan elders, in de levens van hen die weggingen en in de levens van hen die achterbleven. Rond 1850 woonde nog driekwart van de Fransen – 26,8 miljoen mensen – op het platteland, veelal kleine, zelfvoorzienende boeren; anno 2011 zijn nog maar enkele miljoenen Fransen in de landbouw actief, niet meer dan 3,4% van de totale beroepsbevolking, overwegend in grootschalige landbouwbedrijven.… > Lees verder

Jean-Loup Trassard, ‘Hamers, mokers & slag’ (fragment)

[…] De hamer neem je mee wanneer je naar het land gaat om een omheining te plaatsen, drie evenwijdige lijnen prikkeldraad bevestigd op een rij palen. Het werkwoord heuyer, afgeleid van het middeleeuwse haïer, een haag maken, 12e-15e eeuw, duidt op het dichten van gaten in een levende haag met doornstruiken, terwijl een omheining hetzij vlak naast de haag wordt geplaatst, om die laatste te versterken, hetzij dwars over de akkers, om een bezaaide wei af te scheiden van naastgelegen stukken bouwland. De kunstmatige doornstruik wordt opgespannen met behulp van een ondersteboven gezette mestkar; het uiteinde van het draad bevestig je tijdelijk aan de houten as, en door met de hand aan het wiel te draaien gebruik je het als een lier.… > Lees verder