web analytics

Het genot dat we aan de dingen beleven (vervolg)

In de vorige post kruisten Rokus en ik de degens rond maxime 48 van La Rochefoucauld. In het Frans:

La félicité est dans le goût et non pas dans les choses; et c’est par avoir ce qu’on aime qu’on est heureux, et non par avoir ce que les autres trouvent aimable.

We verschilden vooral van mening over de interpretatie van het woordje ‘goût’, dat volgens mij duidde op een voorkeur die voorafgaat aan het concrete ‘proeven’ van het ding, en volgens Rokus juist op dat proeven zelf. De gedachtewisseling ging verder:

HAAN: Nee, volgens mij bedoelt hij de subjectieve voorkeur die lós van het ding bestaat, en die bevredigd wordt zodra er een ding verschijnt dat eraan voldoet.… > Lees verder

Het genot dat we aan de dingen beleven

Ruim twee jaar geleden hadden vriend Hof en ik een lange e-maildiscussie over een maxime van La Rochefoucauld. We hadden destijds net de website Maximen.nl opgezet (die overigens pas ruim een jaar later echt van start zou gaan), en La Rochefoucauld had mijn volle aandacht vanwege de nieuwe vertaling van Maarten van Buuren, die ik wilde bespreken voor de Volkskrant. Onze discussie laat zien waartoe de samenwerking van twee koppige vertalers kan leiden in termen van kwaliteitswinst en tijdverlies. Hier het betreffende maxime (nummer 48) in het Frans:

La félicité est dans le goût et non pas dans les choses; et c’est par avoir ce qu’on aime qu’on est heureux, et non par avoir ce que les autres trouvent aimable.

> Lees verder

Goncourt

Op 7 november 2005 was ik uitgenodigd voor een feestje. Plaats van handeling: Place Gaillon, Parijs, in het chique restaurant Drouant. Althans, daar zou het feest beginnen, waarna het al snel zou worden verplaatst naar een geheime locatie.

Bij Drouant wordt elk jaar begin november de winnaar van de Prix Goncourt bekendgemaakt. Vandaar ook dat feestje: na een eerdere close miss in 1998 voor Elementaire deeltjes kon de prijs Michel Houellebecq dit keer niet ontgaan voor Mogelijkheid van een eiland, zo was het algemene gevoelen, en dus drong ik mij rond lunchtijd door het gewoel om samen met de cameraploeg van filmmaker Erik Lieshout getuige te zijn van een symbolische lauwering waar de schrijver Houellebecq veel belang aan hechtte, ook al wist hij net als iedereen dat de Prix Goncourt allerminst een garantie op eeuwige roem betekent.… > Lees verder

Émile Zola, magiër

‘Ik ben tegen geëngageerde kunst, die vind ik in het algemeen niet te pruimen… Zola bijvoorbeeld haat ik; hij is in mijn ogen een van de vreselijkste prefascistische reactionairen uit de Franse literatuur. […] Een soort Houellebecq avant la lettre.’

Aan het woord is Yves Pagès, auteur van Perlouse nummer 24, in de vertaling van Jan Pieter van der Sterre. Nog los van de vraag wat ‘prefascistische reactionairen’ precies zouden moeten zijn (reactionairen die niet terug willen naar vroeger, maar vooruit naar het fascisme?) is de uitspraak tamelijk kort door de bocht: Émile Zola, de grote verdediger van de ten onrechte voor spionage veroordeelde joodse legerkapitein Alfred Dreyfus, een voorloper van het fascisme?… > Lees verder

De zichtbare vertaler 17: Europa in de praktijk

Mijn twee dochtertjes van 3 en 5 zijn volmaakt tweetalig. Dat krijg je ervan, als je als Nederlands stel in Frankrijk gaat wonen en daar een bescheiden bijdrage besluit te leveren aan de herbevolking van het platteland. Momenteel bezitten de twee meisjes alleen de (overgeërfde) Nederlandse nationaliteit, maar volgens de huidige Franse wet verkrijgen ze vanwege hun geboorte op Franse grond op hun achttiende verjaardag automatisch ook de Franse nationaliteit, mits ze vanaf hun elfde minstens vijf jaar in Frankrijk hebben gewoond. De Nederlandse nationaliteit hoeven ze daarvoor niet op te geven. Een vervroegde aanvraag van de Franse nationaliteit is mogelijk vanaf 13 jaar.… > Lees verder

Kaart en veldeffect

Die Haan en Hof toch. Dachten ze in La Carte et le territoire te zijn gestuit op een heus veldeffect, een literair-strategisch eerbetoon van de ene schrijver aan de andere, blijkt het allemaal op toeval te berusten, zoals Houellebecq zijn Nederlandse vertaler desgevraagd meldt: hij wist helemaal niet dat Châtelus-le-Marcheix het in Vies minuscules bezongen geboortedorp van Pierre Michon was, en heeft het plaatsje puur uitgekozen vanwege de schoonheid van de betreffende Michelinkaart (want daar gaat het boek tenslotte over).

Einde veldeffect? Nee hoor. Als een klein Frans dorpje in twee boeken een belangrijke rol speelt, gaan die boeken onherroepelijk met elkaar resoneren.… > Lees verder