web analytics

Marcelle Sauvageot, ‘Commentaar’, fragment

14 december 1930

Er zijn smartlappen die beginnen zoals uw brief: ‘U die ik zo heb liefgehad…’ Als het heden nog zo dichtbij naklinkt, is die verleden tijd droevig als het einde van een feest, wanneer je na het uitgaan van de lampen eenzaam achterblijft en de stellen ziet vertrekken, de donkere straten in. Het is afgelopen: je hebt niets meer te verwachten en toch blijf je daar eindeloos lang staan, wetend dat er niets meer zal komen. Ik hoor uw gitaar tokkelen, soms lijkt het wel een terugkerend refrein: ‘Ik had u niet gelukkig kunnen maken.’ Het is een oud liedje van vroeger, dat doet denken aan een droogbloem… Wordt het verleden zo snel iets ouds?… > Lees verder

Brina Svit, Moreno

Brina Svit, MorenoMoreno, het eerste in het Frans geschreven boek van de van oorsprong Sloveense schrijfster Brina Svit, is een boek om verliefd op te worden. Het is ook een boek over liefde – als je de bijzondere band tussen de hoofdpersoon, schrijfster Brina Svit zelf, en de klusjesman Mohammed zo kunt noemen.

Svit beschrijft in Moreno haar verblijf in een Toscaans schrijvershuis, op het landgoed van de in 1998 overleden schrijver Gregor von Rezzori, waar ze naartoe is gekomen om te werken aan haar nieuwe roman, de eerste die ze in het Frans schrijft. Dat werk wil niet vlotten, de vijfhonderd woorden per dag die een echte schrijver volgens de plaatselijke mores moet produceren haalt ze in de verste verte niet, en in plaats daarvan hangt ze een beetje rond en observeert het personeel: Walter, de tuinman, Lika, de dienstmeid, Abdoul, de kok – en Mohammed, de klusjesman.… > Lees verder

De zichtbare vertaler 8: Belangrijk in Frankrijk

Het gebeurt niet vaak, maar als het gebeurt kan je dag niet meer stuk.

Gisteren in de brillenwinkel in Autun. Opgedirkte dame van een jaar of veertig, in het Frans uiteraard: ‘Wat kan ik voor u doen?’

‘Ik kom de bril van mijn vrouw ophalen, de naam is Marijnissen, Mariezjniessèn, M-A-R-I-J-N-I-S-S-E-N.’

‘Ah, u bent Nederlands, hè?’

‘Ja.’

‘En u woont hier permanent?’

‘Ja.’

‘Ik ken een ander Nederlands echtpaar dat hier woont, de vrouw heeft een galerie in Amsterdam en reist vaak heen en weer, de man verbouwt het huis. Dat doen veel Nederlanders, u niet?’

‘Geen tijd voor, ik moet werken.’… > Lees verder

Zwanger, wat nu?

Toen de twintigjarige freule Marie-Madeleine de La Vergne op 15 februari 1655 in het huwelijk trad met de achttien jaar oudere graaf François de La Fayette, kon de toenmalige boulevardpers met recht de pen scherpen. Het huwelijk werd halsoverkop gesloten, de bruid bracht ondanks haar enorme familiekapitaal geen bruidsschat mee en behield volledige zeggenschap over haar eigen vermogen, en behalve een illustere naam had de bruidegom haar weinig te bieden – terwijl zij door haar afkomst en rijkdom toch een van de aantrekkelijkste partijen van adellijk Frankrijk was, in theorie goed voor een tophuwelijk.

Waarom trouwt een aanzienlijke mondaine jonkvrouw halsoverkop met een onaanzienlijke landedelman?… > Lees verder

Charles Baudelaire, ‘Bezinning’

Bezinning

Gedraag je, mijn Verdriet, probeer tot rust te komen.
Je dreinde om de Nacht; die valt al, hij is daar:
Een donker waas heeft van de stad bezit genomen,
Dat sommigen gemak brengt, anderen bezwaar.

Terwijl in slaafs vertier de vuige mensenstromen
Gegeseld door Genot, die wrede folteraar,
De wroeging tegemoet gaan die hen zal betomen,
Kom mee, geef mij je hand, Verdriet, en volg mij maar,

Van hen weg. Zie hoe aan de hemelbalustraden
De dode Jaren staan in oude lijfgewaden;
Hoe uit de diepten rijst de glimlachende Spijt;

De zon verkwijnend inslaapt, door een boog omkaderd,
En hoor, mijn lieve, hoor hoe in het Oosten glijdt,
Een lang doodskleed gelijk, de zoete Nacht die nadert.… > Lees verder

Jean Echenoz, Ravel, fragment

Je vindt het wel eens spijtig om uit bad te moeten. Ten eerste is het jammer om het behaaglijke zeepwater, waarin verloren haren zich om bellen slingeren tussen de cellen losgewreven huid, te moeten verruilen voor de meedogenloze lucht van een slecht verwarmde woning. Bovendien is het, ingeval je klein van stuk bent en die badkuip op griffioenpoten een hoge rand heeft, altijd een hele klus om een been buitenboord te steken en met een aarzelende teen naar de gladde tegels van de badkamervloer te tasten. Voorzichtigheid is geboden, wil je je kruis niet stoten of dreigen uit te glijden en een lelijke smak te maken.… > Lees verder